Zicht op kwetsbaarheid
nationaalrapporteurzichtopkwetsbaarheidinteractief_tcm23-34694
nationaalrapporteurzichtopkwetsbaarheidinteractief_tcm23-34694
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
98<br />
<strong>Zicht</strong> <strong>op</strong> <strong>kwetsbaarheid</strong><br />
intensiveren van toezicht en handhaving door inspectiediensten was bijvoorbeeld één van de voornaamste<br />
instrumenten na het instorten van de Rana Plaza-fabriek in Bangladesh. De genoemde initiatieven<br />
zijn de bekendste <strong>op</strong> het terrein van regelgeving die is ontworpen voor bedrijven die in het buitenland<br />
<strong>op</strong>ereren, en onderdeel uitmaken van vaak lange productieketens. Ook <strong>op</strong> sectoraal niveau zijn<br />
verschillende initiatieven ontwikkeld om het gebruik van producten die het resultaat zijn van kinderarbeid<br />
te voorkomen. 30<br />
Wat aan de initiatieven <strong>op</strong>valt, is het vrijwillige karakter van deelname eraan. Hoewel bedrijven wel<br />
worden gestimuleerd aan initiatieven deel te nemen, en in sommige gevallen imago en overheidsfinancieringen<br />
daarvan ook afhankelijk zijn, ontbreekt het vaak aan wet- en regelgeving die ook daadwerkelijk<br />
gehandhaafd kan worden, bijvoorbeeld door middel van sancties. Hoewel dit <strong>op</strong> zichzelf niets<br />
zegt over de effectiviteit van de regels lijkt soms sprake te zijn van een handhavingslacune; het gebrek<br />
aan mogelijkheden aan de kant van de staat om, naast <strong>op</strong> ‘compliance’ gerichte maatregelen, ook daadwerkelijke<br />
sancties te kunnen <strong>op</strong>leggen indien uit onderzoek blijkt dat bedrijven te weinig doen om<br />
kinderarbeid in hun ketens te voorkomen.<br />
5.5 Knelpunten<br />
Het fenomeen kinderarbeid is complex, uiteenl<strong>op</strong>end en meerlagig. Kinderarbeid is bovendien verweven<br />
met grotere thema’s waarvoor geen eenduidige <strong>op</strong>lossing voorhanden is. Het komt aan <strong>op</strong> een alomvattende<br />
aanpak, die beleidsdomeinen en landsgrenzen overstijgt. Dat kinderarbeid voornamelijk<br />
gebeurt in productieketens in landen buiten Eur<strong>op</strong>a mag evenwel geen reden zijn om voor deze problematiek<br />
de ogen te sluiten. De verwevenheid van de Nederlandse economie met het buitenland en de<br />
grote afhankelijkheid van productieketens waarin het risico <strong>op</strong> kinderarbeid bestaat, moet juist een<br />
impuls zijn blijvend te werken aan nieuwe maatregelen om de kans <strong>op</strong> kinderarbeid te voorkomen. En<br />
om de ko<strong>op</strong> en het gebruik van producten die het resultaat zijn van kinderarbeid te st<strong>op</strong>pen.<br />
Een nadeel van veel van de maatregelen die momenteel worden genomen, is hun niet-verplichtend<br />
karakter. Dat vormt het eerste knelpunt dat met betrekking tot deze problematiek kan worden benoemd.<br />
Het Ruggie-raamwerk, maar ook de OESO-richtlijnen – regelgeving die in dit kader van belang is – kenmerken<br />
zich beide doordat er vrijwillig aan wordt deelgenomen. Hetzelfde geldt uiteraard voor convenanten<br />
die door sectoren zelf worden <strong>op</strong>gesteld. Ook geldt dat het lastig is in rechte af te dwingen dat<br />
bedrijven zich aan deze ‘maatschappelijk verantwoord ondernemen’-normen houden. 31 Dat wil niet<br />
zeggen dat het niet deelnemen of niet naleven van dergelijke normen altijd zonder gevolgen blijft; zo<br />
‘verwacht’ de Nederlandse regering dat in Nederland gevestigde multinationale ondernemingen aan het<br />
Ruggie-raamwerk en de OESO-richtlijnen voldoen en kan niet-naleving meebrengen dat financiering<br />
st<strong>op</strong> wordt gezet of het onmogelijk wordt aan de Nederlandse overheid te leveren. 32 Desondanks blijft<br />
30 SER, 2014.<br />
31 Zie daarover uitgebreid de dissertatie van Louise Vyt<strong>op</strong>il, waarin zij concludeert dat multinationals naar burgerlijk<br />
recht vrijwel onschendbaar zijn en moeilijk aansprakelijk te stellen voor schendingen van regels die onderdeel<br />
uitmaken van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Vyt<strong>op</strong>il trekt de voorzichtige conclusie ‘[…] dat het recht<br />
<strong>op</strong> dit moment wellicht niet zoveel te bieden heeft als het gaat om een langetermijn verbetering van MVO-omstandigheden<br />
in handelsketens’ (Vyt<strong>op</strong>il, 2015). Zie ook Vyt<strong>op</strong>il, 2016.<br />
32 Zie voor meer informatie daarover www.oesorichtlijnen.nl, geraadpleegd <strong>op</strong> 2 september 2015.