Antwerpen - lokaal sociaal beleidsplan 2008-2014 - Vlaanderen.be
Antwerpen - lokaal sociaal beleidsplan 2008-2014 - Vlaanderen.be
Antwerpen - lokaal sociaal beleidsplan 2008-2014 - Vlaanderen.be
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
3.1.3 VergrijzingToename van het aantal ouderen <strong>be</strong>tekent ook een toename in de vraag naar zorg. 4 Uitonderzoek blijkt dat de gezondheidsuitgaven stijgen met de leeftijd (Dhooge 1996:pp.328; Van der Wijst en Zwiers 1999: pp 1-2), met relatief lage uitgaven voor personenin de <strong>be</strong>roepsactieve leeftijdscategorieën en zeer hoge waarden voor 85-plussers. 5 Uitgegevens van de Nationale Gezondheidsenquête blijkt ook dat het aandeel personen metfunctie<strong>be</strong>perkingen toeneemt met de leeftijd.Uit figuur 8 blijkt dat het aantal 60-plussers afneemt tot in 2006 en daarna lichttoeneemt. De grijze druk of de verhouding tussen de 60-plussers en de <strong>be</strong>roepsactieve<strong>be</strong>volking tussen 18 en 59 jaar (figuur 9) daalt systematisch in de periode tussen 2000en 2007. Dit heeft zoals hierboven aangestipt vooral te maken met een groeiendejongere <strong>be</strong>volking. Wel zien we de laatste jaren een minder scherpe daling van de drukdan in de periode tussen 2000 en 2003.Deze evolutie verhult echter twee verschillende evoluties: we stellen vast dat de 60 tot80-jarigen de laatste jaren in aantal afnemen, maar het aantal 80-plussers (zie figuur10) stijgt. Het is voornamelijk deze laatste groep die een grote zorg<strong>be</strong>hoefte heeft.Daarnaast <strong>be</strong>merken we ook een stijging in de levensverwachting. Antwerpse mannenworden gemiddeld 76 jaar oud, vrouwen heb<strong>be</strong>n een gemiddelde levensverwachting van81 jaar.Naast de omvang van de groep senioren willen we nog ingaan op twee specifiekekenmerken die <strong>be</strong>langrijk zijn voor het ouderen<strong>be</strong>leid.1. Een eerste vaststelling is dat net als bij de totale <strong>be</strong>volking het aantal allochtonesenioren toeneemt. Tussen 2004 en 2007 neemt het aantal allochtone senioren toemet meer dan 2 000 personen. In 2007 is ongeveer 12 % van de senioren vanallochtone afkomst (bij de totale <strong>be</strong>volking is dit 26,5 %). De toenemende diversiteitbij deze groep zal vermoedelijk ook specifieke maatregelen in de zorgsector vereisen.2. Een tweede demografisch kenmerk dat van <strong>be</strong>lang is, is de gezinspositie en vooral hetaantal alleenstaande senioren. Eenzaamheid en een gebrek aan potentiële informelehulp zijn kenmerken die de kwetsbaarheid van deze groep doen toenemen. Ongeveer39 % van de 60-plussers is alleenstaand: dit percentage blijft in de periode 2000-2007 constant. Wel stellen we vast dat binnen de groep senioren het aandeelalleenstaanden toeneemt met de leeftijd. Vanaf 80 jaar is meer dan de helft van desenioren alleenstaand.4 Zie ook: Rotthier, P., Ruys, J. (2007), Ouderen en zorg: vraag en aanbod in de sector van de ouderenzorg,<strong>Antwerpen</strong>: Stad <strong>Antwerpen</strong>, Databank Sociale Planning en OCMW <strong>Antwerpen</strong>, Studie- en adviesbureau.5 Zie ook: Dooghe, G. (1996), Factoren die de vraag naar voorzieningen <strong>be</strong>palen bij ouderen. In: Breda, J.,Deleeck, H., Welzijnszorgplanning, een kwantitatieve <strong>be</strong>nadering, Brussel: CBGS. enVan der Wijst, T. en Zwiers, R. (1999), Zorgen over de zorg van morgen, <strong>be</strong>taalbaarheid gezondheidszorgonderzocht, in: Demos, Bulletin over <strong>be</strong>volking en samenleving, 15,http://www.nidi.knaw.nl/web/html/public/demos/dm99101.html23