CG RID u&m 02/J-Cop - Operator's Manual
CG RID u&m 02/J-Cop - Operator's Manual
CG RID u&m 02/J-Cop - Operator's Manual
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
NEE 4 VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN<br />
6) Vervoer geen andere personen dan uzelf.<br />
7) De bestuurder van de machine dient de aanwijzingen voor het besturen van de machine stipt op te<br />
volgen en wel:<br />
– de bestuurder mag niet afgeleid worden en dient alle aandacht bij zijn werk te houden;<br />
– de bestuurder dient eraan te denken dat het verlies van de macht over het stuur van de machine,<br />
terwijl hij van een helling afglijdt, niet hersteld kan worden door de rem te gebruiken. De voornaamste<br />
oorzaken waardoor u de macht over het stuur kwijt kunt raken zijn de volgende:<br />
– de wielen hebben niet voldoende grip;<br />
– te hoge snelheid;<br />
– niet goed remmen;<br />
– de machine is niet geschikt voor het doel waarvoor hij wordt gebruikt;<br />
– gebrek aan kennis ten aanzien van de gevolgen die de toestand waarin het terrein zich verkeerd<br />
kunnen hebben, in het bijzonder op hellingen.<br />
8) De machine is van een aantal microschakelaars en veiligheidsinrichtingen voorzien. U mag deze<br />
voorzieningen in geen geval beschadigen of verwijderen, op straffe van verval van de garantie en de<br />
fabrikant kan hier dan niet voor aansprakelijk gesteld worden.<br />
B) VOOR HET GEBRUIK<br />
1) Tijdens het maaien dient u altijd stevige schoenen en een lange broek te dragen. Gebruik de<br />
machine niet met blote voeten of met open sandalen.<br />
2) Controleer het gehele terrein dat u wilt maaien grondig en verwijder alles wat de machine zou kunnen<br />
beschadigen (zoals stenen, takken, ijzerdraad, botten e.d.).<br />
3) LET OP: GEVAAR! De benzine is bijzonder brandbaar.<br />
– bewaar de brandstof in speciale tanks;<br />
– giet de brandstof, met behulp van een trechter, alleen in de open lucht in de tank en als u dit doet<br />
mag u hierbij, en ook niet tijdens het hanteren van de brandstof, niet roken;<br />
– giet de brandstof in de tank vóórdat u de motor aanzet: als de motor aanstaat of warm is mag u<br />
geen benzine toevoegen of niet de dop van de benzinetank erafdraaien;<br />
– als u benzine gelekt heeft mag u de motor niet starten maar dient u de machine uit de buurt van de<br />
plek waar u de benzine gelekt heeft te brengen en te voorkomen dat er brand ontstaat. U dient te<br />
wachten totdat de brandstof verdampt is en de benzinedampen opgelost zijn;<br />
– draai de doppen van de benzinetank van de machine en van het benzineblik altijd goed dicht.<br />
4) Vervang de geluiddempers als deze defect zijn.<br />
5) Vóór het gebruik dient u een algemene controle te verrichten, met name de toestand van het mes,<br />
en dient u te controleren of de bouten en het mes niet versleten of beschadigd zijn. Vervang het<br />
beschadigde of versleten mes en/of de bouten en bloc om ervoor te zorgen dat het maaidek in balans<br />
blijft.<br />
6) Vóórdat u met het maaien begint, dient u de beschermingen op het windkanaal te monteren<br />
(opvangbak en steenbeschermkap).<br />
C) TIJDENS HET GEBRUIK<br />
1) Start de motor niet in gesloten ruimten, waar zich gevaarlijke koolstofmonoxyde kan ophopen.<br />
2) Werk alleen bij daglicht of bij goed kunstlicht.<br />
3) Indien mogelijk, maai niet als het gazon nat is.<br />
4) Voordat u de motor start dient u het mes los te koppelen, de versnelling ( ➤ bij modellen met<br />
mechanische aandrijving) of de snelheidsregelaar ( ➤ bij modellen met hydrostatische aandrijving)<br />
in de “vrije” stand te zetten en de machine op de handrem te zetten.<br />
5) Maai geen gazons die een helling van meer dan 10° hebben (17%).<br />
6) Denk eraan dat er geen “veilige” hellingen bestaan. U dient bijzonder goed op te letten als u zich<br />
op een helling begeeft. Om te voorkomen dat u over de kop slaat, adviseren wij u:<br />
– een tegengewicht op de voorzijde van de machine te monteren (verkrijgbaar op aanvaag);<br />
– niet plotseling te stoppen of weg te rijden als u een helling op– of afrijdt;<br />
– de koppeling altijd voorzichtig laat opkomen en altijd een versnelling ingeschakeld te houden ( ➤<br />
bij modellen met mechanische aandrijving) of de snelheidsregelaar ( ➤ bij modellen met hydrostati-<br />
sche aandrijving) geleidelijk naar een hogere stand te schuiven;<br />
– de snelheid op de hellingen en in scherpe bochten laag te houden;<br />
– let op bobbels, taluds en op verborgen gevaren;<br />
– maai het gazon in geen geval in de dwarsrichting ten opzichte van de helling.