JST 1 M TT WM

(3 E SCHENK VOOR DE JKUGD. 5S3Storm uit het Westen of Zuidwesten waait, ftaat het waterin de HOND geweldig hol, doch dit mindert, hoeverder men naar en voorbij Antwerpen raakt. Een Zeemannu, die over de breede en holgaande HOND met eenklein vaartuig komt,, kan ook ligtlijk over de fmalle ftilleSchelde, die den dun afloopenden S TA A RT verbeeldt,geraaken. — Hier uit kent gij nu den oorfprong van hecbovengemelde Spreekwoord."Het tweede Spreekwoord is: Daar de tuin het laagjteis , wil 'er elk over. — Zie hier de uitlegginge van hetzelve: —, Wij hebben in onze Taal veele woorden , die menop'dezelfde wijze fchrijft, maar welke niet altoos dezelfdezaak beteekenen. Wat zij eigenlijk beduiden , moet uitden zin worden opgemaakt. Tuin beteekent wel eenenhof, maar Tuin is ook eene omheining, die de Landliedenmaaken om moeshoven, akkers,en weiden, door het flaanvan eenige dikke ftokken in den grond, tusfchen welken,op eene rei gezet, dunne rijzeren ingevlogten worden, tebeveiligen. Daar Tuinen hoog zijn, gaat het overklimmenniet gemakkelijk, waar zij het laag/ie zijn, wil 'erelk, gemakshalve, over;, want wie vergeet zijn gemak? —Andere te overheeren is eene zeer gemeene zaak : heerfchappijte voeren lust bijna elk. Maar over wien? Deminften verdraagen dat: hoogmoedigen nooit. Dan 'erzijn zedigen , nederigen , vreedzaamen , toegeevenden,over welken elk heen wil. Van zoodanigen wordt dande bovengemelde fpreuk gebruikt. Doch zoo ongaerneals elk zich laat ringelooren of overheerfchen, zoo weinigmoet men dat anderen aandoen."Wij fluiten dit bericht met de opgaave van twee Dichtftukjes.:.—J A C O B S goedhartigheid.„ JAKOB flond, voor 'c karaervenfter,tVaar de Vogeltjes te kijken,Die, gezwollen door de koude,.Op de dikbefneeuwde weegen,Hier en daar een graantje pikten,Èn al piepend meerder vroege.i.Mm ct ^ e r