SQUEEZE OUT - IBR
SQUEEZE OUT - IBR
SQUEEZE OUT - IBR
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
BIJLAGE 5.3.: uittreksel uit het Jaarverslag 2001 van het <strong>IBR</strong><br />
Circulaire van de Commissie voor het Bank- en Financiewezen<br />
van 19 december 2000 inzake het “Begrip onafhankelijk expert<br />
in het kader van een uitkoopbod”<br />
____________________________________________________________________<br />
De Raad heeft kennis genomen van de circulaire van de CBF van 19 december 2000<br />
betreffende het begrip “onafhankelijk expert” in het kader van een uitkoopbod<br />
(artikel 47 van het koninklijk besluit van 8 november 1989 op de openbare<br />
overnameaanbiedingen en de wijzigingen in de controle op vennootschappen).<br />
Voornamelijk punt 3.4. van de circulaire “voorwaarden waaronder een extern auditor<br />
als onafhankelijk expert mag optreden” is voor het beroep van belang.<br />
Hierin stelt de CBF dat zij voornoemd artikel 47 voortaan als volgt zal interpreteren:<br />
“de commissaris-revisor van de bieder of de doelvennootschap (of van de met hen<br />
verbonden ondernemingen) mag niet worden aangesteld tot onafhankelijk expert in<br />
het kader van een uitkoopbod. Dit geldt ook voor de andere personeelsleden van de<br />
firma waar de commissaris-revisor werkzaam is”.<br />
Zij steunt zich hierbij op volgende redenering: “Gelet op het feit dat de opdracht van<br />
een onafhankelijk expert zoals bedoeld in artikel 47 buiten het bestek valt van de<br />
werkzaamheden waarvoor de wet de commissaris-revisor een<br />
onafhankelijkheidsstatuut verleent, is de Commissie van oordeel dat de<br />
betrokkenheid van de externe auditor bij de opstelling of publicatie van een verslag<br />
over de billijkheid van de prijs van een actief of een vennootschap, of van de<br />
ruilvoorwaarden tussen twee vennootschappen, de indruk kunnen wekken dat er een<br />
belangenverstrengeling is tussen de externe auditor en zijn cliënt. Uit die<br />
betrokkenheid zou logischerwijze kunnen worden geconcludeerd dat er sprake is van<br />
een zakenrelatie die verder reikt dan de normale relatie tussen een externe auditor<br />
en zijn cliënt.”<br />
De Raad herhaalt het standpunt dat hij ontwikkelde betreffende dit ontwerp van<br />
circulaire (zie <strong>IBR</strong>-Jaarverslag 2000, p. 133). De Raad van het Instituut is van<br />
mening dat de commissaris “een onafhankelijk expert van de bieder” is in de zin van<br />
artikel 47 van voormeld koninklijk besluit van 8 november 1989.<br />
De Raad is eveneens van mening dat de commissaris zich kan uitspreken over de<br />
relevantie, ten aanzien van de gebruikelijke waarderingscriteria, van de 'door de<br />
bieder gehanteerde' methode(s) om de vennootschap te waarderen en de prijs te<br />
rechtvaardigen. Het gaat dus om “waarderingen gedaan door anderen” (valuation<br />
work performed by others), waarover een wettelijke rekeningencontroleur zich –<br />
volgens het Europese ontwerp van aanbeveling inzake onafhankelijkheid – kan<br />
uitspreken zonder zijn onafhankelijkheid in het gedrang te brengen.<br />
Het Belgisch Wetboek van vennootschappen laat de commissaris overigens<br />
uitdrukkelijk toe dit type van opdracht uit te voeren vermits de commissarissen – in<br />
101