Sample chapter - kitlv
Sample chapter - kitlv
Sample chapter - kitlv
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Inleiding 47<br />
Huet was de bundel nooit uitgegeven en zijn beschrijving eindigde met een<br />
opmerking die op zijn minst de nieuwsgierigheid van zijn lezers hoorde te<br />
prikkelen: ‘enkele stukken zijn merkwaardig met het oog op de geschiedenis<br />
der zeden’. Hij karakteriseerde het handschrift tenslotte als een ‘Nieuwe aanwinst’<br />
(Huet 1886:52, nr 61). Pas ruim een eeuw later (in 1988) zou Bostoens<br />
nieuwsgierigheid door Huets opmerkingen zozeer geprikkeld worden dat hij<br />
als eerste nader onderzoek deed naar dit handschrift.<br />
Zo ‘nieuw’ als die aanwinst door Huet werd beschreven, kan ze nooit<br />
zijn geweest, want de bundel was al veel eerder dan 1886 (het jaar van<br />
Huets Catalogue) in de voorganger van de Bibliothèque Nationale, namelijk<br />
de Bibliothèque Impériale, aanwezig. De Belgische historicus Émile de<br />
Borchgrave beschreef namelijk in 1869 zeer beknopt 93 Nederlandse handschriften<br />
in de Bibliothèque Impériale, namelijk de nommers 4702 tot en met<br />
4794, en beschreef daarbij en passant onder nommer 4761 de ‘Poésies diverses<br />
de Laurens van Elsland’ (De Borchgrave 1869:144). Hoe de signatuur toen<br />
voluit luidde, vinden we nog steeds weergegeven op het huidige titelblad<br />
in de rechterbovenhoek, namelijk: ‘Fonds étranger Néerlandais no 4761’.<br />
Het is de vraag hoe en wanneer precies het handschrift in de Bibliothèque<br />
Impériale is terechtgekomen. Er is een goede kans dat Van Elstlands werk<br />
deel uitmaakte van de collectie Van der Lely, die in 1812 door de gebroeders<br />
Van Cleef tegen een verdacht zacht prijsje aan de Parijse keizerlijke bibliotheek<br />
werd overgedaan. 66 Als die veronderstelling juist is, dan berustte ons<br />
handschrift al sinds 1813 te Parijs. Dat de situatie zo onduidelijk is, is voor<br />
een groot deel te wijten aan de kleurrijke Parijse bibliofiel-pur-sang, tevens<br />
bibliothecaris van Brugse afkomst, Joseph Basile Bernard van Praët (1754-<br />
1837), de oudste zoon van de Brugse boekhandelaar Joseph-Ignace van Praet<br />
(1724-1792). Joseph-Basile die zijn hele leven vrijgezel is gebleven, verliet zijn<br />
vaderstad uiterlijk in 1779 om aan de slag te gaan bij de Parijse boekhandel<br />
van Nicolas Desaint in de Rue Saint-Jacques en daarna in de boekhandel<br />
van Guillaume de Bure werkzaam te zijn. 67 Vanaf 1781 begon zijn loopbaan<br />
als bibliograaf, eerst bij Louis César de La Baume-le-Blanc, hertog van La<br />
Vallière (1708-1780), wiens auctiecatalogus hij hielp samenstellen (zie Bure<br />
(fils ainé) 1783), vervolgens bij koningin Marie-Antoinette en vanaf 1784 bij<br />
de Bibliothèque Royale waar hij conservator oude drukken werd. Gezien<br />
deze achtergrond is het niet verwonderlijk dat hij in augustus 1793 werd aangeklaagd<br />
als ‘aristocrate’, waarop hij zich een tijdje moest schuilhouden (Van<br />
den Abeele 1996:128-9, 1997:206-7). Daarna overleefde hij alle politieke strubbelingen<br />
zonder kleerscheuren en zette zijn carrière ongestoord voort als<br />
66 Zie over deze kwestie Bostoen 1994:154-63.<br />
67 Het meest uitvoerig over de achtergrond en de revolutionaire carrière van Van Praët is Van<br />
Biervliet 2004:48-53.