2003/001
2003/001
2003/001
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
1e graad 9<br />
AV Biologie 1 lestijd 1e jaar en 1 lestijd 2e jaar en wetenschappelijk werk Biologie 1 lestijd 2e jaar<br />
In het 1 ste leerjaar wordt slechts occasioneel aandacht besteed aan de aspecten van verdamping en<br />
voedselopbouw . Deze onderwerpen komen uitgebreid aan bod in het 2 de jaar . Tijdens de excursie zal de leerkracht<br />
wel, indien de gelegenheid zich voordoet, wijzen op de aanplanting van boomsoorten die veel water<br />
verdampen (wilg, populier, els).<br />
In het 2 de jaar wordt een meer systematische aanpak vooropgesteld. Daar waar er in het eerste leerjaar sprake<br />
was van "verkenning" van een biotoop, kan men nu overgaan tot een eenvoudige studie ervan. Men kiest daarom<br />
een aangepast biotoop dat het aanwenden van eenvoudige veldbiologische technieken mogelijk maakt.<br />
De leerlingen werken bij voorkeur in groepjes. Een goede organisatie van het werk, met een vooraf duidelijk omlijnde<br />
taakverdeling, zal de motivering voor het onderzoek zeker verhogen. Men zorgt voor degelijk opgestelde notitiebladen<br />
en voor geschikt materiaal om organismen te verzamelen, te determineren en indien nodig te vervoeren.<br />
Het terrein wordt op de topografische kaart gesitueerd; men meet enkele abiotische factoren (bv. temperatuur,<br />
zuurgraad, lichtintensiteit, hoogteverschillen). Aspecten van verdamping en voedselopbouw komen aan bod<br />
evenals factoren die hierop een invloed hebben.<br />
Tips<br />
Naast de verder in het leerplan vermelde algemene toelichtingen en methodologische wenken volgen nog een<br />
aantal tips voor specifieke biotopen.<br />
Biotoop bos: Afhankelijk van het seizoen zal men bloeiende dennen, mossen met sporenkapsels, jonge varenplanten<br />
of varens met sporendoosjes aantreffen en kan men typische vogelzang beluisteren.<br />
Dieren kan men inventariseren door directe waarneming of aan de hand van hun sporen. Insecten, spinnen,<br />
wantsen, ... kan men opvangen op een doek. Men kan ook nagaan welke soorten men aantreft op rottend hout,<br />
bodemvallen plaatsen, humus en strooisel onderzoeken, e.d.m. Eventueel kunnen kleinere bodemorganismen met<br />
de Berlese-techniek verzameld worden.<br />
Biotoop zoetwater: De determinatie van de flora kan gebeuren met een dichotome tabel of aan de hand van afbeeldingen.<br />
De inventarisatie gebeurt best door de waargenomen soorten aan te kruisen op een vooraf ontworpen<br />
opnameblad.<br />
Macro-invertebraten worden gevangen met een keukenzeef; men onderzoekt de inhoud van de zeef in een witte<br />
dissectieteil, zondert de dieren af per soort en determineert ze.<br />
Organismen die leven in het bodemslijk kan men o.a. waarnemen door een veel voorkomende waterplant los te<br />
maken en de wortels af te spoelen in een witte teil.<br />
De zuiverheidgraad van het water kan men nagaan door de biotische index te bepalen a.d.h. van de waargenomen<br />
macro-invertebraten. Plankton kan onderzocht worden met behulp van de microscoop of van de stereoloep.<br />
Biotoop wegberm: Men beperkt de determineeroefeningen tot die soorten waarvan men zeker is dat ze met de gebruikte<br />
tabellen kunnen gevonden worden (bijvoorbeeld grassen hoeft men niet tot op de soort te bepalen). Het<br />
inventariseren van de organismen gebeurt best met behulp van een aankruistabel en van figuren.<br />
Door de aanwezige diersoorten te rangschikken volgens de plaats waar men ze aantreft (bijvoorbeeld op de<br />
bloemen, op de stengels, op de bladeren, op de bodem) wordt nadien het opsporen van voedselrelaties vereenvoudigd.<br />
Biotoop bodem: door een kleine hoeveelheid strooisel in een witte dissectieteil te onderzoeken kan men bodemorganismen<br />
per soort afzonderen. Kleine dieren kunnen ook opgevangen worden met de Berlese-techniek.<br />
Determinatie van bodemorganismen gebeurt best d.m.v. afbeeldingen of met eenvoudige dichotome tabellen.<br />
Vanzelfsprekend is ook hier determineren tot op de soort niet nodig.<br />
Men kan een vergelijking maken tussen de aantallen en de verschillende organismen in de strooisel- en in de<br />
humuslaag van een loofbos en van een naaldbos.<br />
Biotoop strand: Men wijst er op dat de aangetroffen schelpen de uitwendige kalkskeletten zijn van (meestal) in het<br />
zand ingegraven weekdieren. Men kan de leerlingen een afbeelding aanbieden waarop de meest voorkomende<br />
soorten in hun habitat weergegeven zijn. Tijdens de excursie gaat men voor elke waargenomen soort na of ze ingegraven<br />
leeft, of ze losgerukt werd van een rotskust, van een pier, van een staketsel, e.d.m.<br />
Men vestigt de aandacht op veldkenmerken van geobserveerde strandvogels en wijst ook op de voedselrelatie<br />
tussen elke soort en haar voornaamste voedselbron.