(2003) nummer 3 mei/juni - Nemesis
(2003) nummer 3 mei/juni - Nemesis
(2003) nummer 3 mei/juni - Nemesis
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Economische<br />
activiteit of<br />
misdrijf?<br />
In 1994 werd het artikel over<br />
mensenhandel in het Wetboek<br />
van Strafrecht gewijzigd.<br />
Centraal in het nieuwe<br />
art. 250ter Sr stond het gebruik<br />
van dwang, misleiding<br />
of misbruik van overwicht<br />
om een ander in de prostitutie<br />
te brengen of te houden.<br />
In twee gevallen speelde<br />
dwang echter geen rol, namelijk<br />
in het geval van minderjarigen<br />
en in het geval van<br />
werving 'over de grens'. Bij<br />
de opheffing van het bordeelverbod<br />
ruim twee jaar geleden<br />
werd het oude art.<br />
250ter Sr omgezet in het<br />
nieuwe art. 250a Sr. Kern<br />
van de wetswijziging vormde<br />
de decriminalisering van<br />
vrijwillige vormen van werving<br />
en exploitatie van prostitutie.<br />
Desondanks werd,<br />
vrijwel zonder enig parlementair<br />
debat, het verbod op<br />
vrijwillige werving van prostituees<br />
in het buitenland ongewijzigd<br />
in het nieuwe artikel<br />
overgenomen. Vraag is<br />
echter of een dergelijk verbod,<br />
voorzover het EU-onderdanen<br />
betreft, verenigbaar<br />
is met het EG-recht. Die<br />
vraag is sinds kort weer actueel,<br />
nu als gevolg van internationale<br />
wetgeving het mensenhandelartikel<br />
opnieuw<br />
moet worden aangepast.<br />
ARTIKEL EKE GERRITSMA EN MARJAN WIJERS<br />
Eke Gerritsma is juridisch beleidsmedewerker bij FORUM,<br />
Instituut voor Multiculturele Ontwikkeling<br />
Marjan Wijers is juridisch beleidsmedewerker bij het Clara Wichmann Instituut<br />
Vrijwillige werving<br />
van prostituees<br />
over de grens<br />
In oktober 2000 werd een aantal belangrijke wetswijzigingen van kracht op het<br />
terrein van prostitutie en mensenhandel, beter bekend als de opheffing van het<br />
algemeen bordeelverbod. Doel van de wetswijziging was de decriminalisering<br />
van de exploitatie van vrijwillige prostitutie door volwassenen en tegelijkertijd<br />
het stellen van strengere en effectievere regels met betrekking tot gedwongen<br />
en illegale vormen van exploitatie van prostitutie. Mensenhandel en andere<br />
strafbare vormen van exploitatie van prostitutie worden aangepakt via het strafrecht,<br />
met name art. 250a Sr 1 , terwijl de regulering en normalisering van de prostitutiebranche<br />
vooral via een bestuursrechtelijke en arbeidsrechtelijke aanpak<br />
loopt.<br />
Consequentie van de decriminalisering van de seksindustrie is dat prostitutie juridisch<br />
gezien moet worden als arbeid. Wanneer vrijwillige prostitutie en de exploitatie<br />
daarvan worden gezien als werk, is een logisch gevolg dat vrijwillige<br />
werving van prostituees toegestaan wordt. Dat is echter niet onverkort het geval.<br />
Binnen Nederland is het zoeken naar een prostituee toegestaan. Aanwerving in<br />
Nederland is slechts dan strafbaar indien het gepaard gaat met dwang, misleiding<br />
of misbruik van overwicht. Ten aanzien van vrouwen in het buitenland is dit echter<br />
anders. 2 Art. 250a lid 1 sub 2 Sr stelt namelijk elk aanwerven over de grens<br />
strafbaar, ongeacht de wijze waarop dit gebeurt. Dit leidt tot een merkwaardige<br />
situatie. Zo kan een Belgische prostituee zonder problemen legaal in Nederland<br />
werken, maar is de Nederlandse exploitant die haar in België werft om in zijn<br />
bedrijf te komen werken voor de Nederlandse wet strafbaar, ook wanneer op<br />
geen enkele wijze sprake is van dwang, misleiding of uitbuiting. Dat is om meer<br />
dan één reden problematisch. Zoals ten tijde van de invoering van dit verbod in<br />
1994 al van verschillende kanten werd betoogd, is het laten vervallen van het<br />
dwangvereiste zodra daarbij een landsgrens wordt overschreden, strijdig met het<br />
uitgangspunt van de wet. Kern daarvan was (en is) immers de bestrijding van gedwongen<br />
vormen van werving en exploitatie. Daarnaast is het echter de vraag of<br />
een dergelijk verbod op vrijwillige werving over de grens verenigbaar is met het<br />
EG-recht.<br />
Hoewel deze vraag speelt sinds de invoering van dit sublid in het toenmalige art.<br />
250ter Sr in 1994, de voorloper van het huidige 250a Sr, 3 is ze recent weer actueel<br />
geworden als gevolg van de totstandkoming in november 2000 van het<br />
nieuwe VN-Protocol Mensenhandel, dat ook door Nederland is getekend. 4 Het<br />
nieuwe protocol verplicht tot strafbaarstelling van alle moderne vormen van sla-<br />
1. Voorheen werd mensenhandel strafbaar gesteld in art. 250ter Sr.<br />
2. We gebruiken hier het woord vrouwen omdat de meeste prostituees vrouwen zijn, maar natuurlijk<br />
werken er ook manne in de prostitutie.<br />
3. Tot 1994 beperkte art. 250ter Sr zich tot strafbaarstelling van de handel in vrouwen en minderjarigen<br />
van het mannelijk geslacht zonder nadere definitie. In 1994 werd art. 250ter (oud) Sr gemoderniseerd,<br />
van een delictsomschrijving voorzien en aangescherpt. Bij de opheffing van het bordeelverbod<br />
is art. 250ter Sr omgezet in het nieuwe art. 250a Sr. Bij die omzetting werd het oude lid<br />
1, sub 2 uit art. 250ter ongewijzigd overgenomen.<br />
4. Protocol inzake de preventie, bestrijding en bestraffing van mensenhandel, in het bijzonder vrouwenhandel<br />
en kinderhandel (Trb. 2001, 69) tot aanvulling van het Verdrag tegen transnationale georganiseerde<br />
misdaad (Trb. 2001, 68).<br />
NEMESIS <strong>2003</strong> nr. 3 63