Zoals de ouders zingen, piepen de jongen - Stivoro
Zoals de ouders zingen, piepen de jongen - Stivoro
Zoals de ouders zingen, piepen de jongen - Stivoro
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Als het on<strong>de</strong>rwerp ou<strong>de</strong>rs en roken betreft, ligt het voor <strong>de</strong> hand niet alleen <strong>de</strong> meningen en gedachten van<br />
<strong>de</strong> adolescenten over hun ou<strong>de</strong>rs te inventariseren maar ook hen zelf te on<strong>de</strong>rvragen. Dit is echter maar in<br />
een zeer beperkt aantal studies gebeurd. In verreweg <strong>de</strong> meeste gevallen wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> adolescenten on<strong>de</strong>rvraagd<br />
naar opvoedingsstijlen van <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs, het rookgedrag van <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs of <strong>de</strong> band die ze met hun ou<strong>de</strong>rs hebben.<br />
De beperkte aandacht voor <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs heeft zowel praktische als inhou<strong>de</strong>lijke oorzaken. Praktisch gezien is het<br />
logistiek vaak ingewikkeld en financieel kostbaar om ou<strong>de</strong>rs (één of bei<strong>de</strong>n) in on<strong>de</strong>rzoek te betrekken.<br />
Inhou<strong>de</strong>lijke argumenten zijn vooral gebaseerd op <strong>de</strong> aanname dat niet zozeer datgene wat <strong>de</strong> an<strong>de</strong>r doet<br />
maar vooral datgene waarvan <strong>de</strong> persoon <strong>de</strong>nkt dat <strong>de</strong> an<strong>de</strong>r het doet, mensen beïnvloedt (o.a. Fuligni &<br />
Eccles, 1993). Als het gaat om opvoeding, is het volgen<strong>de</strong> voorbeeld illustratief: als een kind vindt dat een<br />
ou<strong>de</strong>r niet voldoen<strong>de</strong> lief<strong>de</strong> en affectie geeft, maakt het voor <strong>de</strong> beleving van het kind weinig uit of <strong>de</strong> ou<strong>de</strong>rs<br />
dit ook daadwerkelijk onvoldoen<strong>de</strong> geven. Voor het gedrag van kin<strong>de</strong>ren en adolescenten kan <strong>de</strong> beleving van<br />
het gedrag van ou<strong>de</strong>rs belangrijker zijn dan het feitelijke gedrag. Sommige on<strong>de</strong>rzoekers gebruiken inhou<strong>de</strong>lijke<br />
argumenten om te legitimeren dat ze uitsluitend adolescenten in hun on<strong>de</strong>rzoek betrekken. In hoofdstuk 8 zal<br />
dit thema na<strong>de</strong>r toegelicht wor<strong>de</strong>n evenals <strong>de</strong> implicaties ervan voor <strong>de</strong> preventiepraktijk.<br />
De opbouw van het rapport is als volgt. Hoofdstuk 2 beschrijft <strong>de</strong> ontwikkeling van het rookgedrag van<br />
jongeren anno 1998. Deze ontwikkeling wordt in verband gebracht met <strong>de</strong> prevalentiecijfers van roken in <strong>de</strong><br />
afgelopen jaren om zo na te gaan of er veel veran<strong>de</strong>ringen op zijn getre<strong>de</strong>n. Tevens wordt nagegaan of het<br />
roken van jongeren in Ne<strong>de</strong>rland parallel loopt met dat van jongeren in an<strong>de</strong>re westerse lan<strong>de</strong>n. In hoofdstuk 3<br />
wordt het roken van jongeren bezien in het licht van sociale en persoonlijke ontwikkelingen in het leven van<br />
adolescenten. Tevens wordt het theoretisch mo<strong>de</strong>l besproken dat als kapstok dient voor het ver<strong>de</strong>re verloop<br />
van dit verslag. Hoofdstuk 4 bespreekt <strong>de</strong> rol van genetische invloe<strong>de</strong>n bij on<strong>de</strong>rzoek naar invloe<strong>de</strong>n van<br />
ou<strong>de</strong>rs op rookgedrag van hun kin<strong>de</strong>ren. In hoofdstuk 5 wordt <strong>de</strong> invloed van het rookgedrag van ou<strong>de</strong>rs<br />
besproken, en hun normen over roken. In hoofdstuk 6 komt <strong>de</strong> invloed van opvoeding, kwaliteit van ou<strong>de</strong>r-kind<br />
relatie en communicatie over roken in het gezin, op het rookgedrag van adolescenten aan bod. In hoofdstuk 7<br />
wordt ingegaan op <strong>de</strong> invloed die ou<strong>de</strong>rs hebben op <strong>de</strong> vriendschapsrelaties van hun kin<strong>de</strong>ren. Bestaan<strong>de</strong><br />
preventie-activiteiten gericht op <strong>de</strong> betrokkenheid van ou<strong>de</strong>rs wor<strong>de</strong>n besproken in hoofdstuk 8. In hoofdstuk 9<br />
komen <strong>de</strong> tekortkomingen van het besproken on<strong>de</strong>rzoek aan <strong>de</strong> or<strong>de</strong> en in hoofdstuk 10 wor<strong>de</strong>n <strong>de</strong> voornaamste<br />
conclusies toegelicht.<br />
12<br />
hoofdstuk 1/ Introductie