Onderwijskundig Leiderschap - DSpace at Open Universiteit
Onderwijskundig Leiderschap - DSpace at Open Universiteit
Onderwijskundig Leiderschap - DSpace at Open Universiteit
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Hoofdstuk 4 - Academische carrièreontwikkeling in het onderwijs<br />
onderwijs besta<strong>at</strong> d<strong>at</strong> vergelijkbaar is met het carrièreperspectief voor onderzoek.<br />
Volgens sommigen is een beperkende factor daarbij d<strong>at</strong> er in de academisch cultuur<br />
minder gewicht wordt toegekend aan onderwijs dan aan onderzoek.<br />
Werken in een academische setting vraagt initi<strong>at</strong>ief in twee kerntaken: onderzoek en<br />
onderwijs. Er zijn uitzonderingen. Binnen de academische medische omgeving komt<br />
daar bijvoorbeeld als kerntaak nog p<strong>at</strong>iëntenzorg bij. In theorie zijn deze kerntaken<br />
gelijkwaardig. Immers een academisch instelling ontleent zijn bestaansrecht zowel aan<br />
het doen van hoogwaardig onderzoek als aan het opleiden van een academisch<br />
geschoolde beroepsbevolking. Deze ogenschijnlijke gelijkwaardigheid is ook zichtbaar<br />
in de UFO-profielen (Universitair Functie Ordenen) zoals vastgesteld in de CAO van<br />
Nederlandse <strong>Universiteit</strong>en (VSNU 2012b). Voor de verschillende wetenschappelijke<br />
functies zijn er drie indelingscriteria, namelijk Onderwijs, Onderzoek en Organis<strong>at</strong>ie.<br />
Er zijn geen aanwijzingen in de UFO d<strong>at</strong> deze drie criteria niet gelijkwaardig zijn.<br />
Echter, wanneer een academisch werker werkelijk een academische carrière nastreeft,<br />
liggen de kaarten anders. Een academisch carrièreperspectief wordt voornamelijk (of<br />
uitsluitend) geboden, wanneer er uitzonderlijke inspanningen geleverd worden in het<br />
veld van onderzoek.<br />
Deze gang van zaken en onuitgesproken beleid wordt gereflecteerd in de<br />
beschrijvingen van de UFO-indelingscriteria. Om van UD2 te promoveren naar UD1<br />
moet een academisch werker op het gebied van onderwijs een stap maken van “het<br />
verzorgen van al ontwikkelde reguliere onderwijsonderdelen van het<br />
onderwijsprogramma” naar “het verzorgen van al ontwikkelde onderwijsonderdelen<br />
van het onderwijsprogramma, zorgen voor periodiek onderhoud van de toegewezen<br />
onderwijsonderdelen, en het signaleren van verbetermogelijkheden voor de<br />
toegewezen onderwijsonderdelen”. Alle academische werkers zullen deze stap binnen<br />
afzienbare tijd kunnen maken. Op het gebied van onderzoek is een veel grotere stap<br />
nodig, van (voor UD2) “het uitvoeren van onderzoek op basis van een reeds<br />
gedefinieerd en goedgekeurd onderzoeksvoorstel, ten behoeve van wetenschap,<br />
ma<strong>at</strong>schappij en – waar mogelijk - overheid en bedrijfsleven” naar (voor UD1)<br />
zelfstandig uitvoeren van onderzoek ten behoeve van wetenschap, ma<strong>at</strong>schappij en -<br />
waar mogelijk - overheid en bedrijfsleven, leveren van een bijdrage aan de verwerving<br />
van 2 e - en 3 e geldstroomfinanciering, en het inhoudelijk begeleiden van<br />
wetenschappelijk personeel bij de uitvoering van onderzoek”. Een bijkomstige<br />
moeilijkheid is d<strong>at</strong> het verwerven van 2 e- en 3 e geldstroomfinanciering tenminste voor<br />
een deel afhankelijk is van externe factoren waar de academisch werker geen invloed<br />
op kan hebben.<br />
Het is waar d<strong>at</strong> de UFO een functie Docent 1-4 heeft. Uit onze praktijk weten wij echter<br />
d<strong>at</strong> deze functie met name wordt onderhandeld met academici die zich meer<br />
Academisch Docent dan Academisch Onderzoeker voelen, of gebruikt wordt als “last<br />
resort” voor academisch werkers die aan het eind van hun carrière zijn en geen<br />
onderzoek meer doen. De functie Docent heeft alleen indelingscriteria voor Onderwijs<br />
en Organis<strong>at</strong>ie. Hoewel de functie Docent op het eerste gezicht misschien aan de vraag<br />
naar carrièreperspectief in onderwijs lijkt tegemoet te komen, blijken de<br />
- 35 -