17.07.2013 Views

RECHTBANKEN VAN EERSTE AANLEG - De Tijd

RECHTBANKEN VAN EERSTE AANLEG - De Tijd

RECHTBANKEN VAN EERSTE AANLEG - De Tijd

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

6. Wanneer het vonnis dat de heropening van de debatten beveelt, voorziet in een zitting waarop<br />

de partijen worden gehoord en de zaak in beraad wordt genomen, kunnen partijen dan op die<br />

zitting nog nieuwe conclusietermijnen bekomen? Geeft dit aanleiding tot problemen? (art. 775<br />

Ger. W.)<br />

1. Sommige instanties zijn van oordeel dat dat probleem zich in de praktijk maar weinig zal<br />

voordoen, aangezien artikel 755 van het Gerechtelijk Wetboek luidt dat indien de heropening van<br />

de debatten wordt bevolen, de rechter de partijen vraagt om binnen de termijnen die hij vaststelt,<br />

op straffe dat deze ambtshalve uit de debatten worden geweerd, hun schriftelijke opmerkingen<br />

over het middel of het verweer ter rechtvaardiging, uit te wisselen en hem voor te leggen..<br />

Opgemerkt weze dat een instantie van oordeel is dat “het niet wenselijk is een conclusiekalender<br />

eenzijdig door de rechter te laten opstellen ingeval van heropening debatten.<br />

Hoe kan de rechter op dat moment weten hoeveel tijd partijen zullen nodig hebben om de zaak in<br />

staat te stellen, in het bijzonder in verhouding tot hoe snel zij voortgang willen maken met de<br />

procedure ?<br />

Moet de rechter lange termijnen voorzien omdat hij meent dat partijen wel wat tijd zullen nodig<br />

hebben om de gestelde vragen te beantwoorden ? Of moet hij korte termijnen voorzien omdat hij<br />

meent dat de zaak voor een of meerdere partijen eerder dringend is ?<br />

<strong>De</strong> partijen kennen het geschil en hun belangen daarbij best en enkel zij kunnen een afweging<br />

maken tussen de tijd die ze nodig hebben om op de vragen te antwoorden en de snelheid waarmee<br />

ze de procedure willen verder zetten.<br />

<strong>De</strong> mogelijkheid zou dan ook moeten bestaan om met de partijen te overleggen en hen inspraak te<br />

geven m.b.t. de kalender, bv. door de zaak op te roepen op een zitting kort na de uitspraak,<br />

waarbij toelichting kan worden gegeven bij de heropening en een kalender kan worden<br />

vastgelegd”.<br />

In dat verband moet worden gepreciseerd dat een instantie aangeeft dat sinds enkele jaren elk<br />

vonnis dat een beslissing tot heropening van de debatten inhoudt, een rechtsdag op een zeer<br />

nabije datum bepaalt, dat wil zeggen op vijftien dagen, bovenop de al vastgestelde zaken, om de<br />

tijdsduur van de rechtspleging binnen een kort tijdsbestek vast te leggen zodat het voor elke partij<br />

mogelijk wordt om zich uit te drukken over de vragen die door de rechter werden opgeworpen. Die<br />

praktijk bleef behouden in de nieuwe versie van artikel 775 Ger. W.<br />

2. Over de vraag in hoeverre de partijen het recht hebben om nieuwe conclusietermijnen te<br />

verkrijgen, zijn de meningen verdeeld.<br />

2.1 Sommigen zijn van mening dat de partijen geen nieuwe conclusietermijnen kunnen verkrijgen.<br />

Zij preciseren immers dat vermits de rechter krachtens art 775 Ger.W. zelf in het vonnis van<br />

heropening der debatten de termijnen bepaalt om opmerkingen over het middel of de verdediging<br />

ter rechtvaardiging uit te wisselen is er in beginsel geen reden meer om nogmaals op de zitting,<br />

waarop partijen (desgevallend) gehoord worden, nieuwe conclusietermijnen te bepalen.<br />

<strong>De</strong> wetgever heeft dit overigens juist willen vermijden door de termijnen van conclusiewisseling<br />

reeds te laten bepalen in het tussenvonnis dat de debatten heropent.<br />

En sommigen merken op dat de suggestie om artikel 775 van het Gerechtelijk Wetboek te herzien<br />

werd gedaan ‘om het beginsel van de tegenspraak en het beginsel van de besparing op het niveau<br />

van de rechtsplegingen te verzoenen (‘Justitiedialogen, geciteerd door J. ENGLEBERT, Le procès<br />

civil accéléré ?, Larcier 2007, p. 165). Bijgevolg zou het toekennen van nieuwe conclusietermijen in<br />

die context, ingaan tegen de ratio legis. <strong>De</strong> regel is bovendien dat er geen mondeling debat is,<br />

behalve indien dat bepaald is in de beslissing tot heropening van de debatten (G. DE LEVAL et V.<br />

GRELLA, o.c.p. 201).<br />

Evenwel geven zij die van oordeel zijn dat de partijen in principe op de terechtzitting geen nieuwe<br />

conclusietermijnen kunnen verkrijgen, toe dat nieuwe termijnen aan de partijen worden<br />

toegekend, onder meer :<br />

- wanneer de rechten van de verdediging met de voeten werden getreden.<br />

- wanneer een nieuw gegeven dat van kapitaal belang is in het dossier terechtkomt.<br />

- op het gezamenlijk verzoek van de raadslui, op verzoek van de partijen en van de<br />

vertegenwoordigers die het, met naleving van de procesloyauteit, noodzakelijk zouden achten<br />

overeen te komen over een uitstel met een nieuw tijdsverloop.<br />

Vraag 6 Pagina 1 van 2

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!