JST 1 M TT WM

ac$ J. V A N M A E R L A N T ,Die etlel en heylicb es gebetenBedie, dat daer af wilde beteuOnfe Here, doe bi tfinen VaderTe hemel voer, wet algader.„LE LONG is op deeze plaats weêr geheel het fpoor bijster,of liever hij heeft Beeten niet verftaan; want anderszoude hij 'er geen bidden van gemaakt, en op eene andereplaats het onverklaard gelaaten hebben. [S.]"Op het woord Dorper vinden wij aangeteekend:,, Dorper'] fchoon B. HUYDECOPER zeer breedvoerigover dit woord gehandeld heeft, zoo dunkt mij dat hetevenwel niet overtollig zijn zal hier nog eenige gebruikenvan het zelve op te geeven. Het bijvoeglijk woord dorperkomt ons hier voor in de beteekenis van onedelmoedig:iHi es dorper die finen viantSiaet, aldaer hi leget int Jant.„De twee befchuldigers vanSuzanna [zie de Hiftor.vanSuzanna] worden door Daniël bij onzen Dichter P.I.B.II.C. L. vs. 53 dorpere genoemd:Doe quam Daniël, fijn bode,En feide: fegt DORPERE, onwijs,IVaer fagbe defe met baren amtjs?Dorpelijk voor valfchelijkheeüP.'l. B. V. C. XIX. vs. 3-5.Daer beginc Hanibal dorpelikeNa die valfcheit van dfrikeComeliufe. — —onze.Dichter gebruikt„ De beteekenis van inurbanus, die KILTAEN ook sandorper geeft, leest men bij onzen Dichter P. I. B. VIIIC. XLI. vs. 43.Ne wes niet dorper in dinen luutd. i. lomp, ongefchikt. Hoererij bedrijven is bij Maerlantdorpernie doen, P. III. B. II. C. IX.