Nota van Antwoord - ProRail
Nota van Antwoord - ProRail
Nota van Antwoord - ProRail
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
61<br />
De geluideffecten worden mede in beeld gebracht aan de hand <strong>van</strong> geluidcontouren. Dat zijn lijnen<br />
die punten verbinden met gelijke luidheid. De geluidbelasting op de buitenruimte wordt hiermee<br />
inzichtelijk. Deze contouren kunnen worden gebruikt om het effect op het buitengebied in te schatten.<br />
Geluideffecten op fauna worden in kaart gebracht voor beschermde natuurgebieden.<br />
138 Participant vindt dat de zone waarbinnen de effecten op de omgeving worden gemeten<br />
minimaal 250 meter breed dient te zijn. Daarnaast is participant <strong>van</strong> mening dat de<br />
effecten <strong>van</strong> het voornemen ook moeten worden onderzocht voor de lage verwachting<br />
prognosecijfers. Participant vraagt of er bij ieder perceel onderzoek wordt verricht naar<br />
trillingen en geluid.<br />
020, 021<br />
De begrenzing per aspect kan pas worden bepaald aan de hand <strong>van</strong> onderzoek dat voor het MER wordt<br />
uitgevoerd, zie paragraaf 2.2 <strong>van</strong> de notitie. De berekeningen en het bepalen <strong>van</strong> de maatregelen wordt<br />
uitgevoerd voor de hoge prognose om geen onderschatting <strong>van</strong> de gevolgen te krijgen. In het MER wordt<br />
niet op perceelsniveau onderzoek verricht. Omdat in een MER primair de effectvergelijking centraal staat,<br />
is dit niveau <strong>van</strong> diepgang niet noodzakelijk. Er wordt gewerkt met representatieve locaties. Aldus ontstaat<br />
naast de (relatieve) variantvergelijking ook zicht op (absolute) verschillen tussen de referentiesituatie<br />
(huidige situatie en autonome ontwikkeling) en de plansituatie waarin het PHS project Meteren – Boxtel<br />
is gerealiseerd, zie paragraaf 3.1 en volgende <strong>van</strong> de notitie.<br />
139 Participant vraagt of de normen voor geluid en trillingen worden gehandhaafd (ook na<br />
2020) en of er aanpassingen worden doorgevoerd indien de norm wordt overschreden.<br />
021<br />
<strong>ProRail</strong> is <strong>van</strong>wege de Wet milieubeheer verplicht om jaarlijks een onderzoek in te stellen naar de mate<br />
waarin wordt voldaan aan de ingestelde geluidproductieplafonds. Hierbij wordt uitgegaan <strong>van</strong> de werkelijk<br />
gerealiseerde situatie en het aantal en soort treinen dat in het jaar daarvoor <strong>van</strong> het spoor gebruik<br />
heeft gemaakt. Overschrijding <strong>van</strong> de geluidproductieplafonds is daarbij niet toegestaan, ook als de<br />
inzet <strong>van</strong> stil materieel niet overeenkomstig de berekeningen is, zie paragraaf 5.2 <strong>van</strong> de notitie. De Wet<br />
milieubeheer schrijft voor dat de voor dat jaar berekende geluidwaarden moeten worden gevalideerd<br />
door steekproefsgewijze metingen, uit te voeren door een onafhankelijke partij. Deze metingen hebben<br />
tot doel om de waarden <strong>van</strong> de geluidproductie zoals deze zijn vastgelegd in het Reken- en meetvoorschrift<br />
te toetsen. Daarmee wordt voldoende gegarandeerd dat na de uitvoering <strong>van</strong> het project <strong>ProRail</strong><br />
aan de normen blijft voldoen.<br />
Voor trillingen, zie paragraaf 5.5 <strong>van</strong> de notitie, vindt na de oplevering <strong>van</strong> het project een toets plaats<br />
op het in het Tracébesluit vastgestelde niveau met uitvoering <strong>van</strong> de eventueel genomen maatregelen.<br />
140 Participant vindt dat omroepberichten tot akoestische vervuiling leiden.<br />
027<br />
Het bevoegd gezag neemt kennis <strong>van</strong> de zienswijze <strong>van</strong> de participant. De inhoud en frequentie <strong>van</strong> de<br />
omroepberichten vallen niet binnen deze studie. De omroepberichten vallen binnen de milieuvergunning<br />
<strong>van</strong> het betreffende station. De overlast <strong>van</strong> omroepinstallaties wordt beschouwd bij een eventuele<br />
aanpassing <strong>van</strong> een station.<br />
141 Reeds nu is het geluid <strong>van</strong> het treinverkeer een belangrijke bron <strong>van</strong> overlast. Bij een<br />
gesprek in de tuin moet participant momenteel bij een passerende intercity nadrukkelijker<br />
articuleren, bij een passerende sprinter hun stem verheffen en bij een passerende goederentrein<br />
het gesprek zelfs een tijdje staken. Participant vraagt om in het MER onderzoek<br />
te doen naar de geluidsuitstraling naar Klein Brabant tussen overweg Halsebroek en de<br />
noordzijde <strong>van</strong> Klein Brabant. Tevens vraagt participant om onderzoek te doen naar zowel<br />
de toename <strong>van</strong> de totale geluidhinder per etmaal als naar de afname <strong>van</strong> stille periodes<br />
(in aantal en duur) tussen passerende treinen ten opzichte <strong>van</strong> de huidige situatie, in het