Sample chapter - kitlv
Sample chapter - kitlv
Sample chapter - kitlv
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Inleiding 17<br />
hen die dit gerucht verspreiden, van achterklap te beschuldigen, terwijl ze<br />
wel degelijk scharrelt met een vroeger liefje (vers 1-115), scheldende vrouwen<br />
die handgemeen raken op het toneel (vers 393-436), de echtgenote die<br />
voor haar minnaar een list bedenkt, namelijk ze zal hem laten weten of de<br />
kust al dan niet veilig is door stokjes met een afgesproken kleur in het raam<br />
te zetten, dezelfde listige echtgenote raadt haar minnaar bovendien aan om<br />
vriendschap met haar echtgenoot te sluiten om zo vrij toegang tot haar huis<br />
te krijgen (vers 438-695, 979-87), de oudere drinkebroer die bij het verlaten<br />
van de kroeg een paradoxale lofzang op de brandewijn houdt (vers 727-55),<br />
de kwakzalfster die haar cliënt zijn linkerschoen laat uittrekken, vervolgens<br />
vaststelt dat hij een slecht huwelijk heeft en dat hij liever in de kroeg zit dan<br />
bij zijn vrouw, waardoor ze hem overtuigt van haar kwaliteiten als waarzegster<br />
(vers 1170-8), de dagdromerij van een man over zijn toekomstige rijkdom<br />
(vers 1288-314), de hele toverscène met een echtpaar dat een notoir slecht<br />
huwelijk heeft en verstijfd van angst voor de duivel onder één deken ligt, terwijl<br />
de kwakzalfster er met het goud en zilver vandoor gaat (vers 1427-528),<br />
de ruzie die het echtpaar nadien maakt, waarbij de man zich opwindt over<br />
het feit dat zijn vrouw een minnaar heeft en de vrouw de stommiteiten van<br />
haar man breed gaat uitmeten, omdat hij zich heeft laten bedotten door een<br />
kwakzalfster, de buurvrouw die zich bescheurt bij het horen van het relaas<br />
over het optreden van de kwakzalfster (vers 1607-756) enzovoorts.<br />
Tegenover deze traditionele kluchtelementen staat stof die toen vermoedelijk<br />
voor het eerst in een Nederlandse klucht ter sprake kwam. Het gaat om<br />
de Indische en Kaapse stof die in de monologen te vinden is. Ruim een kwart<br />
van het aantal verzen is aan Indische toestanden gewijd. Die passages hebben<br />
geen organisch verband met de intrige, ze zijn onnodig voor de ontwikkeling<br />
ervan en vloeien er evenmin uit voort. Het ‘liaison des scènes’-principe van<br />
het classicisme dat vanuit Frankrijk in het laatste kwart van de zeventiende<br />
eeuw opgeld deed op de Amsterdamse Schouwburg, heeft Van Elstland in<br />
elk geval niet toegepast. Die monologen dreigen enerzijds de toeschouwer<br />
het zicht op de intrige te benemen en ze geven de klucht praktisch de lengte<br />
van een blijspel, maar anderzijds geven ze de acteurs de kans om op de zaal<br />
te spelen en een persoonlijk succes te behalen. Bij verwijdering van die monologen<br />
zou men slechts een doorsnee Nederlandse klucht overhouden, één van<br />
dertien in een dozijn. Dankzij het Indische element in de monologen bevat<br />
het stuk een bijzondere instructie voor het publiek. De kern ervan is dat Indië<br />
een uitweg biedt aan mensen met problemen hier in Holland. In het licht van<br />
de seksegeschiedenis is het bovendien interessant om vast te stellen dat een<br />
vrouw (Dieuwer) de positie van de vrouw in Indië weergeeft, terwijl een man<br />
(Goosen) het lot van een mannelijke Indiëganger verwoordt.<br />
Uit de mond van Dieuwer komen de volgende wetenswaardigheden:<br />
voor een ongetrouwde vrouw die een kind heeft gekregen, is in Indië een