Een bachelordiploma behalen in het Vlaams hoger onderwijs

De mannelijke studenten vertegenwoordigen ongeveer 45% van de populatiegeneratiestudenten voor beide academiejaren. Grafiek 2 toont dat het percentage mannelijkestudenten verschilt naargelang de vorm van hoger onderwijs. Het is het grootst in deacademische bacheloropleidingen aan de hogescholen (58%) en het kleinst in de professionelebacheloropleidingen (42%). Aan de universiteiten situeert het percentage mannelijkegeneratiestudenten zich rond 45% (bijlage 6.1).Hogeschool AB Hogeschool PB Universiteit70,060,058,557,9Percentage50,040,030,044,842,0 42,345,220,010,00,02004-2005 2005-2006Grafiek 2: Percentage mannelijke studentenDe leeftijdsverdeling van de generatiestudenten verschilt naargelang de vorm van hogeronderwijs en naargelang het geslacht (Grafiek 3). Universiteitsstudenten zijn globaalgenomen jonger dan hogeschoolstudenten en vrouwelijke studenten zijn doorgaans jongerdan mannelijke studenten. Van de mannelijke hogeschoolstudenten in professionelebacheloropleidingen is voor beide academiejaren een kleine 52% 18 jaar of jonger, in deacademische bacheloropleidingen is dat 68,2%. Van de mannelijke universiteitsstudenten is77,2% 18 jaar of jonger. Bij de vrouwelijke hogeschoolstudenten bedragen die percentagesrespectievelijk 66,4%, 74,0% en 85,5%. De verschillen tussen beide academiejaren zijn klein(bijlage 6.2).3