pdf tekstversie De Liemers Zevenaar - Zuivelhistorie Nederland
pdf tekstversie De Liemers Zevenaar - Zuivelhistorie Nederland
pdf tekstversie De Liemers Zevenaar - Zuivelhistorie Nederland
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
die dan in kleine blokjes werd gesneden; waarbij een vloeistof werd afgescheiden de zogenaamde<br />
wei. <strong>De</strong> ontstane massa werd ook wel wrongel genoemd. Wanneer alle wei uit de wrongel was<br />
verwijderd werd deze in de kaasvormen gedaan. Daarna gingen de kaasvormen of kaasvaten onder<br />
de kaaspers om de laatste resten wei te verwijderen. Na het persen werden de kazen uit de<br />
vormen gehaald en in een pekelbad gelegd, door de kazen daarin onder te dompelen waren ze beter<br />
bestand tegen ongewenste bacteriën en ontstond een pittige smaak. Na het pekelen werd de<br />
kaas gedroogd in de kaasdroogkamer (2,73 x 5 m) en daarna op rekken van planken gelegd om te<br />
rijpen.<br />
<strong>De</strong> "<strong>Zevenaar</strong>er Dampfmolkerei".<br />
In 1898 kwam de coöperatieve stoomzuivelfabriek "<strong>De</strong> Lijmers" in handen van de Duitse zakenman<br />
en zuiveldeskundige Albert Wöhrmann en de stoomzuivelfabriek kreeg toen de naam van<br />
"<strong>Zevenaar</strong>er Dampfmolkerei". <strong>De</strong> nieuwe eigenaar ging voortvarend te werk want in 1900 werd<br />
er al een nieuwe stoomketel geïnstalleerd.<br />
<strong>De</strong> timmerman A.W. Damen te <strong>Zevenaar</strong>, vroeg in 1911 een bouwvergunning aan bij de gemeente<br />
<strong>Zevenaar</strong> om namens en voor rekening van de heer Albert Wóhrmann, voor zijn boter- en<br />
kaasfabriek, een kaasmagazijn te mogen bouwen. <strong>De</strong> gemeente stemde in met de bouw van de<br />
bewaarplaats voor de geproduceerde kazen.<br />
Het begin van het pasteuriseren in 1922.<br />
Een belangrijk jaar voor de stoomzuivelfabriek was 1922. In dat jaar werd voor het eerst, sinds<br />
het bestaan van de fabriek, het pasteuriseren van melk ingevoerd. Voor dit doel had men 2 pasteurs<br />
en 1 regeneratiefapparaat aangeschaft. In de pasteurs werd de melk verhit tot de gewenste<br />
temperatuur. <strong>De</strong> verhitting geschiedde met stoom. Het regeneratiefapparaat diende om een deel<br />
van de voor het pasteuriseren toegevoegde warmte terug te winnen.<br />
In de machinekamer van de fabriek stond toen een stoommachine van 8 pk en als reserve een<br />
electromotor van 15 pk. <strong>De</strong> krachtoverbrenging van deze machines vond plaats met behulp van<br />
drijfriemen.<br />
In het jaar 1925, in de tijd dat P. Feenstra directeur was van de N.V. Stoomzuivelfabriek "<strong>Zevenaar</strong>",<br />
werd een autogarage op het terrein van de stoomzuivelfabriek aan de Molenstraat gebouwd.<br />
<strong>De</strong> architectuur was dezelfde als van de bestaande fabriek. Het gebouwtje was 10 m<br />
breed en 8 m diep, en voorzien van drie garagedeuren voor het plaatsen van even zoveel auto's.<br />
Achter de middelste garagedeur was in de vloer een smeerkuil aangebracht. <strong>De</strong> bouwtekening 1 :<br />
50 "Plan autogarage", was getekend door de architect L. Rutten te <strong>Zevenaar</strong>.<br />
In april van het jaar 1929 kwam men in het bezit van het perceel land, dat de fabriek scheidde van<br />
de Molenstraat. <strong>De</strong> bedoeling van deze aankoop was voornamelijk om een betere inrij en uitweg<br />
mogelijk te maken. <strong>De</strong> betere inrij bevorderde niet alleen de vlotte aanvoer van de melk, door de<br />
melkrijders, naar de fabriek; maar voorkwam ook verkeersopstoppingen op de Molenstraat.<br />
Een geheel nieuwe zuivelfabriek in 1929.<br />
Heruitgave zuivelhistorienederland.nl β versie 39 © A. Vetter