10.07.2015 Views

Nummer 3/2006 (.pdf) - FOD Sociale Zekerheid

Nummer 3/2006 (.pdf) - FOD Sociale Zekerheid

Nummer 3/2006 (.pdf) - FOD Sociale Zekerheid

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

BELGISCH TIJDSCHRIFT VOOR SOCIALE ZEKERHEID - 3e TRIMESTER <strong>2006</strong>Onder budgettaire druk en onder druk van de werkgevers werd dit algemene rechtevenwel omgeruild voor (1) een verkorting van de maximum periode voor hetopnemen (één jaar in plaats van vijf jaar in het vorige stelsel), (2) de meer dwingendetoelatingscriteria (minimum arbeidsverleden van 12 maanden voltijds binneneen periode van 15 maanden en ten minste vijf jaar bij dezelfde werkgever in gevalvan deeltijdse werktijdverkorting, in vergelijking met geen minimum werkvereistenin het vorige stelsel) en (3) minder flexibiliteit (slechts 1/2 en 1/5 werktijdverkortingzijn mogelijk, in vergelijking met 1/3, 1/4 en 1/5 verkorting in het vorigestelsel).Het tijdskredietsysteem wordt steeds vaker voorwerp van publieke discussie en datom verschillende redenen. Ten eerste zijn het groeiende succes van het tijdskredieten de daarmee gepaard gaande uitgaven problematisch in een context van zwakkeeconomische groei en budgettaire spanningen. Het aantal gebruikers steeg vanongeveer 2000 in 1985 tot 194.849 in 2005. Het gebruik van het tijdskrediet steegtussen 2004 en 2005 met 22% (RVA Jaarverslag <strong>2006</strong>). Een tweede discussiepuntbetreft de vraag in welke mate systemen als tijdskrediet de werkgelegenheidscijferskunnen verbeteren. Het argument dat tijdskrediet mensen stimuleert om meer envooral langer te werken, werd vooralsnog niet empirisch bewezen. Integendeel, hettijdskrediet lijkt zich in een zeer korte periode (tussen 2002 en 2004) tot eennieuwe manier van (deeltijdse) vroegtijdige uittreding te ontwikkelen. Ongeveerdriekwart van de verlof nemende mannen is 50 of ouder. Voor vrouwen ligt het aantallager, namelijk slechts één op drie, maar dit kan zeer snel veranderen, gezien deleeftijd van de bevolking. Op dit ogenblik zijn de meeste vrouwen tussen 25 en 49jaar oud. Kwalitatief onderzoek naar de redenen om betaald verlof te nemen toontaan dat vrouwen deze tijd gebruiken om voor de kinderen te zorgen (Vanderweyden,2000). Een substantieel aandeel van de vrouwen is thuisgericht en ‘kiest’ voorzorgtijd (Hakim, 2003). Sommigen halen als argument aan dat tijdskrediet de nettowerkgelegenheidscijfers zal doen toenemen omdat ouderen langer op de arbeidsmarktblijven dankzij hun deeltijdse terugtrekking uit de arbeidsmarkt. Organisatiesals de OESO waarschuwen er echter voor dat netto werkgelegenheidseffectennegatief zouden kunnen zijn indien werknemers die bij gebrek aan een tijdskredietsysteemvoltijds op de arbeidsmarkt blijven, zich eerder zouden terugtrekken, zij hetdan deeltijds (OESO 2003). Feit is dat de huidige kennis van de werking van tijdskredietsystemenons momenteel niet in staat stelt om te oordelen of dit systeem inde levenscyclus al dan niet tot meer werkgelegenheid leidt. Een derde onderwerpvan discussie situeert zich op bedrijfsniveau. Vaak wordt door de werkgevers geopperddat het tijdskrediet tot productieverlies leidt. Dat is zeker het geval in productieomgevingenmet beperkte mogelijkheden op het vlak van flexibiliteit. Tijdelijke personeelsinkrimpingenkunnen minder gemakkelijk worden opgevangen door eenverschuiving van de bestaande taakverdelingen. Een belangrijke contextwijziging isde demografie. In een vergrijzende maatschappij vinden werkgevers het moeilijkerom vervanging te vinden. Uiteindelijk zou dit voor de overblijvende arbeidskrachtentot meer stress kunnen leiden.390

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!