18.01.2014 Views

SQUEEZE OUT - IBR

SQUEEZE OUT - IBR

SQUEEZE OUT - IBR

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

De Raad van het Instituut is van mening dat de commissaris-revisor<br />

een deskundige is die onafhankelijk is van de bieder, in de zin van<br />

artikel 47 van het aangehaalde koninklijk besluit van 8 november<br />

1989”.<br />

“De Raad is van oordeel dat de commissaris-revisor wel een<br />

uitspraak kan doen betreffende de relevantie, in het licht van de<br />

waarderingscriteria die gewoonlijk worden gehanteerd, betreffende<br />

de waarderingsmethode of -methodes die door de bieder worden<br />

gebruikt om de vennootschap te waarderen en de prijs te<br />

verantwoorden. Het gaat dus om “waarderingen gedaan door<br />

anderen” (“valuation work performed by others”), waarover volgens<br />

de Europese ontwerp-aanbeveling inzake onafhankelijkheid, een<br />

wettelijke rekeningencontroleur zich kan uitspreken zonder zijn<br />

onafhankelijkheid in het gedrang te brengen (zie hierboven). De<br />

Belgische wet laat overigens de commissaris-revisor uitdrukkelijk toe<br />

dit type van opdracht uit te voeren, aangezien in de vennootschappen<br />

die een commissaris-revisor hebben benoemd deze een verslag moet<br />

opstellen in het kader van een kapitaalverhoging die inbrengen omvat<br />

die niet in geld bestaan” 18 .<br />

Er moet nochtans op worden gewezen dat het door de Raad van het <strong>IBR</strong><br />

gebruikte voorbeeld om zijn stelling te staven nietig is sinds de nieuwe norm<br />

betreffende de inbreng in natura en de quasi inbreng o.a. bepalen dat de<br />

bedrijfsrevisor zich niet meer moet uitspreken over het rechtmatig en billijk<br />

karakter van de operatie.<br />

7.4. Objectieve verschillen tussen openbare en privé-vennootschappen<br />

Hoewel we ze reeds hebben behandeld, willen we de objectieve verschillen<br />

tussen openbare en privé-vennootschappen nog even op een rijtje zetten.<br />

7.4.1. Het dwingende karakter van het bod<br />

De minderheidsaandeelhouders van openbare vennootschappen kunnen zich<br />

niet verzetten tegen het bod. De effecten die niet worden aangeboden,<br />

worden van rechtswege geacht te zijn overgedragen aan de bieder en de<br />

minderheidsaandeelhouders beschikken over een periode van 30 jaar om de<br />

terugbetaling van hun effecten te verkrijgen bij de Deposito- en<br />

Consignatiekas.<br />

De minderheidsaandeelhouders van privé-vennootschappen kunnen (sinds 16<br />

juni 1998) niet langer worden onteigend en hebben de mogelijkheid zich te<br />

verzetten tegen een uitkoopbod en dus hun effecten te behouden. Ze moeten<br />

18<br />

Artikel 34, § 2, Venn.W. of artikel 602 Wetboek van vennootschappen.<br />

57

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!