18.09.2013 Views

(2003) nummer 3 mei/juni - Nemesis

(2003) nummer 3 mei/juni - Nemesis

(2003) nummer 3 mei/juni - Nemesis

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

treft, kan het echter uitkomst bieden. Naar mag worden<br />

aangenomen rustte de bewezenverklaring hier zwaarwegend<br />

op de verklaring van het slachtoffer afgelegd ten<br />

overstaan van de politie, waarop ook de rechter moest<br />

vertrouwen. De uitspraak vermeldt in ieder geval niets<br />

over de kwaliteit van het voor een bewezenverklaring<br />

noodzakelijke steunbewijs. Dat de zittingsrechter in zo'n<br />

geval de grootst mogelijke zekerheid zoekt en zich uit dien<br />

hoofde laat voorlichten over de geestelijke staat van het<br />

slachtoffer als potentiële getuige, is begrijpelijk en doet<br />

recht aan de verdedigingsbelangen.<br />

HR 9 april 2002 resp. HR 9 juli 2002 l0 : verwante<br />

kwesties<br />

De laatste twee te bespreken zaken staan wat los van de<br />

andere uitspraken. In beide zaken is de slachtoffergetuige<br />

ter zitting verschenen.<br />

Beletten van vragen<br />

In de zaak van 9 april ging het wederom om vermeende inbreuken<br />

op het ondervragingsrecht, nu in de vorm van het<br />

beletten van door de verdediging opgegeven vragen door<br />

de rechter. Beide vragen worden mijns inziens terecht niet<br />

van belang geacht voor de rechterlijke besluitvorming. Eén<br />

van de vragen - de als tweede opgegeven - komt in de<br />

ogen van de Hoge Raad niet eens voor antwoord in aanmerking<br />

en wordt afgedaan met een beroep op art. 81<br />

Wet RO. En terecht. De vraag of het slachtoffer in de regel<br />

pijn ondervindt ten tijde van de geslachtsgemeenschap<br />

is algemeen gesteld immers irrelevant voor het afgedwongen<br />

(lees: strafbare) karakter daarvan. Het toebrengen van<br />

pijn constitueert de verkrachting niet, dat doet de dwang.<br />

Hoewel niet uitgesloten is dat de dwang (mede) de vorm<br />

aan kan nemen van het bewust pijnigen van het slachtoffer,<br />

is haar specifieke fysieke conditie daarvoor geen constituerend<br />

gegeven.<br />

Ook de vraag naar het vaderschap van de door het slachtoffer<br />

geaborteerde vrucht is irrelevant voor de bewezenverklaring.<br />

De vraag ziet immers op de, na de vaststelling<br />

van de bewezenverklaring, te nemen beslissing over de<br />

vordering benadeelde partij. Maar ook in dat specifieke kader<br />

wordt de vraag irrelevant geacht: de abortus en de<br />

schade die het slachtoffer ten dien gevolge heeft ondervonden,<br />

staat immers in direct causaal verband met de<br />

verweten verkrachting. Niet het al dan niet ongewenste<br />

karakter van de zwangerschap staat ter beoordeling, maar<br />

de schade die de medische behandeling, als noodzakelijk<br />

gevolg van de verkrachting door verdachte, heeft toegebracht<br />

aan de vrucht.<br />

Openbaarheid in het geding<br />

In HR 9 juli 2002 wordt de motivering aangevochten waarmee<br />

de zittingsrechter tot driemaal toe de deuren heeft<br />

laten sluiten (art. 269 Sv). Wanneer het slachtoffer als getuige<br />

gaat verklaren over het seksueel misbruik door haar<br />

broer gelast het hof ambtshalve de sluiting van de deuren<br />

met een beroep op de waarheidsvinding. Blijkbaar acht<br />

men aannemelijk dat het slachtoffer in de beslotenheid van<br />

gesloten deuren vrijer zal verklaren. De tweede en derde<br />

sluiting worden niet nadrukkelijk gemotiveerd, maar betreffen<br />

een voortzetting van het verhoor van dezelfde<br />

10. N/B 2002, 76 resp. NJ8 2002, 123. Zie voor de uitspraken ook het katern<br />

van dit <strong>nummer</strong>, RN <strong>2003</strong>/3, 1589 en 1592.<br />

I GRENZEN AAN HET ONDERVRAGINGSRECHT RENÉE KOOL<br />

slachtoffergetuige. Niet nodig was opnieuw een uitdrukkelijke<br />

motivering daarvoor te geven, aldus de Hoge Raad.<br />

De noodzaak daartoe vloeide voort uit de eerste sluiting<br />

van de deuren.<br />

Gelet op het voorgaande mag een sluiting van de deuren<br />

worden beschouwd als een relatief beperkte inbreuk op<br />

de verdedigingsrechten. Daar waar dergelijke getuigenverhoren<br />

in de regel plaatsvinden in de beslotenheid van het<br />

kabinet van de rechter-commissaris vormt een sluiting van<br />

de deuren een aanvaardbare inbreuk op het recht op de<br />

externe openbaarheid.<br />

Evaluatie<br />

Wat leren de besproken uitspraken over de positie van<br />

het slachtoffer van seksueel geweld als (potentiële) getuige?<br />

Voor een deel brengt deze jurisprudentie bevestiging<br />

van het bestaande, namelijk dat het recht op een eerlijk<br />

strafproces niet absoluut is, maar moet worden afgewogen<br />

tegen andere in het spel zijnde belangen, in het bijzonder<br />

dat van de slachtoffergetuige. Dat standpunt is inmiddels<br />

genoegzaam bekend. Sinds de jaren tachtig van de<br />

vorige eeuw geldt dat de slachtoffergetuige in rechte geldende<br />

aanspraken heeft op bescherming van de persoonlijke<br />

levenssfeer, welke aanspraken worden afgewogen tegen<br />

de verdedigingsrechten en kunnen leiden tot<br />

beperkingen daarop. Met name waar het kwetsbare getuigen<br />

betreft zoals (minderjarige) slachtoffers van seksueel<br />

geweld worden soms vergaande uitzonderingen op de onmiddellijkheid<br />

toegestaan.<br />

Een ander uitgangspunt zou overigens maatschappelijk<br />

niet aanvaardbaar zijn, gelet op de huidige nadruk op de<br />

slachtofferbelangen en de aanspraken op bescherming<br />

daarvan vanwege de strafrechtspleging. Het slachtoffer is<br />

inmiddels een niette negeren (crimineel-)politieke factor<br />

geworden, hetgeen onder andere tot uitdrukking komt in<br />

een versterking van de traditioneel bescheiden processuele<br />

positie.'' Feitelijk ziet de strafrechtspleging zich bij de<br />

bewijsgaring in toenemende mate geconfronteerd met<br />

haar afhankelijkheid van de bereidheid van burgers hun<br />

medewerking te verlenen in de vorm van een getuigenverklaring.<br />

In toenemende mate blijkt het moderne slachtoffer<br />

daar niet zonder meer toe bereid te zijn en eist deze<br />

garanties voor de persoonlijke levenssfeer. Dit geldt zeker<br />

voor de bewijsvoering ter zake van delicten die uit hun<br />

aard al een forse inbreuk betekenen op de lichamelijke en<br />

geestelijke integriteit van het slachtoffer, zoals dat het geval<br />

is bij seksueel geweld.<br />

De bereidheid om dergelijke slachtoffers als getuigen te<br />

ontlasten en uit dien hoofde soms forse inbreuken toe te<br />

staan op de verdedigingsrechten is begrijpelijk. Tegelijkertijd<br />

draagt deze ontwikkeling een onoplosbare spanning in<br />

zich. Het primaire doel van het strafproces blijft immers<br />

het garanderen van een eerlijk strafproces voor de verdachte,<br />

daar vinden de belangen van slachtoffers - ook die<br />

van seksueel geweld - hun grens. Gelukkig is er in de praktijk<br />

met de nodige creativiteit nog heel wat mogelijk, zoals<br />

uit bovenstaande uitspraken blijkt.<br />

Renée Kool<br />

11. Zie ten deze het lezenswaardige boek van Hans Boutellier, De Veilig-<br />

heidsutopie, SWP 2002.<br />

72 NEMESIS <strong>2003</strong> nr. 3

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!