RECHTBANKEN VAN EERSTE AANLEG - De Tijd
RECHTBANKEN VAN EERSTE AANLEG - De Tijd
RECHTBANKEN VAN EERSTE AANLEG - De Tijd
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Enkele hoven menen dat er in sommige gevallen geen impact is:<br />
- Heeft niets veranderd omdat de kalender voor instaatstelling opgemaakt wordt<br />
volgens de beschikbare pleitdatum.<br />
- Er is voorbehoud over het langetermijneffect dat neutraal zou kunnen blijken.<br />
Ook menen enkele hoven dat het momenteel eigenlijk nog te vroeg is voor een<br />
betrouwbare evaluatie.<br />
Tot slot wordt de suggestie gedaan (wetgevende oplossing) om de verplichte<br />
procedurekalender op de inleidingzitting voor te behouden voor die zaken waar minstens<br />
één der partijen hierom verzoekt.<br />
ARBEIDSHOVEN<br />
Twee arbeidshoven zijn van oordeel dat de termijn werd verlengd:<br />
- Omdat a) partijen geneigd zijn uit voorzorg langere en meer conclusietermijnen te<br />
vragen dan uiteindelijk nodig zal blijken, b) door de onmiddellijke vaststelling van de<br />
meeste zaken via de procedurekalender, de zittingen sneller opgevuld raken (een<br />
eerste proef in een arbeidshof heeft uitgewezen dat de vaststellingen met +/-50%<br />
zijn vermeerderd) en men dus noodzakelijk verder in de tijd zal zitten voor het<br />
vaststellen van zaken.<br />
- Heeft te maken met de problemen van de raadslui van de partijen om de kalenders te<br />
beheren. Dat lijkt een doorslaggevend feit te zijn, want indien het zou worden<br />
uitgeschakeld zou het hof de stroom van dossiers beheren en zouden zodoende de<br />
termijnen concreet korter worden.<br />
Eén hof antwoordde dat de termijn wordt verkort omdat enkel wanneer alle partijen<br />
vragen dat een zaak niet behandeld of niet gefixeerd wordt zij meester zijn over de zaak.<br />
In alle andere gevallen is de rechter en de griffier verplicht de nieuwe wetsbepalingen toe<br />
te passen, nl. de bekrachtiging van het akkoord van partijen of de rechterlijke<br />
instaatstelling, waardoor een uitspraak op een kortere termijn zal volgen.<br />
Twee hoven stellen dat het te vroeg is om nu al zinvol een evaluatie te maken van de<br />
nieuwe wet. Enerzijds wordt gesteld dat de meeste vaststellingen op de zittingen van<br />
september 2007 tot januari 2008 nog zijn gebeurd onder de oude wetgeving. Anderzijds<br />
wordt gesteld dat de analyse van de nieuwe wetgeving moet gebeuren volgens goed<br />
georganiseerde onderzoeken, waarbij drie assen voor een coherente prestatiemeting in<br />
aanmerking worden genomen: a) de aanpassing van de rechterlijke organisaties (bv.<br />
griffie van de rollen), b) de praktische oriënteringen, rekening houdend met de<br />
deontologische plichten, en c) een statistisch overzicht van de uitwerking van de nieuwe<br />
bepalingen.<br />
Ten slotte wordt door een hof vermoed dat, op lange termijn, de doorlooptijd zal<br />
verminderen, zij het dat in een eerste periode er door de samenloop van de klassieke<br />
rechtsdagbepalingen op grond van het vroeger vigerend recht en de rechtsdagbepaling<br />
onder de nieuwe wet een flessenhalseffect zal optreden.<br />
HOF <strong>VAN</strong> CASSATIE<br />
<strong>De</strong> procureur-generaal geeft hierover geen inlichtingen.<br />
Pagina 8 van 8