18.09.2013 Views

(2003) nummer 3 mei/juni - Nemesis

(2003) nummer 3 mei/juni - Nemesis

(2003) nummer 3 mei/juni - Nemesis

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

lijker beschrijving van de situatie in het<br />

betreffende land, aangegeven te worden<br />

onder welke voorwaarden vrou-<br />

Wenbesnijdenis een grond is voor asiel.<br />

Hierbij zou gekeken moeten worden<br />

naar de vlucht uit angst om zelf besneden<br />

te worden en de vlucht om te voorkomen<br />

dat kinderen besneden worden.<br />

Tevens beveelt de ACVZ aan hier nader<br />

onderzoek naar te doen voor een<br />

heldere standpuntbepaling zodat medewerkers<br />

van beslissende instanties<br />

hieraan een bruibaar kader voor beslissingen<br />

in individuele zaken hebben.<br />

Met betrekking tot het in tweede instantie<br />

doen van mededelingen omtrent<br />

traumatische gebeurtenissen in relatie<br />

tot art. 4:6 Awb is de ACVZ van mening<br />

dat ter zake van traumata, onder<br />

voorwaarden, ook na het geven van een<br />

eerste afwijzende beslissing alsnog de<br />

mogelijkheid zou dienen te worden geschapen<br />

om gegevens daarover bij een<br />

nieuwe beslissing te betrekken. De<br />

ACVZ pleit dan ook voor een aanvulling<br />

op het in hoofdstuk 14.2.2 Vc 2000<br />

vastgelegde traumatabeleid. Daarbij<br />

zou dienen te worden vastgelegd dat<br />

indien na een afwijzende beslissing<br />

niet eerder naar voren gebrachte feiten<br />

of omstandigheden worden gepresenteerd<br />

die zouden kunnen wijzen op het<br />

bestaan van een ernstig trauma, de betreffende<br />

eerdere beslissing voor heroverweging<br />

in aanmerking komt. Het<br />

is nog niet bekend wanneer het kabinetsstandpunt<br />

zal verschijnen.<br />

Vrouwenhandel<br />

Nr. 1598 (RN-kort)<br />

Gerechtshof Amsterdam<br />

9 april 2002<br />

Nr. 23-000980-01, LJN-m. AE4765<br />

Mrs. Boekwinkel, Schreuder, Van<br />

Breukelen-Van Aarnhem<br />

OM tegen X, verdachte<br />

Mensenhandel; schadevergoedingsmaatregel<br />

Aft. 250ter lid 1 onder 1 en 2 Sr.<br />

Het hof acht bewezen dat verdachte<br />

zich schuldig heeft gemaakt aan<br />

mensenhandel door twee of meer<br />

verenigde personen ten aanzien van<br />

in totaal tien slachtoffers. Daarnaast<br />

acht het hof bewezen dat verdachte<br />

zich schuldig heeft gemaakt aan verkrachting<br />

van een van de slachtoffers<br />

en aan overtreding van de Wet<br />

wapens en munitie.<br />

Ten aanzien van de op te leggen straf<br />

overweegt het hof onder meer dat<br />

WETGEVING<br />

verdachte de vrouwen naar Nederland<br />

heeft gehaald terwijl hij de werkelijke<br />

omstandigheden waaronder<br />

zij hier zouden verblijven voor hen<br />

heeft verzwegen. Eenmaal in Nederland<br />

werden de vrouwen onder toezicht<br />

gehouden en werd een aantal<br />

van hen voorgehouden dat zij een<br />

schuld hadden opgebouwd en opbouwden.<br />

Tevens heeft verdachte<br />

buitensporige werktijden en arbeidsomstandigheden<br />

voor de vrouwen<br />

bepaald. Bovendien werden zij<br />

verplicht een groot deel van, en soms<br />

al, hun verdiensten aan hem af te<br />

staan. Mede hierdoor werd het voor<br />

de betrokken vrouwen onmogelijk<br />

gemaakt ten aanzien van het uitoefenen<br />

van de prostitutie vrije keuzes te<br />

maken en zelfstandige beslissingen te<br />

nemen. Dit alles geschiedde in een<br />

sfeer van dreiging en geweld. Het gedrag<br />

van verdachte kan volgens het<br />

hof worden beschouwd als een stelselmatige<br />

onderdrukking, waaraan<br />

de betreffende vrouwen in Nederland<br />

ten prooi vielen, met welke onderdrukking<br />

klaarblijkelijk werd<br />

beoogd mogelijke weerstand van de<br />

vrouwen te breken en te voorkomen<br />

dat zij met de prostitutie zouden<br />

stoppen of voor zichzelf zouden gaan<br />

werken. Daarnaast heeft verdachte<br />

zich schuldig gemaakt aan verkrachting<br />

van een van de vrouwen. Hierdoor<br />

heeft hij de lichamelijke en<br />

geestelijke integriteit van het slachtoffer<br />

geschonden, hetgeen nadelige<br />

psychische gevolgen van mogelijk<br />

lange duur met zich meebrengt.<br />

X wordt veroordeeld tot een gevangenisstrafvan<br />

vijfjaar. De vordering<br />

tot schadevergoeding van een van de<br />

slachtoffers (het slachtoffer dat tevens<br />

is verkracht) wordt toegewezen<br />

voor een bedrag van 2269 euro, bij<br />

gebreke van betaling en verhaal te<br />

vervangen door vijftig dagen hechtenis.<br />

Nr. 1599 (RN-kort)<br />

Gerechtshof Leeuwarden<br />

9 april 2002<br />

Nr. 24-000828-01, UN AE 1230<br />

Mrs. Poelman, Koolschijn, Pennink<br />

OM tegen X, advocaat mr. Van der<br />

Velde<br />

Mensenhandel<br />

Art. 250ter Sr, art. 250bis Sr<br />

Het hof acht bewezen dat X zich<br />

schuldig heeft gemaakt aan mensenhandel<br />

(art. 250ter Sr voor de perio-<br />

de januari-september 2000 en 250a<br />

Sr voor de periode oktober 2000-<strong>juni</strong><br />

2001) ten aanzien van vier slachtoffers.<br />

Daarnaast heeft X zich schuldig<br />

gemaakt aan valsheid in geschrifte,<br />

bijstandsfraude en was hij in het<br />

bezit van wapens en munitie. Met betrekking<br />

tot de strafmotivering overweegt<br />

het hof dat X samen met anderen<br />

de betrokken vrouwen door<br />

misbruik van uit feitelijke verhoudingen<br />

voortvloeiend overwicht tot<br />

de (raam-)prostitutie heeft gebracht:<br />

'Alle <strong>mei</strong>sjes waren afkomstig uit<br />

Oost-Europa, een regio waarvan in<br />

het algemeen bekend is dat zij armoedig<br />

is en gekenmerkt wordt door<br />

een (zeer) lage levensstandaard. Een<br />

aantal - zó niet alle - <strong>mei</strong>sjes hadden<br />

dan ook reeds het besluit genomen in<br />

de seksindustrie te gaan werken, teneinde<br />

(veel) geld te verdienen en een<br />

beter bestaan op te bouwen. Verdachte<br />

en zijn mededader! s) hebben<br />

echter juist van deze situatie misbruik<br />

gemaakt.' Dit misbruik bestond<br />

daaruit dat verdachte(n) de<br />

betrokken vrouwen illegaal naar Nederland<br />

hadden gebracht en hen hier<br />

vervolgens onderdak verschaften,<br />

waarna zij door het gebruikmaken<br />

van hun feitelijke overwicht op de<br />

vrouwen (verstrekken van een vals<br />

paspoort, schulden, onder controle<br />

houden en bedreiging) hen hebben<br />

bewogen om te gaan en te blijven<br />

werken in de prostitutie. Een aantal<br />

van de vrouwen werd bovendien gedwongen<br />

praktisch al hun verdiensten<br />

uit de prostitutie aan de verdachte<br />

en zijn mededader(s) af te<br />

geven. X wordt veroordeeld tot een<br />

gevangenisstraf voor de duur van<br />

vier jaren.<br />

WETGEVING<br />

Aanwijzing huiselijk geweld<br />

Op 1 april <strong>2003</strong> treedt de Aanwijzing<br />

Huiselijk Geweld van het Openbaar<br />

Ministerie in werking (gepubliceerd<br />

in Stcrt. 27 maart <strong>2003</strong>). In deze aanwijzing<br />

wordt het beleid van OM en<br />

politie beschreven ten aanzien van de<br />

opsporing en vervolging van huiselijk<br />

geweld.<br />

(...)<br />

Achtergrond<br />

1. Begripsomschrijving<br />

Huiselijk geweld is geweld dat door iemand<br />

uit de huiselijke kring van het<br />

slachtoffer wordt gepleegd. Hieronder<br />

NEMESIS <strong>2003</strong> nr. 3 31

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!