02.06.2013 Views

pdf tekstversie De Liemers Zevenaar - Zuivelhistorie Nederland

pdf tekstversie De Liemers Zevenaar - Zuivelhistorie Nederland

pdf tekstversie De Liemers Zevenaar - Zuivelhistorie Nederland

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Het complex bestond uit een hoofdgebouw met woongedeelte en een los van het hoofdgebouw<br />

bestaand gedeelte, waarin zich bevonden: een bergplaats, ketelhuis, kolenhok, machinekamer<br />

waarin de stoommachine stond opgesteld en een schoorsteen van 12 meter hoog. Het hoofdgebouw<br />

van de zuivelfabriek bestond uit de volgende onderdelen: centrifugelokaal, kaaskamer,<br />

kaasdroogkamer, kantoor, karn- en boterlokaal, koelbakken, ontvangplaats voor de melkbussen,<br />

pekelbakken, regenbak, spoelplaats, washuis, ijshuis en zuurlokaal.<br />

Het woongedeelte zag er als volgt uit: gang, kamer, kelder, keuken, twee slaapkamers en een toilet.<br />

Omdat in de zuivelfabriek voor de beweegkracht een stoommachine was geïnstalleerd, moest<br />

men na het van kracht worden van de betreffende wet, voldoen aan hetgeen in de Stoomwet stond<br />

voorgeschreven, een wet van 15 april 1896, Staatsblad 69. <strong>De</strong> wet hield in de regeling van het<br />

toezicht op het gebruik van stoomtoestellen, waarbij in het algemeen voor het in werking brengen<br />

van een stoomtoestel een van overheidswege uitgereikte akte van vergunning was vereist, terwijl<br />

alle in gebruik zijnde stoomtoestellen met toebehoren aan een voortdurend toezicht van regeringswege<br />

waren onderworpen.<br />

Bovenstaande opsomming was de indeling van de zuivelfabriek. Er wordt nu nader ingegaan op<br />

de verschillende onderdelen van de zuivelfabriek. Allereerst de melkontvangstplaats waar de<br />

melkrijder twee maal daags zijn melkbussen, die hij had opgehaald bij de boerderijen, diende af<br />

te leveren. <strong>De</strong> ontvangstplaats had een afmeting van 6 bij 7 meter en het daaraan grenzend bordes,<br />

waarop de melkbussen vanaf de wagens werden geplaatst, was 1,5 bij 3 meter groot met aan<br />

beide uiteinden een trapje. Op deze plaats werd dus de melk in ontvangst genomen om daarna<br />

naar een melkbascule te worden gedragen waar men de melk woog. Daarna ging de melk in een<br />

melkontvangbak en de leeg gemaakte melkbussen werden in de spoelplaats (2 bij 11,40 meter)<br />

grondig gereinigd, en werden daarna geplaatst op een uitdruprek. Nadat de melkbussen geheel<br />

schoon en droog waren, werden zij bijvoorbeeld gevuld met wei, ondermelk of karnemelk. <strong>De</strong>ze<br />

"afvalvloeistoffen" van de zuivelbereiding, werden door de melkrijders weer teruggebracht naar<br />

de boerderijen van de melkveehouders, waar het diende als veevoer.<br />

In het centrifugelokaal (5 x 7 m) stonden de twee centrifuges opgesteld. Door middel van de centrifuge<br />

kon de room of het vet uit de melk worden gehaald en van de room kon boter worden gemaakt.<br />

Vervolgens werd de room na koeling in een roomzuurtank gebracht waar een zuursel<br />

werd toegevoegd, die ongewenste bacteriën te niet deed en de geur en smaak van de boter ten<br />

goede kwam. Dan werd de room gekarnd en ontstonden boterkorrels, die op de karnemelk gingen<br />

drijven. <strong>De</strong> karnemelk werd afgetapt en nadat de botermassa enige keren was gewassen, werd<br />

deze goed gekneed om de nog resterende vochtresten te verwijderen. Voor deze bewerkingen was<br />

de zuivelfabriek uitgerust met een zuurlokaal van 3 x 5 m, met in het lokaal 1 koelbak en een<br />

karn- en boterlokaal van 5 x 6 m, met daarin ook een koelbak.<br />

In de kaaskamer (6 x 7 m), waarin 2 pekelbakken stonden opgesteld werd de kaas bereid. Al<br />

naargelang de te bereiden kaassoort werd de melk op vetgehalte gecentrifugeerd. Daarna werd<br />

aan de melk een stremsel toegediend (welke stof voorkomt in de maag van nuchtere kalveren).<br />

Door ook nog zuursel toe te voegen verliep het stremmen beter. Het voordeel van het gebruik van<br />

zuursel was ook, dat het gebruik daarvan een gunstige invloed had op de smaak van de kaas en<br />

enigszins conserverend werkte. Na enige tijd was de melk geheel gestremd tot een brijige massa,<br />

Heruitgave zuivelhistorienederland.nl β versie 38 © A. Vetter

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!