Toelichting - Stadsdeel Zuidoost - Gemeente Amsterdam
Toelichting - Stadsdeel Zuidoost - Gemeente Amsterdam
Toelichting - Stadsdeel Zuidoost - Gemeente Amsterdam
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>Toelichting</strong> bestemmingsplan Geerdinkhof 31 mei 2005<br />
Beantwoording: In het voorontwerp wordt uitgegaan van een dakopbouw met een plat dak. Er is<br />
daarom alleen een maximum bouwhoogte en niet tevens een maximum<br />
goothoogte voorgeschreven.<br />
Opmerking 2:<br />
Insprekers stellen dat de maat van de in het voorontwerp voorgeschreven<br />
terugligging van de dakopbouw van 2 meter te veel is omdat hierdoor volgens<br />
insprekers geen bruikbare indeling van de dakopbouw ontstaat. Insprekers gaan in<br />
hun bouwaanvraag uit van een terugligging van 1,5 meter. Gesteld wordt dat in het<br />
voorontwerp niet wordt ingegaan op de noodzaak van een grotere terugligging.<br />
Insprekers geven een nadere toelichting hierbij bij hun bouwaanvraag. Gevraagd<br />
wordt om een nadere onderbouwing van de in het voorontwerp geregelde 2 meter<br />
terugligging.<br />
Beantwoording: In het voorontwerp is bepaald dat dakopbouwen een terugligging vanaf de voor- of<br />
achtergevel dienen te hebben van 2 meter. Hiermee is aangesloten op de reeds<br />
gerealiseerde dakopbouwen op de “gele woningen” (deelgebied 3). Deze 2 meter<br />
terugligging is opgenomen om stedenbouwkundige redenen en om de eventuele<br />
nadelige gevolgen voor dakopbouwen voor de bezonning van belendende<br />
woningen en tuinen tot het minimum te beperken. Doelstelling van het<br />
bestemmingsplan is het zoveel mogelijk waarborgen van de stedenbouwkundige<br />
eenheid in het plangebied. Gezien het grote aantal reeds gerealiseerd<br />
dakopbouwen in deelgebied 3 dient er qua maatvoering en situering op deze<br />
dakopbouwen aangesloten te worden. Voor wat betreft de bezonning is de<br />
terugligging effectief wanneer deze in verhouding staat met de hoogte van de<br />
dakopbouw. Wanneer de hoek tussen de dak van de dakopbouw aan de voorzijde<br />
en het originele dak aan de voorzijde een hoek van circa 45 ° is zijn de gevolgen<br />
voor de bezonning minimaal. Dit wordt bereikt door een terugligging van minimaal<br />
2 meter.<br />
Opmerking 3:<br />
Insprekers stellen dat in hun bouwaanvraag is uitgegaan van een terugligging van<br />
de dakopbouw aan de straatzijde. Dit ligt volgens insprekers voor de hand omdat<br />
de straatzijde op de zon is georiënteerd, en het eventuele dakterras dan aan de<br />
zonkant kan worden gesitueerd. Geconstateerd wordt dat in het voorontwerp wordt<br />
uitgegaan van een terugligging van de dakopbouw aan de andere zijde. Gevraagd<br />
wordt dit te onderbouwen. In een aanvullende brief van insprekers wordt de<br />
terugligging van de dakopbouw aan de noordzijde afgewezen.<br />
Beantwoording: Een belangrijk stedenbouwkundig uitgangspunt is dat dakopbouwen een<br />
terugligging moeten hebben van 2 meter (zie de beantwoording bij opmerking 2). In<br />
het voorontwerp is, rekening houdend met stedenbouwkundige argumenten en<br />
bezonning, bekeken aan welke zijde van de woning een dakopbouw aanvaardbaar<br />
is. Om stedenbouwkundige redenen wordt ernaar gestreefd de<br />
stedenbouwkundige eenheid van het gebied zoveel mogelijk te behouden.<br />
Dakopbouwen dienen per “bouwstrook” daarom dezelfde maatvoering en situering<br />
te hebben.Naar aanleiding van de opmerking van inspreker heeft een<br />
heroverweging plaatsgevonden van de situering van dakopbouwen ter plaatse van<br />
het blok van inspreker en het tegenovergelegen blok. Vanuit stedenbouwkundig<br />
oogpunt is een terugligging van de dakopbouwen aan de straatzijde op het blok<br />
van inspreker aanvaardbaar. Het bestemmingsplan is op dit punt aangepast.<br />
Opmerking 4: Insprekers constateren dat naast hun woning de nadere aanduiding “kabel en<br />
leidingenstrook” op de plankaart staat ingetekend. Dit betekent volgens insprekers<br />
dat voor de groenstrook naast hun woning allerlei beperkende bepalingen gelden,<br />
zoals het graven, terwijl dat bij groenonderhoud wel aan de orde is. Dit is volgens<br />
insprekers een vergissing.<br />
Beantwoording: Doelstelling van het intekenen van de kabel- en leidingenstrook op de plankaart is<br />
dat hierdoor rekening kan worden gehouden met de aanwezigheid van de kabels<br />
en leidingen, en dat voorkomen wordt dat eventuele werkzaamheden schade<br />
aanrichten of veiligheidsrisico’s opleveren. In het voorontwerp is de kabel- en<br />
35