m - Koninklijke Bibliotheek

over Adams-val. 235auft niet in ftaat is, om alles met betrekking tot denval, zo door te zien, dat er niets bedenkelijks in o-verblijft.245.) J. Ik laat mij met dit antwoord geenzinsafzetten; magikweeten, hoe 't U'c waarfchijnlijkftvoorkomt ?L. Om U mijne gedagten zo klaar als moogelijk isvoor te ftellen, merk ik aan, dat 't eerfte menlekenpaar, gelijk ook andere redelijke fchepzelen de Engelen, eene zuivere begeerte is ingefchapen om doorvergrooting van kennis, hun gelukftaat te vermeerderen;die uitoeffer.ing nu van deze begeerte is altijdgoed, wanneer zij gefchied, met opzigt tot Godseer, en in overeenkom!! met Zijnen wil. Een redelijkfchepzel die in zijn zedelijke geiHtheid veranderlijkis, hoedanig de menfeh was, is ontwijfelbaarvoor een val bloot gefteld, wanneer hij zig op de vermeerderingvan zijne kundigheden toelegt, zonderop dat zelve ogenblik acht te flaanop Gods eer en Des*zelfs heilige wil. Van deze ingefchapen begeertemaakte de Satan misbrui!", en wel op eene zeerargliftige wijs. 1) Hij maakt aanleiding tot een gefprekvs. i b op zulk eene wijs, dat hij te gelijk onderzoekt,of Eva van den inhoud des proefgebod^wel zeker was; dit nogthans merkt hij naar 't 2. cn 3.vers; hier opgaat hij dus te werk, dat hij uit dennaam', welken God aan dien boom gegeven had, zodanigiets afleidde, 't welk de vrouw tot 't eeten vandes-