12.07.2015 Views

JST 1 M TT WM

JST 1 M TT WM

JST 1 M TT WM

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

DICHTKUNDIGE LE<strong>TT</strong>EROEFFENINGEN 207em zijne groote kracht en kunst in deeze foortevan Poëzijte toonen.Men houde dus, volgens het wel beredeneerde doorden Heer MACQUET, onzen Hooft voor een groot Meesterin den Anakreontifchen Zang. — Imusfchen munt hijook nog uit in eene andere foort, die als een middelfoortmag aange nerkt worden tusfchen den genoemden Anakreontifchenen den verhevenen Lierzang, en onder dennaam van Elegijen bekend is.Deeze Poëzij wordt wel het meest door onze NederlandfcheDichters beöeffend, en verdiende daarom wel,dat onze Schrijver dezelve in 't bijzonder behandelde.— Bijdeeze geleegenheid verdeedigt hij deeze foort van Poëzijtegensden Heer Batteux. Wij oordeelen onzen Leezerengeen ondienst te zullen doen, met het uitlchrijven van ditgedeelte van 'sMans verhandeling. '„ Bij de Franfchen zijn ze , volgens den Heer Batteux,moeilijk in een goeden fmaak te vinden, zij zijn voor hetmeeste gedeelte geestoloos, kwijnend of al te gedwongen.Deeze is de reden, dat die Heer zeer laag van de Elegijenfpreekt. Gelukkig , zegt hij, dat deeze foort niet zeergewichtig is om den fmaak der jonge lieden te vormen,waarom hij naauwlijks der moeite waardig acht om 'er vante fpreeken. f *)„ Mijne Vaderlanders vergunnen mij dit Vonnis nietbuiten appel te ftellen. De achtbaarheid van den Schrijverzoude fomtijds zoo veel vermogen , dat onze Nederlanders,die dikwerf de uitheemfche Schrijvers te veel vertrouwen,werden misleid, en met deezen Franfchen Schrijverin de zelfde vooroordeelen mede gefleept , waai uitzoude volgen, dat onze Natie niet veel heeft uitgewerktin het beoeffenen der Elegijen, die haare grootfte krachtin de Poëzije maaken , en welke haare voortreffelijkftePoëten altijd hebben bewerkt.„ De beoordeeling van den Heer Batteux verwondertmij, om dat hij zelf zegt, dat de Elegijen bij de Latijnenin achting waren. Het heeft mij onder het leezen der RomeinfcheDichteren altijd toegeicheenen, dat hunne Poëten,die de Elegijen behandelden, een zeer fijnen en uitgezogtenfmaak toonen, die aan de jeugd zeer gefchikt isom den haaren te vormen. Als men verder nagaat, hoezeer( * ) Cours des belles Lettres. Tom. II. 74.O 4

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!