JST 1 M TT WM

M E N G E L W E R Kdoodlijk wordt, ademt gij in, zuivert ze van de fchadelij-6e deelen, en zendt ze ons dus gereinigd, herdeld en metlieflijke geuren uwes bloesfems gebalfemd, terug," (hieris eene aanmeiking van den Heer PRIESÏLF.Y over de vastelucht, beweerende, dat de lucht van den dampkring, doorde groeijing der planten, in haare goede en heilzaame hoedanighedenwordt herfteld:} „ op dat wij ze tevens roetvermaak en met voordeel voor onze gezondheid, wederomzouden kunnen inademen. Het geen voor ons fchadelijkwas, heeft inmiddels gediend, om uwen groei te bevorderen,en op uwe beurt hebt gij u van het overtolligeOntlast. Vervolgens gaat die zelfde lucht, op nieuws,door onze lighaamen, wij bezwangeren dezelve op nieuwsjaet de deeltjes, die gij u ten nutte maakt; en dus maakenwij beurtlings, voor eikanderen, de lucht tot elkanders gebruikbekwaam. Dus is 'er eene geduurige over en wederwtsfeling van goede dienden tusfchen ons en u gevestigd.Düs herdeden wij, voor eikanderen, in den grooten ontvangeren aanvoerer van ons fïjnde voedzel, dat evenwigt,die juiste famenmenging van deeltjes, die voor onzenwederzijdfchen weldand heilzaamst en meest bevorderlijkzijn. — Uitgebreide famenhang! Bewonderenswaardigeharmonij! In de werken van onzen Schepperftaat alles onderling, tot elkanders welzijn, verbonden!Zijne gantfche waereld is één enkel geheel, één enkel famenftelvan tien duizend maal tien duizende werktuigen,die alle, op eikanderen en met eikanderen, werken, omhet algemeene nut eendragtlijk voort te brengen.„ Verbaazend geheel! Neem eene enkele fchaakel uitdeezen keeten weg; terdond is alles in verwarringe , terftondis het geheel verbrooken. Welk eene wijsheid, diealle deeze zoo meenigvuldige , zoo verfchillende en eikanderendikwijls in de daad tegen werkende deelen dus famendemt!welk eene magt, die ze dus faamendemmendhoudt! — Aanbidlijk Opperweezen! Hoe overluid wordenuwe eer en lof door alle de heiren uwer fchepfelenverkondigd!Hoe Goddelijk en fchoonLuidt deeze Heemeltoon?Daar is geen fpraak of oord ;Daar is geen volk bekend,Dat, zelfs tot 's waereld end.Der Heeiii'len Item niet hoort.„ Hoe