10.07.2015 Views

Nummer 3/2006 (.pdf) - FOD Sociale Zekerheid

Nummer 3/2006 (.pdf) - FOD Sociale Zekerheid

Nummer 3/2006 (.pdf) - FOD Sociale Zekerheid

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

BELGISCH TIJDSCHRIFT VOOR SOCIALE ZEKERHEID - 3e TRIMESTER <strong>2006</strong>rang van het kind (28). Vanaf 6 jaar (en vervolgens vanaf 12 en 18 jaar) wordt ditbedrag verhoogd met een toeslag die stijgt naarmate het kind ouder is. Verder iser een sociale toeslag voor kinderen van invalide werknemers, gepensioneerden,werklozen die meer dan 6 maanden werkloos zijn en voor kinderen die recht gevenop een gewaarborgde kinderbijslag. Er is ook een toeslag voor kinderen met eenhandicap of aandoening.Onze kinderbijslag is sterk herverdelend, voornamelijk van gezinnen zonderkinderen naar gezinnen met kinderen. Dit herverdelingsproces is nauwelijksinkomensselectief, wat ook wel de sterke horizontale en de zwakke verticaleherverdeling van de Belgische kinderbijslag genoemd wordt (Cantillon e.a., 1995).De sterke horizontale herverdeling van de kinderbijslag heeft als gevolg dat er nietzozeer voorzien wordt in kostendekkende uitkeringen voor de laagsteinkomensgroepen. Het stelsel zou op dat vlak verbeterd kunnen worden.Verscheidene Europese landen (o.a. Denemarken, het Verenigd Koninkrijk enGriekenland) hebben extra uitkeringen voor specifieke gezinnen (= categorialeselectiviteit). In Verbist (2002b) werd onder meer een categoriale verhoging van dekinderbijslag gesimuleerd voor twee kwetsbare groepen, met name de éénoudergezinnenen de ééninkomenskoppels. Zij krijgen een extra uitkering van 166 EURper maand voor het eerste kind omdat de kinderbijslag voor het eerste kind in Belgiëhet minst de werkelijke kost van een kind benadert (29). Verder krijgen zij ookeen leeftijdstoeslag van 62 EUR toegekend per kind jonger dan 3 jaar omdat voordeze kinderen geen leeftijdstoeslag bestaat in de Belgische regeling. Het scenario iskostenneutraal omdat het belastingkrediet voor kinderen wordt afgeschaft. De simulatiewerd gedaan met MISIM 1997 voor de situatie van ’97. Demografische en sociaaleconomischeveranderingen sinds 1997 en niet-gebruik (non take up) van dekinderbijslag zijn niet opgenomen in de analyse. Het armoederisico wordt berekendvoor de individuen in een gezin met kinderen die een risico hebben op armoede dieeen inkomen hebben onder de 50% van het gemiddeld gestandaardiseerd inkomen.344(28) Dit bedraagt 77,05 EUR voor het eerste kind, 142,58 EUR voor het tweede kind en 212,87 EURvanaf het derde kind voor werknemers (http://www.kindergeld.be/Nl/Documentation/Amount/bedragenBijslag.php). Het bedrag voor zelfstandigen ligt een stuk lager voor het eerste kind.(29) De schatting van de kosten van een kind is een onderwerp dat uitgebreid behandeld wordt in deliteratuur. Maar er bestaat geen eenduidigheid over de te gebruiken methode (equivalentieschaal) ende definitie voor het begrip ‘kost van een kind’. De OESO-schaal en de gewijzigde OESO-schaal wordenhet meest gebruikt. Volgens een berekening op basis van de OESO-schaal zouden de kosten vooreen kind 260 EUR bedragen. Op basis van de aangepaste OESO-schaal zou een kind 180 EUR kosten.De kosten van een kind worden volgens deze beide schalen niet gedekt door de kinderbijslag voorhet eerste en het tweede kind. De kosten voor een derde kind worden wel gecompenseerd door dekinderbijslag op basis van de aangepaste OESO-schaal, maar niet op basis van de OESO-schaal.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!