JST 1 M TT WM

352 M H . N G B L . Y V E K K.niet zoo zeer noodig heeft, zich met onderfcheidene, vastbeftemdevoorwerpen en gewaarwordingen , beezig te houden, maar als in eene algemeene en vlottende verteederingverfmelt, of vervrolijking zweeft; dan zijn de ftreelendeaccoorden der Muziek, voor hem, het best gefchikt, en hijis bijzonder, tot eene Muzikant beftemd.,, Eindelijk zijn de gefteldheeden van zijne ziel, endefijnere werktuigen van zijne zintuigen , gevoeligheid enverbeeldings-kragt .zoodanig , dat zij zich niet zoo bij uitfluitendevoorkeus, op de voorwerpen van her gezigt,of die van het gehoor, vestigen; (fchoon zij tevens voorgeen van beiden , onverfchillig moeten zijn; want hoezou de kunftenaaar zich anders harmonisch kunnen uitdrukken,ons fchoone bevallige Tafereelen , in woorden,kunnen voorfchilderen?) maar dat zij den Kunftenaarmeer genegen maaken, om zich met de verheeveneraandoeningen en gewaarwordingen der ziele beezig tehouden; zoo dat hij meer , tot het geestlijke, overhelt,fchoon ook wederom dit tevens , met eene geneigdheid ,om dat geestlijke te brengen onder die zinnelijke uitdrukking,die zijne gevoeligheid en verbeeldings-kragtrfterkst aandoen en treffen kan; vallen daar bij zijn fmaaken aandagt meer op die gebeurtenisfen', handelingen enaandoeningen, die zelf op een volgende zijnde, ook eenop een volgende uitdrukking vereifchen ; eindelijkfchepthij .vermaak in de Gevoelens, Charatfters , denkens-wijzeen daaden der Menfchen, meer uitvoerig na te gaan,en die in alle hunne omftandigheden en gevolgen af temaaien ; dan zijn voor hem, enkele kleuren, enkele trekkenvan het penceel, enkele accoorden niet genoeg ; hijmoet meer hebben; de grooter, onui.tputlijker, verfcheidenerRijkdom der Taaien kan nauwlijks toereiken, omde menigte zijner fterke aandoeningen , zijner verheveneDenkbeelden uit te drukken; en hij kan niet dan eenDichter worden, zal hij overeenkomftig de grooter, verheevenermaat van zijn genie, werkzaam zijn."Hst