02.05.2013 Views

Sample chapter - kitlv

Sample chapter - kitlv

Sample chapter - kitlv

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Inleiding 25<br />

Zijn de overeenkomsten in de werken van de drie hier genoemde auteurs<br />

niet toe te schrijven aan toenmalige clichés van de Indische samenleving, die<br />

zowel in Holland als in Indië gangbaar waren? Dit zou ongetwijfeld de meest<br />

simpele verklaring voor dit verschijnsel van onderlinge overeenkomsten<br />

zijn. Maar het is al winst indien van nu af aan algemeen wordt beseft dat we<br />

over minstens drie zeventiende-eeuwse spiegels van de Indische samenleving<br />

beschikken, in plaats van die ene van De Graaff.<br />

Nederlandstalig toneel in Indië ten tijde van Lourens van Elstland<br />

Na het pionierswerk door N.P. van den Berg en F. de Haan in de negentiende<br />

eeuw, 38 is tamelijk recent opnieuw belangstelling ontstaan voor het<br />

Nederlandstalige toneel te Batavia. Helaas staat dat onderzoek nog in de kinderschoenen,<br />

vooral wat de VOC-tijd betreft. 39 Dat er in die periode opvoeringen<br />

van Nederlandse stukken te Batavia hebben plaatsgevonden, staat<br />

vast. De gegevens daaromtrent zijn evenwel zeer verspreid. 40 Van de stukken<br />

zelf is veelal niet meer dan een vage titel bekend. Bert Paasman heeft vermoedelijk<br />

gelijk, wanneer hij schrijft: ‘onderwerpen uit de geschiedenis van<br />

de VOC hebben in de zeventiende en achttiende eeuw vrijwel niet als stof<br />

gediend voor toneelstukken. Meestal werd in drama’s stof gebruikt uit de<br />

klassieke en bijbelse oudheid of uit (niet-actuele) vaderlandse geschiedenis’<br />

(Paasman 2002:87). Het is waar dat Paasman hier vooral doelt op treurspelen<br />

en niet op blijspelen en kluchten, maar het enige blijspel uit de zeventiende<br />

eeuw waarvan de tekst is overgeleverd, beantwoordt inderdaad aan deze<br />

karakteristiek. We doelen hier op een stuk dat slechts in handschrift tot ons<br />

is gekomen, en dat 45 folia telt. 41 Het is geschreven te Ternate en aldaar op<br />

kasteel Oranje voltooid op 8 maart 1689 door Gerard Warrendhout, onder de<br />

titel: Sot en wijshijd, of De wereld in sijn binnenste. Bij ons weten wordt er hier<br />

oog op diens geld (vers 186) (zie De Graaff 1930:16, 1704:13, zie ook De Graaff 1930:21, respectievelijk<br />

De Graaff 1704:16 voor ‘ritse teef’ en Jan onder de deecken vers 157). Bij De Graaff scheldt<br />

een dienstmeisje in Holland haar mevrouw, een oud-Indischgaste, uit voor ‘Karonje’, wanneer de<br />

laatste haar onheus behandelt of slaat (zie De Graaff 1930:19, 1704:15). Ook Trijn roept ‘Caronje’<br />

(vers 400) tijdens een slaande ruzie met haar buurvrouw Dieuwer, de notoire roddelkont en<br />

voormalige prostituee die tijdens de uitoefening van haar beroep de oud-Indischman Goosen<br />

aan de haak wist te slaan (zie ook vers 157 waar Jan hetzelfde scheldwoord bezigt met betrekking<br />

op Trijn).<br />

38 Van den Berg 1881; De Haan 1922, II:735, 1935:598-600. De tekst uit de eerste druk van Oud-<br />

Batavia, zie De Haan 1922, I:216-7, is opnieuw uitgegeven in De Haan 1984:104-6.<br />

39 Baay 2000:213-4; Zuiderweg 2000:136-7; Paasman 2002:87-97.<br />

40 Wellicht brengt het dissertatie-onderzoek van Adriënne Zuiderweg daar verandering in<br />

(Zuiderweg 2000).<br />

41 Het handschrift hoort tot het bezit van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde te<br />

Leiden (Leiden, UB, Ltk. 526).

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!