(2003) nummer 3 mei/juni - Nemesis
(2003) nummer 3 mei/juni - Nemesis
(2003) nummer 3 mei/juni - Nemesis
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
lijk door het OM wordt gevraagd of het<br />
behoefte heeft aan een gesprek met de<br />
behandelend officier van justitie voorafgaand<br />
aan de behandeling ter zitting.<br />
Strafvordering<br />
In die zaken waarin door de gemandateerde<br />
parketsecretaris reeds een dagvaarding<br />
is uitgereikt gaat de officier<br />
na of de (geringe) ernst van het feit<br />
en/of de inhoud van het reclasseringsrapport<br />
aanleiding geven de zaak in te<br />
trekken en voorwaardelijk te seponeren<br />
met een proeftijd. Als bijzondere voorwaarde<br />
kan daarbij worden gesteld dat<br />
verdachte deelneemt aan een hulpverleningsvorm<br />
of reclasseringsbegeleiding<br />
en/of zich houdt aan een straat- of<br />
contactverbod.<br />
Indien de verdachte reeds is begonnen<br />
aan een training, cursus of behandeling,<br />
of bereid is daaraan mee te werken,<br />
kan een (deels) voorwaardelijke<br />
straf worden geëist met een proeftijd en<br />
de bijzondere voorwaarde van (verdere)<br />
deelname aan de hulpverleningsvorm<br />
en/of begeleiding door de reclassering.<br />
Tevens kan gevorderd worden<br />
dat de verdachte zich moet houden aan<br />
een straat of contactverbod.<br />
Wanneer gebleken is dat de verdachte<br />
niet in aanmerking komt voor daderhulpverlening<br />
richt het OM zich alleen<br />
op de normhandhaving en is het vorderen<br />
van een zwaardere vrijheidsstraf<br />
geïndiceerd.<br />
In huiselijk geweldzaken tussen samenlevende<br />
partners is het eisen van<br />
een geldboete ongewenst, omdat daarmee<br />
tevens het slachtoffer wordt getroffen.<br />
In andere gevallen is het eisen<br />
van een geldboete wel een optie.<br />
Executie<br />
1. Toezicht door reclassering<br />
Indien bij een uitspraak een deels voorwaardelijke<br />
straf met bijzondere voorwaarden<br />
is opgelegd, oefent de reclassering<br />
toezicht uit op de naleving<br />
daarvan. Daarnaast kan de reclassering<br />
aanwijzingen geven ten behoeve van<br />
het gedrag die de reïntegratie en de beperking<br />
van de recidive ten goede komen.<br />
Bij overtreding van de voorwaarden<br />
en/of na afloop van de gestelde termijn<br />
van toezicht, wordt door de reclassering<br />
schriftelijk gerapporteerd aan het<br />
OM.<br />
2. Reactie op niet-naleven bijzondere<br />
voorwaarde(n)<br />
Indien blijkt dat door de verdachte niet<br />
is voldaan aan de bijzondere voorwaarde(n),<br />
wordt de zaak onverwijld op zit-<br />
WETGEVING<br />
ting aangebracht voor inhoudelijke behandeling<br />
(bij voorwaardelijk sepot) of<br />
voor tenuitvoerlegging van het voorwaardelijk<br />
gedeelte van de straf (bij<br />
een voorwaardelijke straf).<br />
Informatieverstrekking<br />
Het OM koppelt de beslissing om al<br />
dan niet te vervolgen terug aan de politie,<br />
die dit in het eigen dossier verwerkt.<br />
Overgangsrecht<br />
De in deze aanwijzing vervatte beleidsregels<br />
hebben onmiddellijke gelding<br />
vanaf de datum van inwerkingtreding.<br />
Bijlage 1 Overzicht toepasbare strafbepalingen<br />
bij huiselijk geweld<br />
(Niet opgenomen)<br />
Bijlage 2 Checklist proces-verbaal<br />
van aangifte huiselijk geweld<br />
In het proces-verbaal van aangifte worden<br />
(beschrijvingen) vermeld (van):<br />
- De wijze waarop de relatie is ontstaan<br />
en het moment waarop en de aanleiding<br />
waardoor geweld in de relatie<br />
ontstond.<br />
- Eventueel alcohol en/of drugsgebruik<br />
door de verdachte.<br />
- Eventueel thuiswonende kinderen.<br />
- De financiële situatie.<br />
- Het eerste huiselijk geweldsincident,<br />
een geweldsincident dat typerend<br />
is voor de wijze van mishandelen, het<br />
meest ernstige geweldsincident en het<br />
laatste geweldsincident. Deze feiten<br />
moeten met data, tijd en plaats worden<br />
aangeduid om inzicht te kunnen geven<br />
in de aard en het patroon van het huiselijk<br />
geweld. Andere gepleegde delicten<br />
worden daar naar tijd tussen geplaatst.<br />
Alle voorkomende elementen van de<br />
delicten moeten worden omschreven.<br />
- Eventuele getuigenverklaringen<br />
over het geweldsincident en/of het<br />
daardoor ontstane letsel.<br />
- De mate van angst bij het slachtoffer<br />
voor herhaling van het huiselijk geweld.<br />
- De ideeën van het slachtoffer over<br />
diens toekomstige contact met de verdachte.<br />
- De eventuele expliciete overweging<br />
van het slachtoffer dat hij/zij aangifte<br />
doet omdat hij/zij wil dat de dader<br />
wordt gestraft.<br />
- De eventuele wens van het slachtoffer<br />
tot het opleggen van een straat of<br />
contactverbod aan de verdachte. Daarbij<br />
wordt met redenen omkleed wat de<br />
indicatoren voor herhaling van het plegen<br />
van huiselijk geweld jegens het<br />
slachtoffer zijn (b.v. het aantal meldingen,<br />
levensgevaar, belaging of onbere-<br />
kenbaar gedrag). Indien beschikbaar<br />
worden bij het proces-verbaal van aangifte<br />
gevoegd:<br />
- foto' s van lichamelijk letsel en eventuele<br />
beschadigingen in en om het huis,<br />
- een letselbeschrijving en/of medische<br />
verklaring over het letsel,<br />
- processen-verbaal ter zake van eerdere<br />
waarnemingen van huiselijk geweld<br />
in dezelfde huiselijke kring (ter<br />
onderbouwing van een vermeend stelselmatig<br />
karakter van het geweld).<br />
Noten<br />
1. In 1997 in naar schatting 6% van de gevallen,<br />
zie T. van Dijk c.s., Huiselijk ge-,<br />
weid, aard, omvang en hulpverlening, Intomart,<br />
Den Haag.<br />
2. Achtergrondinformatie over de lokale<br />
aanpak van huiselijk geweld is te vinden in<br />
de eerdergenoemde kabinetsnota Privé-geweld<br />
— publieke zaak van april 2002 (p. 15)<br />
en de daarbij behorende bijlage Model handelingsprotocol<br />
& randvoorwaarden zorgprogramma's<br />
(m.n. p. 11 e.v.).<br />
3. Hierbij wordt verwezen naar bijvoorbeeld<br />
kortdurende opleidingen zoals die reeds bestaan<br />
in verschillende politieregio' s, en naar<br />
de cursus zoals die (binnenkort) wordt aangeboden<br />
door de SSR.<br />
Positieve actie, Conclusies<br />
deskundigenbijeenkomst art. 4<br />
lid 1 van het Vrouwenverdrag<br />
In 2001 werd bekend dat het toezichthoudend<br />
Comité bij het VN-Vrouwenverdrag<br />
(het CEDAW-Comité) bezig is<br />
een Algemene Aanbeveling te ontwikkelen<br />
over art. 4 lid 1 van dit Verdrag,<br />
dat gaat over positieve actie. Na overleg<br />
met het lid van het Comité dat met<br />
de voorbereiding van deze Algemene<br />
Aanbeveling was belast, werd besloten<br />
in Nederland een deskundigenbijeenkomst<br />
over dit onderwerp te organiseren.<br />
In oktober 2002 vond deze bijeenkomst<br />
plaats. Het Centrum voor de<br />
Rechten van de Mens van de Universiteit<br />
van Maastricht nam de organisatie<br />
ervan op zich. 1 Daarmee houdt de Universiteit<br />
van Maastricht een traditie in<br />
ere. Immers: ook de basis voor het Facultatief<br />
Protocol bij het Verdrag is gelegd<br />
in een bijeenkomst die in 1993 is<br />
gehouden aan deze Universiteit. Ook<br />
voor de implementatie in Nederland<br />
zijn vanuit Maastricht belangrijke impulsen<br />
gegeven door de publicatie van<br />
een bundel artikelen over de impact<br />
van het Verdrag en het uitvoeren van<br />
het eerste verdiepende onderzoek naar<br />
het Vrouwenverdrag in Nederland. 2<br />
Het voeren van een beleid van positie-<br />
NEMESIS <strong>2003</strong> nr. 3 35