Zicht op kwetsbaarheid
nationaalrapporteurzichtopkwetsbaarheidinteractief_tcm23-34694
nationaalrapporteurzichtopkwetsbaarheidinteractief_tcm23-34694
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
80<br />
<strong>Zicht</strong> <strong>op</strong> <strong>kwetsbaarheid</strong><br />
senhandelvorm die in artikel 273f lid 1 sub 5 Sr is <strong>op</strong>genomen 73 , maar lijken vooral ook enkele<br />
zedendelicten te worden geactiveerd. Zo wordt in de artikelen 247, 248f en 250 Sr uitdrukkelijk het uitlokken<br />
van ontucht met een derde strafbaar gesteld. In het geval van artikel 248f Sr gaat het om het met<br />
een dwangmiddel <strong>op</strong>zettelijk teweegbrengen of bevorderen van het plegen van ontucht door een minderjarige<br />
met een derde. Dit delict, dat pas in 2014 in werking trad, kent een strafbedreiging van tien jaar<br />
en is van toepassing <strong>op</strong> minderjarigen tot achttien jaar. Voorwaarde voor strafbaarheid is dat een vorm<br />
van dwang wordt uitgeoefend <strong>op</strong> de minderjarige om seks te hebben met een derde (in casu: degene<br />
met wie de minderjarige trouwt). In deze gevallen zou de dwang kunnen liggen in de afhankelijkheidssituatie<br />
tussen degenen die het huwelijk arrangeren en degenen voor wie het huwelijk gearrangeerd<br />
wordt, een situatie die ook hier mogelijk onder het bestanddeel ‘andere feitelijkheid’ valt. Het ontuchtig<br />
karakter van het seksueel contact waarvan sprake moet zijn, kan worden gevormd door de context<br />
waarin de seksuele handelingen plaats vinden; een door meerderjarige derden gearrangeerde setting<br />
waarin seks tussen minderjarigen plaats heeft. Bij k<strong>op</strong>pelarij, dat met een minder hoge maximum celstraf<br />
bedreigd wordt, vormen dwangmiddelen geen bestanddelen. Dat artikel (lid 1 sub 1) ziet expliciet<br />
<strong>op</strong> het teweegbrengen of bevorderen van ontucht van het eigen kind met een derde. Dit artikel lijkt qua<br />
doel dus het meest aan te sluiten bij de situatie waarin ouders hun eigen kind aanzetten om seks te hebben<br />
met een door de ouders uitgekozen partner. Als het gaat om kinderen onder de zestien jaar, ligt tot<br />
slot ook strafrechtelijke aansprakelijkheid via de band van artikel 247 Sr voor de hand. Artikel 247 Sr stelt<br />
degene strafbaar die een kind onder de zestien jaar verleidt tot het plegen of dulden van seksuele handelingen<br />
met een derde. De strafbedreiging is zes jaar gevangenisstraf. 74<br />
4.1.4.5 Prioritering van gearrangeerde kindhuwelijken in het (strafvorderlijk) beleid<br />
In de bespreking hierboven is gekeken naar de relatie tussen gearrangeerde kindhuwelijken in Romagemeenschappen<br />
en mensenhandel en andere (zeden)delicten in het Wetboek van Strafrecht. Daarmee<br />
is primair een strafrechtelijk perspectief tot uitgangspunt genomen. Gewaakt moet echter worden voor<br />
overspannen verwachtingen van deze benadering. Het strafrecht is niet zaligmakend. Complexe fenomenen<br />
als gearrangeerde kindhuwelijken, en daarmee samenhangende fenomenen, kunnen niet alleen<br />
vanuit strafrechtelijk perspectief worden begrepen, voorkomen en bestreden, ook moet aandacht uitgaan<br />
naar alternatieve instrumenten om deze doelstellingen te bereiken. Tegelijk geldt voor huwelijksdwang,<br />
voor criminele uitbuiting en voor het aanzetten tot huwelijksconsummatie dat het alle gedragingen<br />
zijn die een inbreuk <strong>op</strong>leveren <strong>op</strong> fundamentele (kinder)rechten; zij raken kernwaarden als de<br />
persoonlijke autonomie en de seksuele integriteit en niet voor niets is zowel <strong>op</strong> internationaal als nationaal<br />
niveau de laatste jaren geïnvesteerd in de versteviging van strafrechtelijke middelen, waarmee de<br />
strafwaardigheid van deze gedragingen nog eens extra wordt benadrukt. Voor de komende jaren lijkt het<br />
daarom geëigend om ook meer vanuit het strafrechtelijk perspectief naar de beschreven problemen te<br />
kijken. Het is vanzelfsprekend dat deze aanpak niet alleen kan steunen <strong>op</strong> wetgeving, in het bijzonder<br />
de recente wetgevende activiteit <strong>op</strong> het terrein van huwelijksdwang: naleving van wetgeving staat of valt<br />
73 Art. 273f lid 1 sub 5 Sr stelt o.a. strafbaar degene die een ander ertoe brengt zich beschikbaar te stellen tot het verrichten<br />
van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling. Het bestanddeel ‘betaling’ kan in dit verband<br />
wel moeilijkheden <strong>op</strong>leveren. De seksuele handelingen staan binnen de beschreven ceremonie immers primair<br />
in de sleutel van het aantonen van de maagdelijkheid. Toch kan ten aanzien van de ouders van het meisje – die<br />
immers een bedrag ontvangen waarvan de hoogte deels door de maagdelijkheid van hun dochter wordt bepaald –<br />
worden betoogd dat zij financieel profijt trekken uit de consummatie van het huwelijk.<br />
74 Zie over de uiteenl<strong>op</strong>ende gedragingen die in de zedentitel zijn strafbaar gesteld uitgebreid Lindenberg en Van Dijk,<br />
2015.