Een bachelordiploma behalen in het Vlaams hoger onderwijs

vooruitzichten worden voorspeld voor de generatiestudenten uit menswetenschappen. Deperspectieven zijn iets gunstiger voor economie-moderne talen en voor Latijn-moderne talen.Tabel 5: Parameterschattingen voor het logistische regressiemodel voor studiegebieden van HumaneWetenschappen – cohorte 2004: kans op behalen van bachelordiploma in maximaal 5 jaarFactorSchattingParameterIntercept 1,9760GeslachtMan -0,3726Vrouw 0,3726StudiegebiedRechten, notariaat, criminologische wetenschappen -0,2673Politieke en sociale wetenschappen 0,0417Psychologie en pedagogische wetenschappen 0,2256Studierichting SOGrieks-Latijn 0,0844Grieks/Latijn-wiskunde 0,9513Latijn-moderne talen -0,3994Grieks/Latijn-wetenschappen 0,5936Economie-wiskunde 0,0822Economie-moderne talen -0,6230Moderne talen-wiskunde 0,0623Wetenschappen-wiskunde 0,2698Menswetenschappen -1,0212Voor elk van de drie studiegebieden wordt aan de hand van een grafiek een beeld gegevenvan de verschillen tussen de geobserveerde en de voorspelde diplomapercentages. Uit diegrafieken 51 tot en met 53 blijken tevens de verschillen naar geslacht en naar studierichtingsecundair onderwijs.Voor het studiegebied Rechten, notariaat en criminologische wetenschappen sluiten devoorspelde diplomakansen doorgaans vrij goed aan bij de geobserveerde kansen (grafiek 51).Enkel voor de mannelijke generatiestudenten uit Latijn-Grieks en uit economie-wiskunde envoor de mannelijke en de vrouwelijke generatiestiestudenten uit moderne talen-wiskundebedraagt het verschil tussen de voorspelde en de geobserveerde kansen meer dan 5procentpunten.De diplomakansen van de vrouwelijke generatiestudenten liggen systematisch hoger dan dievan de mannelijke generatiestudenten. Vrouwelijke studenten uit de studierichtingen metklassieke talen en/of wiskunde hebben doorgaans een voorspelde kans van ongeveer 90% ofmeer om binnen de vijf jaar een bachelordiploma te halen. Enkel Latijn-moderne talen vormtdaarop een uitzondering met een voorspelde kans van 84,3%. Voor economie-moderne talenbedraagt de voorspelde kans 81,1% en voor menswetenschappen 74,3%. Bij de mannelijkestudenten overschrijdt de voorspelde kans enkel de 90%-grens indien ze tijdens het secundaironderwijs Latijn- of Grieks-wiskunde studeerden. Indien ze een klassieke taal combineerdenmet wetenschappen bedraagt de kans 87,3%. Komen ze uit Grieks-Latijn of uit een richting56