RECHTBANKEN VAN EERSTE AANLEG - De Tijd
RECHTBANKEN VAN EERSTE AANLEG - De Tijd
RECHTBANKEN VAN EERSTE AANLEG - De Tijd
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
de wet, zoals beschreven in het antwoord op de eerste vraag (onnodig vaststellen) te<br />
beteugenlen, en vormt een antwoord op de vrees voor blanco terechtzittingen<br />
aangezien enkel de pleiters die, op eenzijdig of gezamenlijk verzoek, een<br />
rechtsdagbepaling vragen, er een verkrijgen.<br />
- Er zijn inderdaad blanco zittingen, maar niet te wijten aan de gerechtelijke<br />
instaatstelling, maar wel als gevolg van het gezamenlijk akkoord van partijen tot<br />
langere conclusietermijnen.<br />
- Opvangen door in sommige kamers wat ruimte te laten om dringende zaken (bv. kort<br />
gedingen, zaken voor heropening der debatten of getuigenverhoor) te kunnen<br />
vaststellen. Immers door het feit dat bij rechterlijke instaatstelling de rechtsdag niet<br />
verder dan drie maand na de laatste conclusietermijn mag worden bepaald, kan men<br />
deze rechtsdagen laten aansluiten op de reeds volgeboekte zittingen en in functie<br />
daarvan de conclusietermijnen gelijkmatig spreiden vanaf deze rechtsdag min drie<br />
maand.<br />
Eén Hof is van oordeel dat het nog te vroeg is voor een antwoord op deze vraag.<br />
ARBEIDSHOVEN<br />
In één hof meent de voorzitter dat er geen vrees is voor gedeeltelijk blanco zittingen:<br />
nu het voorstel van de partijen ter bepaling van de conclusietermijnen primeert is de<br />
kans niet denkbeeldig dat dit achteraf aanleiding geeft tot wijzigingen. Dat dit zou leiden<br />
tot blanco zittingen is echter weinig waarschijnlijk, maar het kan toch een nefaste invloed<br />
hebben voor een optimale belasting van de zittingen, omdat niet steeds<br />
vervangingsdossiers voorhanden zijn en omdat van de instaatstelling overeenkomstig<br />
art. 750 Ger. W. steeds minder gebruik wordt gemaakt. <strong>De</strong> hoofdgriffier van hetzelfde<br />
hof daarentegen schat dat de kans op blanco zittingen wel reëel is.<br />
<strong>De</strong> andere hoven hebben wel degelijk vrees voor gedeeltelijk blanco zittingen. Men<br />
tracht deze echter zoveel mogelijk te vermijden door:<br />
- a) het aantal ambtshalve instaatstellingen zo laag mogelijk te houden, bv. door er bij<br />
de stafhouders op aan te dringen dat partijen zoveel mogelijk hun standpunt binnen<br />
de maand na de inleiding meedelen, b) wanneer partijen het hof steeds onmiddellijk<br />
inlichten zodra een zaak geregeld is of zou moeten uitgesteld worden. Men kan bij de<br />
stafhouders aandringen dat zij dit aan de advocaten van hun balie zouden vragen.<br />
- <strong>De</strong> verwijzing naar de rol ook op grond van een stilzwijgend akkoord van de partijen<br />
te aanvaarden. Maar zelfs als partijen uitdrukkelijk de rechtsdagbepaling aanvaard<br />
hebben kan niet worden uitgesloten dat zij achteraf een andere rechtsdagbepaling<br />
aanvragen. Eventuele blanco zittingen opvullen met zaken art. 750 Ger. W. is eerder<br />
utopisch, aangezien rechtsdagen overeenkomstig dit artikel nog maar weinig<br />
gevraagd worden. Aangezien meerdere kamers in het hof dezelfde materie<br />
behandelen, benut de eerste voorzitter wel de mogelijkheid om, ter gelegenheid van<br />
de bepaling van de rechtsdag, de zaak door middel van een beschikking alsnog naar<br />
een andere kamer te verwijzen, met het oog op een vroegere pleitdatum.<br />
HOF <strong>VAN</strong> CASSATIE<br />
<strong>De</strong> procureur-generaal stelt geen inlichtingen hierover te hebben.<br />
Vraag 3 Pagina 7 van 7