Betekent winstrecht ook recht op winst? - Stibbe
Betekent winstrecht ook recht op winst? - Stibbe
Betekent winstrecht ook recht op winst? - Stibbe
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
B. Bier<br />
6.4.3.4 Uitkering reserves<br />
Ik ga nog een stapje verder en kom bij de uitkering van <strong>op</strong>gepot eigen<br />
vermogen, ofwel uitkering van Vrije reserves. Zoals ik al aangaf is de vraag<br />
welk orgaan bevoegd is hiertoe te besluiten van groot belang bij de vast<br />
stelling wie uiteindelijk echt bepaalt wat het eigen vermogen van de<br />
vennootschap zal zijn. Indien de statuten niets bepalen is m.i. de algemene<br />
vergadering hiertoe bevoegd <strong>op</strong> grond van de hoofdregel van art. 2:107/217<br />
lid 1 boek 2 BW, nu de wet deze bevoegdheid niet aan een ander orgaan<br />
toekent. Voor de Flex BV geldt zonder meer dat de algemene vergadering<br />
het bevoegde orgaan is, nu art. 216 lid 1 Flex BV dat met zoveel woorden<br />
bepaalt. Bij (kleine) BV!s* wordt naast de bepaling dat de <strong>winst</strong> geheel ter<br />
beschikking van de algemene vergadering zal staan, veelal in de statuten<br />
bepaald dat de algemene vergadering bevoegd is om tot tussentijdse<br />
uitkeringen te besluiten. Daar wordt dan vaak nog aan toegevoegd dat<br />
daaronder <strong>ook</strong> uitkeringen uit reserves moet worden verstaan.<br />
Kennen de statuten van een NV/BV* de bepaling dat het bestuur de<br />
mogelijkheid heeft om te besluiten (een deel van) de <strong>winst</strong> te reserveren,<br />
dan ligt het voor de hand dat de statuten <strong>ook</strong> bepalen dat een uitkering uit<br />
de reserves slechts kan gebeuren na goedkeuring van het bestuur. Voor de<br />
Flex BV geldt dat <strong>ook</strong> zonder een statutaire bepaling.<br />
Ook voor de uitkering van reserves gelden de hierboven genoemde<br />
zorgvuldigheidsregels. Ik merk daarbij <strong>op</strong> dat het bestuur, indien daartoe<br />
bevoegd, <strong>op</strong> verschillende manieren het eigen vermogen, dat geen onder<br />
deel uitmaakt van het noodzakelijk eigen vermogen, aan de aandeelhouders<br />
kan doen laten toekomen. De afgel<strong>op</strong>en jaren hebben beursgenoteerde<br />
vennootschappen <strong>op</strong> grote schaal dergelijke uitkeringen gedaan, vaak<br />
door middel van omvangrijke inko<strong>op</strong>programma’s.<br />
Maar <strong>ook</strong> <strong>op</strong> bij andere vennootschappen zijn soms behoorlijk grote<br />
uitkeringen gedaan. Zo werd bij sommige vennootschappen al het on<br />
roerend goed verkocht en werden de gebouwen voortaan gehuurd. De<br />
stille reserves die daardoor vrjkwamen werden uitgekeerd aan de nieuwe<br />
(private equity) aandeelhouder die daarmee in één klap een stuk van zijn<br />
betaalde ko<strong>op</strong>prijs terugkreeg. De vennootschap veranderde haar wijze<br />
van financiering drastisch: van veel eigen vermogen, naar veel vreemd<br />
vermogen met de bijkomende rentelasten. Zowel de aandeelhouders als<br />
het bestuur en de raad van commissarissen stonden achter de financiële<br />
herstructurering die werd <strong>op</strong>gezet in het kader van de na de overname te<br />
volgen nieuwe strategie van de vennootschap.<br />
202