JST 1 M TT WM

F. E. SeaMirz,en Schriftuur- texten. — Dezelve zijn deeze volgende»1) Hec Nuc der Hemelvaart van Chriscus, Hand. is. 9. —2) Christus het waaragtig voedzel des geestelijken levens,Joh. VJ: 35. — 3) Eene Christelijke ftandvasrigheid, Jef:XL: 31. — 4) De heuglijke verwagnng van heerlijkheiden zalige opftandinge, 1 Cor. Vs 1.' — 5) De noodzaaklijkheiddes Gebeds._— 6) Het onbefehrijveiijk geluk vaneen' Christen te zijn. — 7) Nut der tegenheden vooreenen Christen. — 8) Vertrouwen op Godin Christus. -—gij Plet vertrouwen op Jefus magt en trouwe, tot ftand vastigheidin het geloof en de Godzaligheid, iTimoth. I: I2 h -— 10) De vertroostende en nadrukkelijke beloften aan dedagen van het Nieuwe Testament, Jef. XLIII: 20..Behalven het geen tot nuttig onderwijs, en ter bemoedigingeof beftieringé van eenen Christen, overal irideeze Bespiegelingen te leezen is, vindt men 'er ook eeneof andere aanmerking of verklaaring der opgenoemde Bijbel-texten,welke niet algemeen, maar anders is dan 'crdoorgaans over gedagt wordr* — Bij voorbeeld , over 1Tim. I: ii h - alwaar Paulus de reden van zijne lijdzaamheiden ftandvastigheid te kennen geeft met te fchrijven 4want ik weet, wien ik geloofd hebbe, ende ik ben verzekerd,dat Hij magtig is mijn pand bij' Hem weggelegd,te bewaaren tot dien dag, leest men een zoodanig onderzoeken beoordeeling, wat men door dat weggelegdepand gevoegzaamst te verftaan hebbe , dat hec ónzenLeezer niet onaangenaam kan zijn, zulks tot eenige proeveuit dit Gefchrift hier qpgegeeven te hebben.„ Dit Woord pand (fchrijft de Heer SCHMITZ)wordt van verfcheidene ook verfcheidenlijk opgevat enverftaan. Zommige Kerkvaders verftaan door dit pand hetEuangelie, gelijk Chryfosthomus en andere; Theodoretusverftaat door dit pand de genade van den H. Geest, welkèaan Paulus gegeeven vvas. Andere en Wel de meefte hedendaagfcheuitleggers verftaan 'er de Ziel door, welkebij God als een pand was, of het leven van Paulus, hetwelk hij in de handen van God gegeeven had: anderedenken, dat doot dit pand het Lighaam verftaan wordt,het welk hij in de befcherming des Allerhoogften als gefieldhad, wagtende op de aanftaande zalige verrijzenis:andere wederom denken, dat door dit pand het eeuwigeleven verftaan en bedoeld wordt door Paulus. — Danoffchoon voor zommige van deeze opvattingen bewijzenkunneu bijgebragt worden, kunnen wij ons echter metgee-