Sample chapter - kitlv
Sample chapter - kitlv
Sample chapter - kitlv
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
6<br />
Lourens zelf, echtgenote en kinderen<br />
Lourens van Elstland<br />
Wat Lourens’ eigen personalia betreft, zijn we in de eerste plaats afhankelijk<br />
van wat hij daarover in zijn werk zegt. Dat geeft mogelijk een vertekend<br />
beeld, maar gelukkig kunnen we aan de hand van archiefbronnen nu en dan<br />
iets aanvullen en bijstellen.<br />
Over de scholing en opleiding die hij in zijn jeugd heeft gekregen, doet<br />
hij nergens een mededeling. Maar in elk geval heeft hij het ambacht van<br />
smid in Holland geleerd. Dit is namelijk zijn beroep wanneer hij in 1665 te<br />
Amsterdam zijn ondertrouw bij de Gereformeerde Kerk laat aantekenen.<br />
Ook daarna in Indië zou Lourens van Elstland als smid werkzaam zijn.<br />
Hoe lang Lourens in Amsterdam is gebleven, is niet bekend. Vast staat<br />
dat hij in 1667 opnieuw in Haarlem te vinden is, want op 9 augustus<br />
van dat jaar wordt hij ingeschreven als lid van de rederijkerskamer der<br />
Wijngaertrancken. 16 Het is onwaarschijnlijk dat hij zich toen had laten<br />
inschrijven, indien hij geweten had dat hij in december naar Indië zou<br />
vertrekken. Kennelijk is er tussen augustus en december 1667 iets gebeurd<br />
dat hem die stap liet zetten. Met nog een andere Haarlemse kamer had hij<br />
een bijzondere band, zij het dat hij geen lid was omdat hij nog niet genoeg<br />
geschoold was in de kunst. In zijn rondwandeling door Haarlem vertelt hij<br />
over zijn bezoek aan de Vlaamse kamer van de Witte Angieren. Daar zitten<br />
‘Jan de backer’ en ‘Louw de smit’ als liefhebbers (‘konstbeminnaars’), dus<br />
als nog geen volwaardige rederijkers. We gaan er hierbij vanuit dat hij in de<br />
jonge kunstliefhebber Louw zichzelf heeft getekend:<br />
nu die daar ginder veer geheel aan t eynde sit<br />
ist Jan de backer niet, en d’ andre Louw de smit?<br />
die komen daar maar om t geselschap te vermeren<br />
‘t sijn konstbeminnaars, en noch jong, sij konnen leeren,<br />
dat is de redenmaagt ten hoogsten aangenaam<br />
door sien en hooren, wort den mensch alzins bequaam<br />
en kunnen mettertijt haar croon oock helpen cieren,<br />
zoo fockt men geesten aan tot allerley manieren.<br />
O musa sta me bij, dat ick dees edle maagt<br />
haar naam doorlugtig maak, tot daar de zon opdaagt<br />
dat haren lauwerier noyt quyne, of verslense<br />
en dat ze wert geeert door alle slag van menschen<br />
die stadig Pallas raat navolgen, en de nijt<br />
uyttarten derven, wen ze haar konsten, haar te spijt<br />
de gantse werelt door op yders tong doen leven,<br />
niet als Arachne dee, die Pallas derv weerstreven<br />
16 Haarlem, AVK, Archief Wijngaertrancken, inv.nr 5.1; zie ook Van Boheemen en Van der<br />
Heijden 1999:436. Hij wordt ingeschreven samen met Pieter van Amstel.