Het jaarboek integriteit 2010 - BIOS
Het jaarboek integriteit 2010 - BIOS
Het jaarboek integriteit 2010 - BIOS
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
negatieve oriëntatie is niet noodzakelijk; ook is het<br />
niet nodig om naar het andere uiterste door te schieten<br />
en naïef algemeen altruïsme te veronderstellen.<br />
Bijvoorbeeld Martin geeft aan dat mensen in het werk<br />
egoïstische doelstellingen nastreven als inkomen, een<br />
leaseauto en status. Maar hij benadrukt dat mensen<br />
‘mixed motives’ hebben. [4] <strong>Het</strong> is een veel te grove<br />
simplificatie om te denken dat mensen alleen worden<br />
gedreven door hun eigenbelang. Mensen worden ook<br />
gemotiveerd door het goed uitoefenen van hun vak en<br />
door dit op een fatsoenlijke wijze te doen. De meeste<br />
mensen willen in hun werk als persoon serieus worden<br />
genomen, ze willen erkenning voor hun kennis en<br />
kunde, ze willen betrokken zijn bij de invulling van<br />
hun werk, ze willen een betekenisvolle bijdrage leveren<br />
en waardering krijgen voor de goede dingen die<br />
ze doen. Ze willen trots zijn op hun werk, trots zijn op<br />
wat ze daarin zelf bereiken.<br />
In de derde generatie <strong>integriteit</strong>sbeleid is de beroepstrots<br />
van ambtenaren een belangrijke motivator. Beroepstrots<br />
is iets anders dan werknemerstevredenheid.<br />
Je kunt al tevreden zijn als je leuke collega’s hebt,<br />
een begripvolle manager, een fatsoenlijk inkomen<br />
en genoeg vrije dagen. Tevredenheid is gebaseerd<br />
op subjectieve gevoelens, de standaarden voor deze<br />
gevoelens bepaal je helemaal zelf. ‘wie beroepstrots<br />
heeft, is terecht tevreden over zijn werk omdat het<br />
van belang en betekenis is, omdat het kwaliteit heeft,<br />
en deskundig en ‘naar eer en geweten’ is uitgevoerd [<br />
…] <strong>Het</strong> eigen gevoel over je werk wordt beantwoord<br />
door anderen met erkenning, ruimte en vertrouwen.<br />
Dit positieve antwoord motiveert enorm’. [5]<br />
Beroepstrots verwijst naar standaarden die je niet zelf<br />
verzint. De woorden zeggen het al, ze verwijzen naar<br />
het beroep, het werk zelf. wat dit werk inhoudt, wanneer<br />
dit goed werk is, dat bepaal je niet zelf. Voor-<br />
[4] M. Martin, 2000, Meaningful work. Rethinking profes<br />
sional ethics, New York: Oxford University Press.<br />
[5] T. Jansen e.a., 2009, Beroepstrots. Een ongekende<br />
kracht, Amsterdam: Boom: blz. 13.<br />
beelden van standaarden zijn de hierboven genoemde<br />
tien uitgangspunten. Door gebruik te maken van de<br />
beroepstrots van ambtenaren wordt een brug geslagen<br />
tussen het publieke belang en het zelfrespect van<br />
ambtenaren. Ambtenaren kunnen het antwoord op<br />
de vraag ‘wie ben ik en waar sta ik voor?’ mede geven<br />
door te verwijzen naar het werk dat zij als ambtenaar<br />
doen. wanneer dat lukt, werken zij toegewijd omdat<br />
zij ervaren dat hun werk aansluit bij wat zij belangrijk<br />
vinden. De tien uitgangspunten stellen dan niet zozeer<br />
grenzen aan het handelen van ambtenaren, maar<br />
verwoorden zin en betekenis van het ambtenaarschap.<br />
Door <strong>integriteit</strong> en beroepstrots met elkaar te verbinden<br />
ontstaat er ruimte om <strong>integriteit</strong> te zien als een<br />
regulatief ideaal, niet alleen als een moreel minimum.<br />
Integriteit is een nastrevenswaardig ideaal omdat<br />
zelfrespect en zelfwaardering op het spel staan. <strong>Het</strong><br />
is regulatief omdat met <strong>integriteit</strong> uitgangspunten<br />
worden verwoord die aangeven wat van ambtenaren<br />
wordt verwacht, wat goed werk inhoudt.<br />
Een belangrijke manier om de uitgangspunten van<br />
goed ambtenaarschap te verankeren is door een appèl<br />
te doen op de beroepstrots van de medewerkers.<br />
Om te beginnen door niet steeds opnieuw nadruk te<br />
leggen op regels en voorschriften. Natuurlijk blijven<br />
die nodig, met name voor al die ambtenaren die zich<br />
weinig gelegen laten liggen aan hun beroepstrots en<br />
zich alleen goed gedragen omdat voor hen minimumnormen<br />
gesteld en bewaakt worden. Een appèl op<br />
beroepstrots vereist echter een aanpak waarin ambtenaren<br />
worden behandeld als volwassen mensen die op<br />
een volwassen manier in hun werk staan. Eigen verantwoordelijkheid<br />
is hierbij het uitgangspunt. Daarbij<br />
is een cultuur van verantwoordelijkheid, waarin<br />
professionals elkaar ondersteunen en corrigeren door<br />
collegiale toetsing en consultatie, van groot belang.<br />
Hierbij moet het gesprek dan niet beperkt blijven tot<br />
die paar onderwerpen die er in de risicoanalyse uit<br />
springen, maar de discussie zou zich moeten richten<br />
78 JAARBOEK INTEGRITEIT <strong>2010</strong>