Toelichting - Stadsdeel Zuidoost - Gemeente Amsterdam

Toelichting bestemmingsplan Geerdinkhof 31 mei 2005
Om te vermijden dat er nieuwe situaties ontstaan waarin de grenswaarden worden overschreden
moet bij het opstellen van (onder meer) bestemmingsplannen getoetst worden aan de
grenswaarde voor stikstofdioxide en zwevende deeltjes. Een eventuele overschrijding van deze
waarde kan als consequentie hebben dat bepaalde nieuwe ontwikkelingen (zoals de aanleg van
een snelweg of de realisatie van woningen) niet mogelijk is. Een toets aan de grenswaarde in het
kader van bestemmingsplannen is alleen relevant en dus nodig in die situaties waar een
overschrijding van deze waarde te verwachten is.
In dit bestemmingsplan wordt niet voorzien in de realisatie van nieuwe woningen of wegen. Een
nader onderzoek naar de luchtkwaliteit is daarom niet aan de orde. Gezien de relatief grote afstand
van het plangebied tot aan drukke wegen / snelwegen mag worden verwacht dat de normen uit het
Besluit Luchtkwaliteit ter plaatse van het plangebied niet worden overschreden (zie bijlage 3 van
deze toelichting).
6.8 Luchthaven Schiphol
Vanaf 2003 is de nieuwe Wet Luchtvaart van kracht. Op grond van deze wet is tevens het
Luchthavenindelingbesluit vastgesteld. De binnen dit besluit aangegeven contouren van het
“luchthavengebied” en het “beperkingengebied” zijn gebaseerd op veiligheid en geluidshinder. De
ligging binnen een dergelijke contour stelt beperkingen aan de bestemmingen die aan een bepaald
gebied kunnen worden gegeven.
Het gehele plangebied van dit bestemmingsplan Geerdinkhof valt - evenals het grootste gedeelte
van Amsterdam- binnen het zogeheten beperkingengebied. Er gelden daarom eisen aan de
maximum bouwhoogte van bouwwerken. Ter plaatse van het plangebied is deze maximum
bouwhoogte van 150 meter. De binnen dit bestemmingsplan toegestane maximum bouwhoogte
voldoet hier ruimschoots aan.
Het plangebied valt buiten de in het Luchthavenindelingbesluit aangegeven zone waarbinnen in
beginsel geen woningen en andere geluidsgevoelige objecten zijn toegestaan (voorheen de
Vrijwaringszone).
6.9 Milieu-effectrapportage
Woningen
Volgens het Besluit milieu-effectrapportage 1994 moet er voor een ruimtelijk plan (zoals een
bestemmingsplan of een uitwerkingsplan) dat de bouw van 2.000 woningen of meer mogelijk
maakt in een aaneengesloten gebied binnen de bebouwde kom worden beoordeeld of er een
milieu-effectrapportage (mer) opgesteld dient te worden. Wanneer de bouw van 4.000 woningen of
meer mogelijk wordt gemaakt, dient een mer te worden opgesteld.
In het bestemmingsplan Geerdinkhof wordt niet voorzien in de realisatie van nieuwe woningen. De
bestaande woningen zijn door middel van gedetailleerde bestemmingen vastgelegd.
Stadsproject
Volgens het Besluit milieu-effectrapportage bestaat er een mer-beoordelingsplicht wanneer voor de
uitvoering of wijziging van een stadsproject in de gevallen dat wordt voorzien in de realisatie van
een bedrijfsvloeroppervlak van 200.000 m 2 of meer. Ook wanneer de stadslocatie een oppervlak
van meer dan 100 hectare heeft is een mer-beoordelingsplicht aan de orde.
Het plangebied van het voorliggende bestemmingplan omvat veel minder dan 100 hectare.
In het bestemmingsplan Geerdinkhof wordt voorts niet voorzien in de realisatie van nieuw
bedrijfsvloeroppervlak, behoudens eventuele huisgebonden beroepen/bedrijven.
Recreatieve voorzieningen
Volgens het Besluit milieu-effectrapportage 1994 dient een mer-beoordelingsplicht te worden
uitgevoerd wanneer er in een ruimtelijk plan een recreatieve voorziening wordt toegestaan die
meer dan 250.000 bezoekers per jaar aantrekt.
26