Een bachelordiploma behalen in het Vlaams hoger onderwijs

volgende: 50% van de ASO-studenten heeft na drie jaar een bachelordiploma en 72% heeft hetbinnen de 4 jaar; bij de KSO-studenten gaat het om respectievelijk 19% en 37% en bij TSOstudentenom 11% en 30%.Bij de studenten die starten in een hogeschoolopleiding is het verschil tussen KSO en TSO nietzo groot als aan de universiteiten. KSO-studenten die starten in een academisch gerichtebacheloropleiding doen het beter dan TSO-studenten. In de professioneel gerichte bacheloropleidingenis het net omgekeerd.Het percentage studenten uit het BSO dat na 3 jaar een bachelordiploma behaalt, is hetlaagst. Dat dit percentage jaarlijks vrij sterk schommelt, hangt samen met de kleinerestudentenaantallen. Van de BSO-studenten die beginnen aan een universiteit zijn er niet zoveel die een bachelordiploma in de wacht slepen. Zo behaalden 6 BSO-studenten op 47gestart in 2004-2005 een bachelordiploma: één na 3 jaar, één na 4 jaar en vier na 5 jaar.908070Percentage6050403020100ASOKSOTSOBSOOnbekendASOKSOTSOBSOOnbekendASOKSOTSOBSOOnbekendASOKSOTSOBSOOnbekendASOKSOTSOBSOOnbekendASOKSOTSOBSOOnbekend5 jaar4 jaar3 jaar2004-2005 2005-2006 2004-2005 2005-2006 2004-2005 2005-2006Hogeschool AB Hogeschool PB UniversiteitGrafiek 19: Percentage gediplomeerden naar onderwijsvorm SOIn tabel 1 wordt voor een aantal grote studierichtingen van het secundair onderwijs voor decohorte 2004 het percentage gediplomeerden gegeven per vorm van hoger onderwijs waarinde generatiestudent startte. Hieruit blijkt enerzijds dat er tussen de studierichtingen groteverschillen zijn in het percentage gediplomeerden. Anderzijds zijn de percentagesgediplomeerden voor eenzelfde studierichting soms ook heel verschillend naargelang de vormvan hoger onderwijs. De gegevens voor alle studierichtingen en voor cohorte 2005 zijnopgenomen in de bijlagen 6.19 tot en met 6.24.17