RECHTBANKEN VAN EERSTE AANLEG - De Tijd
RECHTBANKEN VAN EERSTE AANLEG - De Tijd
RECHTBANKEN VAN EERSTE AANLEG - De Tijd
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
3. Bij stilzwijgen van één partij of van alle partijen dient een gerechtelijke<br />
instaatstelling te gebeuren, met bepaling van een pleitzitting uiterlijk drie maanden na de<br />
laatste conclusietermijn. Is de vrees reëel dat er daardoor gedeeltelijk blanco<br />
pleitzittingen ontstaan, waardoor de gerechtelijke achterstand zou vergroten? Is het in de<br />
praktijk mogelijk dit op te vangen ? (art. 747, § 2, Ger. W.)<br />
<strong>RECHTBANKEN</strong> <strong>VAN</strong> <strong>EERSTE</strong> <strong>AANLEG</strong><br />
Een kleine minderheid stelt dat er geen vrees is voor gedeeltelijk blanco zittingen:<br />
- <strong>De</strong> kans lijkt quasi onbestaande. Iedere partij ontvangt een kopie van de beschikking<br />
dagstelling. Wanneer geen der partijen zich aan een instaatstelling wenst te houden<br />
zullen zij het niet zo ver laten komen en om verzending naar de rol verzoeken vóór<br />
de beschikking wordt verleend. In het andere geval zal iedereen gewoon de bevolen<br />
conclusietermijnen volgen. Bovendien lijkt het mij dat een partij niet het risico zal<br />
nemen dat op de pleitdatum een op tegenspraak gewezen vonnis tegen haar wordt<br />
verleend wanneer toch één der partijen op de zitting verschijnt.<br />
- Geen blanco zittingen omdat er steeds op elke zitting wordt gedagsteld. Er zijn dus op<br />
elke zitting zaken gefixeerd zowel na minnelijk verzoek als bij gerechtelijke bepaling.<br />
- Geen enkel gevaar. Hoewel de advocaten een vrij precieze pleitduur vragen, is het<br />
maar moeilijk om een rechtsdag binnen de drie maanden vast te leggen omdat de<br />
zittingen vol zitten. Er moet “in overtal” worden vastgesteld. Voorbeeld: een zitting<br />
duurt over het algemeen 180 minuten (maar vaak langer), een beschikking van<br />
“gedwongen” rechtsdagbepaling wegens stilzwijgen van de partijen moet een<br />
pleitduur vermelden: uiteindelijk zou men tot een situatie met overvolle zittingen<br />
komen : problemen inzake het beheer. Of dan zou het een “relaisdatum” zijn voor<br />
één minuut.<br />
<strong>De</strong> meerderheid stelt dat er wel vrees is voor gedeeltelijk blanco zittingen.<br />
- Voor zover de rechter verplicht wordt om systematisch een pleitzitting vast te stellen,<br />
zelfs indien de partijen niets vragen.. Om dat gevaar te beperken, hebben wij<br />
afgesproken om in dergelijke hypothesegevallen slechts een korte en forfaitaire duur<br />
voor te behouden voor de behandeling van die zaken. Maar de grote meerderheid van<br />
de rechters is voldoende gemotiveerd en verantwoordelijk om te onnodig tijdverlies te<br />
vermijden, en aangezien hun zittingen over het algemeen overbelast zijn gaat het in<br />
werkelijkheid om een zeer theoretische kans.<br />
- Ik zie niet in hoe dit binnen het huidige systeem zou kunnen worden opgevangen.<br />
- Door de instaatstelling te organiseren wanneer er niemand verschijnt, zullen een<br />
groot aantal zaken worden vastgesteld die nooit zullen worden behandeld. Men mag<br />
niet uit het oog verliezen dat in een groot aantal zaken, na de inleiding, geen<br />
vaststelling meer wordt aangevraagd., omdat de zaak bv. geregeld is, er een akkoord<br />
is, enz. Door deze zaken in staat te stellen creëert men fictieve vastgestelde zaken.<br />
Daarom gebeurt de toepassing van art. 747Ger. W., in de meeste gevallen, alleen op<br />
verzoek van minstens één partij.<br />
- Voor zover over het algemeen de nodige pleitduur niet gekend is, en zelfs indien de<br />
partijen echt de intentie hebben te pleiten. <strong>De</strong> ambtshalve kalender die “bij gebrek<br />
aan strijdende partijen” op de inleidingszitting wordt vastgesteld is conform het<br />
voorschrift van de wet maar geeft aanleiding tot controverse (zie daarover het<br />
colloquium dat plaatsvond in Luik). Wanneer de omstandigheden voor een<br />
ambtshalve instaatstelling verenigd zijn, stuurt de griffie de partijen (of advocaten)<br />
een briefe met het verzoek hun opmerkingen binnen de wettelijke termijn te doen<br />
gelden. <strong>De</strong> partijen hebben dan de gelegenheid om hun standpunt over de vraag of<br />
het opportuun is een pleitzitting vast te stellen, mee te delen. Indien de partijen het<br />
Vraag 3 Pagina 1 van 7