12.07.2015 Views

JST 1 M TT WM

JST 1 M TT WM

JST 1 M TT WM

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

348 M E N G E L W E R K .Dicht onder ons in te voeren , en wij meenen re mogenzeggen, dat alles in dat opACit niet vruch lo-;s geweesgis; ten minsten het vooroordeel daar tegen fchijnt te verminderenbij die geenen , die zich aan het leezen vanzulke rijmlooze maat ge «vennen. Den Schrijver zegt wel:wanneer ik de berijmde en rijtnloo/.e Gedichten , vinonze en andere taaien, zamen vergelijk, dan meen ik,over't algemeen, f want uitzonderingen hebben hier zekerplaats) te vinden, dat de Dichters, die het rijmlooze verkoozenhebben, de min of meer Poëtilche gedagten, welkezij, elk naar de maat van zijne Genie, hebben weeten uitte vinden , doorgaans ook kort en krachtig genoeg weetenvoor te ftellen; daar het de berijmende Dichters zeer dikwijlsgebeurt, dat hunne poëtillhe gedachten, in den langenomflagder berijminge, alle derzelver kracht verliezen,'en als verdronken raaken."Niet weiniger is het waarheid : ,, wijl de Dicht-kunstder zaaken het wezen zelf der Poëzij uitmaakt, en derijmklank flegts cén haarer cieraaden is, dunkt mij, dat dedichter zich zei ven en zijn weik te kort doet, wanneerhij ter zaake van den rijmklank, eenige zaaklijke fchoonheidvan belang opoffert: dat is, wanneer hij, ten eindehet weerftreevig rijm te kunnen vangen en vermeesteren,de uitdrukking zijner gedagte langwijlig maakt, de fchetlingzijner beeltenisfen verzwakt; of, 't geen nog erger is,eenige verheevene gedachten , eenige bevallige trek, geheelen al agter vyeege laat , om dat dezelve zich niet,ten mintsten niet op die plaats, daar zij te pas kwam,onder de berijming laat brengen."Wezenlijk is het een voordeel van het rijmloos Dicht,„ dat het den Dichier dubbel noodzaakt, om zich op hetvermenigvuldigen der wezenlijke en zaaklijke fchoonhedentoe te leggen." De Heer VAN ALPHEN merkt te regtaan: „het rijm maakt dikwijls, dat profaifche uitdrukkingen,en in 't algemeen, dat iets, 't weik, in den grond, ja ina'den opzigte, enkel profe, dikwijls zelfs gemeene profeis , egter poëtisch fchijnt. En bij deezen fchijn ftaan deDichters, tot groot nadeel zoo van hunnen eigen roem,als van hunne fchoone kunst en ook van hunne Leezers,maar al te dikwijls ftil. Zooras zij gerijmd hebben, denkenzij reeds poëten te zijn, en poëzij te hebben voortgebragt;daar zij ondertusfehen flegts het gewaad hebben,terwijl het lichaam hun ontbreekt,"Ten

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!