RECHTBANKEN VAN EERSTE AANLEG - De Tijd
RECHTBANKEN VAN EERSTE AANLEG - De Tijd
RECHTBANKEN VAN EERSTE AANLEG - De Tijd
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
van instaatstelling slechts gewezen op verzoek. In geval van een schriftelijk verzoek<br />
op de inleidingszitting wordt een beschikking gewezen zes weken later. In de andere<br />
gevallen wordt van elk verzoek kennis gegeven en wordt toepassing gemaakt van<br />
artikel 747, §2 Ger. W. <strong>De</strong> vaststellingen voor pleidooien in een minnelijke of<br />
rechterlijke kalender worden slechts voor een duur van tien minuten toegekend. Op<br />
de terechtzitting die binnen de 15 dagen na het einde van de laatste termijn wordt<br />
vastgesteld, zijn beknopte debatten mogelijk die tevens gelegenheid bieden in<br />
voorkomend geval kleine incidenten te regelen. In de meeste gevallen wordt de zaak<br />
tijdens de zitting die tien minuten duurt uitgedeeld en voor de gepaste duur binnen<br />
de drie maanden vastgesteld voor een pleitkamer. Minnelijke instaatstellingen wegens<br />
niet betwist achtereenvolgend uitstel, monden uit in gelijkaardige fixaties. <strong>De</strong><br />
rechters zijn unaniem dat die bepalingen voldoening geven. Wat het administratieve<br />
werk voor de griffie betreft, meldt de hoofdgriffier dat het aantal kennisgevingen<br />
vanwege de verveelvuldiging van kalenders vrijwel is verdubbeld sinds de<br />
inwerkingtreding van de wet.<br />
- Aanwending van formulieren om partijen toe te laten de agenda vast te leggen,<br />
agenda die dan bekrachtigd wordt met het verlenen van een pleitdatum. Bij gebreke<br />
aan akkoord hieromtrent of bij gebreke aan gezamenlijk verzoek tot verzending naar<br />
de rol wordt de zaak onbepaald uitgesteld, waarna er na verloop van vier weken zelf<br />
een agenda bepaald wordt of het later akkoord bekrachtigd wordt.<br />
- Wanneer gedingpartijen op de inleidingszitting geen akkoord hebben bereikt (rol –<br />
uitstel – termijnen), worden de zaken naar de wachtrol verwezen voor instaatstelling<br />
(1 maand opmerkingen – 6 weken beschikking termijnen + rechtsdag). Met akkoord<br />
van alle gedingspartijen kan ook nog rolverwijzing. Op de inleidingszitting worden<br />
eventuele akkoorden omtrent de conclusietermijnen geakteerd en wordt vervolgens<br />
vaststelling verleend op de eerst nuttige vrije zitting van een pleitkamer. Indien er<br />
geen akkoord is of één van de partijen niet verschijnt, wordt de zaak verzonden naar<br />
de wachtrol van een pleitkamer voor kalenderregeling binnen de 6 weken. In<br />
onderling akkoord kunnen partijen ook verzending naar de A.R. vragen; deze<br />
handelwijze begint meer en meer ingang te vinden; het nadeel van deze handelwijze<br />
voor partijen bestaat er wel in dat, wanneer zij nadien vaststelling vragen wanneer de<br />
zaak in staat is, de vaststellingstermijn veel langer is dan onder de vroegere regeling.<br />
Een paar rechtbanken zien een verschillende toepassing van kamer tot kamer:<br />
- In het rechtsgebied werden die uiteenlopende interpretaties onderzocht en besproken<br />
tijdens verschillende overlegvergaderingen, met het oog op uniforme good practices,<br />
waardoor de (kleinere) verschillen die tussen sommige kamers blijven bestaan,<br />
konden worden verminderd (zij het niet volledig weggewerkt). In dat verband mag<br />
niet worden vergeten dat de wetsinterpretatie onder de rechtsprekende functie valt<br />
en dat elke rechter op dat vlak onafhankelijk is, zodat het niet mogelijk is om de<br />
rechters een gemeenschappelijke interpretatie op te leggen van bovenaf …<br />
- In de meeste kamers dient op zijn minst één partij dit te vragen. In sommige kamers<br />
wordt tot instaatstelling overgegaan wanneer niemand verschijnt. In sommige<br />
gevallen wordt er gewacht op mogelijke opmerkingen van de tegenpartij, in andere<br />
niet en komt zelfs zeer snel een beschikking tot stand.<br />
<strong>De</strong> overgrote meerderheid is van oordeel dat de interpretatie uniform is en de<br />
toepassing dus niet verschilt van kamer tot kamer. Dit werd bereikt door:<br />
- Overleg + de vaststellingen op de diverse kamers gebeurt tijdelijk door de<br />
inleidingrechter.<br />
- Via voorbereidende vergaderingen een consensus te bereiken omtrent de toepassing<br />
ervan. <strong>De</strong> wet wordt zoveel mogelijk gevolgd.<br />
- Afspraak te maken onder rechters en modelformulieren op te maken (zie bijlage).<br />
<strong>De</strong>ze gegevens worden wekelijks aangepast en een de balie/partijen meegedeeld.<br />
- Voorafgaandelijk per sectie een overleg/werkvergadering te houden + er liggen ter<br />
griffie 3 soorten formulieren klaar om efficiënt te kunnen werken: 1) wanneer partijen<br />
Vraag 2 Pagina 2 van 11