m - Koninklijke Bibliotheek

van Gods Naamen, Eigenfchappen en de 3 P. 61te doen heb met een God, bij wien, fchoon hoogft Regtvaerdig,nogtans inChriftus vergeving is , op dat Hijgevreeft word. — Laat ik hier van eigen bevindingfpreeken; hoe menigmaal heeft mij Paulus taal. Eph.2: 18. niet in diepte van verwondering doen wegzinken,als hij zegt, door HEM hebben wij den toegangdoor eenen Geeft tot den Vader. — Dan deze woordenherinneren mij, dat ik nog met U fpreeken moetvan't Leerftuk der drie Perjoonen. Hier vind ik duseen gefchikten overgang toe.50. ) J. Dus komen wij, gelijk ik merk, tot diewaarheid, daar ik de rede verloehenen, en blindelingsgeloven moet.L. Zagt wat, de rede verloehenen ! Geenzins.Blindelings geloven! Niets minder dan dit. Volg'tvoetfpoor der gezonde rede, en ik ben verzekert, datgij nimmer aan dat Heilig Leerftuk twijfelen zult.51. ) J. Kan men die waarheid uit de rede bewijzen? Dat wilt ik niet.L. Gij verftaat mij niet wel. Ik zeg niet, dat men't uit de rede bewijzen kan; ja ben van oordeel, datmen 't zelve door geen eenig voorbeeld of gelijkenis,uit de natuur ontleend, kan ophelderen. Maar laatik U verklaaren, wat ik wil zeggen met die woorden,volg't voetfpoor der gezonde rede. 1) Deredeleert ons, dat God oneindig is, en ons verftand eindig;hier uit volgt, dat God, die zig zeiven allervolsnaakftkent,roeer van zig kan openbaaren, als wijniet