(2003) nummer 3 mei/juni - Nemesis
(2003) nummer 3 mei/juni - Nemesis
(2003) nummer 3 mei/juni - Nemesis
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
I VRIJWILLIGE<br />
het gekozen middel voldoet aan de vereisten van noodzakelijkheid<br />
en evenredigheid, gelet op de beschikbaarheid<br />
van andere middelen om de gewenste bescherming<br />
te waarborgen en de spanning met de<br />
uitgangspunten van de wetgeving. Tenslotte kan, zoals<br />
hierboven reeds beargumenteerd, ook de in art. 39 lid<br />
3 neergelegde rechtvaardigingsgrond - de openbare<br />
orde - niet worden ingeroepen.<br />
Conclusie<br />
Geconcludeerd moet worden dat het strafbaar stellen<br />
van vrijwillige werving van prostituees 'over de grens'<br />
terwijl dit binnen Nederland is toegestaan, in strijd is<br />
met het Gemeenschapsrecht. Nu prostitutie arbeid is<br />
dienen EU- onderdanen, ook met betrekking tot deze<br />
vorm van arbeid, gelijk behandeld te worden als nationale<br />
onderdanen. Het vrij verkeer van personen kan<br />
weliswaar beperkt worden in het kader van de openbare<br />
orde, openbare veiligheid en volksgezondheid maar<br />
die uitzonderingen dienen strikt te worden geïnterpreteerd.<br />
Zo kan het openbare orde voorbehoud niet worden<br />
ingeroepen om activiteiten te verbieden die ten<br />
aanzien van de eigen onderdanen wel worden toegestaan.<br />
Ook strafrechtelijke bepalingen mogen niet leiden<br />
tot discriminatie van personen aan wie het Gemeenschapsrecht<br />
het recht op gelijke behandeling<br />
toekent, noch de door het EG-recht gewaarborgde fundamentele<br />
vrijheden beperken.<br />
Hoewel het verbod op werving 'over de grens' niet direct<br />
discrimineert naar nationaliteit, belemmert het de<br />
toegang van onderdanen uit andere lidstaten tot de legale<br />
Nederlandse prostitutiemarkt en leidt het in zijn<br />
uitwerking tot een vorm van verkapte discriminatie<br />
naar nationaliteit. Daarbij moet worden opgemerkt dat<br />
het niet voldoende is - aldus het Hof - om te volstaan<br />
met het in de praktijk ten aanzien van EU-onderdanen<br />
33. Zie bijvoorbeeld HvJEG 4 april 1974, Commissie v. Frankrijk,<br />
zaak 167/73, Jur. 1974, p. 359, RV 1974, 37; HvJEG 15 oktober<br />
1986, Commissie v. Italië, zaak 168/85, Jur. 1986, p. 2945.<br />
34. MvT Conceptwetsvoorstel 9 juli 2002, p. 7.<br />
68<br />
WERVING EKE GERRITSMA EN MARJAN WIJERS<br />
gedogen dan wel buiten toepassing laten van naar nationaliteit<br />
discriminerende wetgeving, zoals momenteel<br />
in de praktijk gebeurt. De onzekerheid die dit voor<br />
EU-onderdanen met zich meebrengt over de omvang<br />
van hun rechten vormt op zich reeds een belemmering<br />
van het vrije verkeer. 33<br />
Het verbod op werving 'over de grens'<br />
belemmert de toegang van onderdanen<br />
uit andere lidstaten tot de legale<br />
Nederlandse prostitutiemarkt<br />
De vraag kan worden gesteld of indertijd bij de keuze<br />
dit verbod te handhaven ondanks de opheffing van het<br />
bordeel verbod, niet uitsluitend aan vrouwen uit bijvoorbeeld<br />
Thailand, Colombia of Polen is gedacht en<br />
niet aan EU-onderdanen. Het lijkt er op dat dit het geval<br />
was. Duidelijk is echter dat bij de nu voorgestelde<br />
wijziging van het Wetboek van Strafrecht naar aanleiding<br />
van het VN-Mensenhandelprotocol wel degelijk<br />
gedacht is aan EU-onderdanen en dat bewust gekozen<br />
is deze onder het verbod te (blijven) laten vallen. Zo<br />
vermeldt de memorie van toelichting bij het conceptwetsvoorstel<br />
'Het aanwerven van een persoon voor<br />
prostitutie uit het buitenland (ook de EU) is dus strafbaar'.<br />
34 Aan een mogelijke strijdigheid met het EGrecht<br />
lijkt opnieuw niet te zijn gedacht. Althans, daar<br />
wordt geen woord aan gewijd. Het is te hopen dat een<br />
van de adviesinstanties 35 die zich op dit moment over<br />
het conceptwetsvoorstel buigen deze kwestie alsnog<br />
aan de orde stelt. Zo niet, dan ligt hier nog een mooie<br />
kans voor een alert kamerlid tijdens de behandeling<br />
van het wetsvoorstel. En anders is het wachten op de<br />
eerste rechtszaak die hierover aangespannen wordt.<br />
35. Zo is het conceptwetsvoorstel bijvoorbeeld ter advies aan de Nationaal<br />
Rapporteur Mensenhandel gestuurd, brief van de Minister<br />
van Justitie van 15 oktober 2002, TK 2002-<strong>2003</strong>, 28 638, nr. 1, p. 2.<br />
NEMESIS <strong>2003</strong> nr. 3