pdf tekstversie De Liemers Zevenaar - Zuivelhistorie Nederland
pdf tekstversie De Liemers Zevenaar - Zuivelhistorie Nederland
pdf tekstversie De Liemers Zevenaar - Zuivelhistorie Nederland
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Inmiddels was de stoomzuivelfabriek niet alleen meer eigendom van Albert Wöhrmann, maar<br />
van de firma A. Wöhrmann en Zonen. <strong>De</strong> familie Wöhrmann had kennelijk het voornemen om<br />
zoveel mogelijk profijt te trekken van hun zuivelactiviteiten. En daarom besloten zij in augustus<br />
1929 het verouderde fabriekscomplex grotendeels te vervangen door een nieuwe zuivelfabriek,<br />
die voldeed aan de toen geldende eisen. Men ging zeer degelijk te werk; want een in die tijd gerenommeerd<br />
architect, in de industriële bouwkunde, werd aangezocht om het fabriekscomplex te<br />
ontwerpen. Het handelde hier om architect G. Feenstra te Amhem. Door deze architect zijn in de<br />
provincie Gelderland diverse zuivelfabrieken ontworpen en gebouwd. Onder andere de "Winterswijksche<br />
Coöperatieve Zuivelfabriek", die haar oude fabriek liet vervangen door een nieuwe zuivelfabriek<br />
welke in april 1943 in gebruik kon worden genomen.<br />
In 1920 had architect G. Feenstra te Amhem zijn bureau opgericht. Het bureau bestaat thans nog<br />
steeds te Arnhem aan de Eusebiusbuitensingel en is heden onder de naam "Feenstra Architekten<br />
en Ingenieurs" in de betreffende bouwwereld bekend. Het architectenbureau is een onafhankelijk,<br />
middelgroot bureau, dat al vele tientallen jaren actief is en tal van kleine en grote projecten heeft<br />
gerealiseerd voor vele opdrachtgevers in de verzorgende, dienstverlenende, commerciële en industriële<br />
sector.<br />
Onlangs, in 1998, heeft voornoemd architectenbureau het ontwerp gemaakt voor de bouw van<br />
een ecologische zuivelfabriek aan de Ampèrelaan te Drachten in de provincie Friesland. <strong>De</strong> opdrachtgever<br />
voor deze nieuwbouw was de Friese Ecologische Zuivel BV. (FEZ) te Drachten en<br />
men verwacht zo'n 70 tot 80 miljoen liter ecologische melk per jaar van boeren uit het Noorden<br />
van <strong>Nederland</strong> in de loop van de komende jaren te gaan verwerken. (Ter vergelijking: een 'gewone'<br />
zuivelfabriek heeft tegenwoordig al gauw een capaciteit van 200 miljoen liter per jaar). Friesland<br />
Coberco Dairy Foods heeft een belang van 33 procent in deze onderneming en de bedoeling<br />
is, dat men vanaf 1999 een eigen ecologische lijn van zuivelproducten op de markt brengt. Coberco<br />
Zuivel tekent voor de marketing, distributie en verkoop van de productielijn Coberco Natuur-<br />
Best, terwijl FEZ verantwoordelijk is voor de aanvoer van de melk en het productieproces.<br />
In het archief van het betreffende architectenbureau zijn onder andere nog de tekeningen uit 1929<br />
aanwezig van de zuivelfabriek in <strong>Zevenaar</strong>. Dat zijn onder andere een tekening, schaal 1:20 van<br />
de doorsneden van de kaasmakerij, het centrifugelokaal en de melkontvangst. Vervolgens tekeningen,<br />
schaal 1:100, waarop vermeldt staan een plattegrond, de gevels, de fundering, de riolering<br />
en de balklagen. Voorts nog een opgave van het "plan electrische installatie".<br />
<strong>De</strong> nieuwe zuivelfabriek was grotendeels onderkelderd en de langste gevel (aan de oostzijde) was<br />
30 m lang. Het bordes van de melkontvangst had toen een afmeting van 2 bij 8 m.<br />
Wanneer men de weg van de melk in vogelvlucht in de nieuwe fabriek volgde, dan zag dat er ongeveer<br />
als volgt uit. <strong>De</strong> aangevoerde melk liep uit op een ontvangbak naar een pomp, die de melk<br />
perste door een regeneratiefpasteur, welke pasteur zich bevond in het centrifugelokaal. In dit toestel<br />
werd de melk gepasteuriseercd en ook weer gedeeltelijk afgekoeld. Dan werd de melk gecentrifugeerd<br />
in de twee aanwezige centrifuges. <strong>De</strong> verkregen ondermelk werd vervolgens afgekoeld<br />
op een koeler en gepompt in een reservoir dat zich boven de spoelplaats bevond. <strong>De</strong> aftapkraan<br />
van dit reservoir was op de melkontvangst. <strong>De</strong> room liep in een roompasteur en werd daarin gepasteuriseerd,<br />
vervolgens afgekoeld en naar de roomzuurbassins gepompt, die in de botermakerij<br />
stond opgesteld. Ook kon men ondermelk, room en volle melk in de kaasbakken pompen, welke<br />
in de kaasmakerij aanwezig waren. In de kaasbakken bereidde men door toevoeging van verschil-<br />
Heruitgave zuivelhistorienederland.nl β versie 40 © A. Vetter