Sample chapter - kitlv
Sample chapter - kitlv
Sample chapter - kitlv
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Inleiding 19<br />
relatie geen standhoudt wanneer een man zijn verloofde of echtgenote in<br />
patria achterlaat. Voorts kon het kennis maken met typisch ‘Indische’ vormen<br />
van bedrog. Trouwens andere – meer direct relevante – thema’s van<br />
Van Elstland, zoals toverij en omgang met de duivel, waren toen bij het<br />
thuisfront in de mode, vooral vanwege de controverses rond geschriften als<br />
De betoverde wereld (1691) van Balthasar Bekker. De klucht kan bovendien<br />
speciaal aantrekkelijk zijn geweest voor een Haarlems publiek vanwege de<br />
herkenbare locaties (de tuchthuisbuurt waar Jan woont, de kroeg De Bonte<br />
Molen) en de personen (Jan Fack, Hanske Stoffels, Jan Verfalje, meester Joost<br />
de Coge, Piet Uyen) die erin werden genoemd. Ook de verwijzingen naar het<br />
beleg van Haarlem en zijn gevolgen, de uitlatingen over het kantwerk en de<br />
toespelingen op krantennieuws, dat Haarlemmers onmiddellijk zullen hebben<br />
verstaan als nieuws uit de Oprechte Haerlemsche Courant, waren voor dit<br />
publiek zeer herkenbaar.<br />
Bij de kwestie of het stuk bedoeld was voor een Indisch publiek, dan wel<br />
voor een publiek in Holland, kan ook naar het taalgebruik van bepaalde personages<br />
worden gekeken. Een publiek in patria zal namelijk meteen hebben<br />
vastgesteld dat het taalgebruik van de ‘Noorse’ kwakzalfster niet klopte. Stijn<br />
praatte geen revelduits of kromtaal terwijl geregelde theaterbezoekers eraan<br />
gewend waren dat kwakzalvers verbasterd Duits of potjeslatijn praatten.<br />
Was de auteur soms niet bij machte dergelijke kromtaal op papier te zetten of<br />
wilde hij duidelijk maken dat Stijn helemaal niet uit Noorwegen kwam en dat<br />
ze haar hele voorgeschiedenis bij elkaar loog? Dit klemt des te meer omdat<br />
de auteur in het geval van het personage Goosen (die als enige personage<br />
jaren in Indië heeft gezeten) wel probeerde tot een realistisch taalgebruik te<br />
komen. Van Elstland legt hem namelijk als enige woorden en uitdrukkingen<br />
van Maleise herkomst in de mond. Dat is dus wel zo consequent en realistisch.<br />
Zo zegt Goosen over een sukkel die aan de drank raakt, dat hij loopt:<br />
‘de Coolwagen trecken’ (vers 526). Wanneer dezelfde zich negatief uitlaat<br />
over de Aziaten, zegt hij dat ze niets anders kunnen dan achter de vrouwtjes<br />
aanzitten, dat heet bij hem: ‘pagger springen’ (vers 828). Bedrog toegepast<br />
door de onderkoopman die overjarige pinda’s laat glimmen door die met<br />
vet te bewerken, luidt in Goosens woorden: ‘de smeerpuds doet de kadjang<br />
vetten’ (vers 991). De vraag is of dit Indische taalgebruik in de zeventiende<br />
eeuw in Holland wel algemeen begrepen werd. Misschien is het toch niet zo<br />
gek om te stellen dat de auteur in de eerste plaats een publiek in Batavia op<br />
het oog had, maar dat hij van meet af aan ook dacht aan een Hollands – in<br />
het bijzonder een Haarlems – publiek van familie, vrienden en kennissen uit<br />
rederijkerskringen. Jammer dat er tot nu toe niets bekend is over eventuele<br />
opvoeringen van Jan onder de deecken in Indië, noch in Holland.