Congo Yearbook - 1943

tieel : indeeling naar het tewerkgesteld personeel,
146 ; indeeling van de nijverheidsinrichtingen :
naar het aantal afdeelingen, 190* ; naar den
rechtsvorm, 190* ; indeeling van de bedienden
en werklieden naar de wedde of het loon, 191-194*.
B. Indeeling van de ambachten, 147.
C. Handelstelling : aantal inrichtingen en tewerkgesteld
personeel, 148 ; indeeling van de bedienden
en werklieden naar hun wedde of loon, 149-152 ;
telling van de alleenstaande handelaars, 153.
D. Telling van de ongebezigden, 198*.
Eerediensten. — Bezoldigd personeel, 99.
Giften aan de eeredienstinstellingen, 98.
Electriciteit. — Productie, overbrenging en voorziening,
160-161.
Emigratie. — 53.
Landverhuizing over dehaven Antwerpen, 233*.
Emisslebank. — 184.
Erkenning yan natuurlijke klnderen. — 28.
Examens. — Examenuitslagen in het lager normaalonderwijs,
67 ; in het middelbaar normaalonderwijs,
67.
Aantal en aard der universitaire einddiploma's,
105*.
Exploitatiedienst van het koloniaal verkeerswezen
(Otraeo), 226.
F
Pabrieken. — IJzerfabrieken,
Metaalfabrieken die andere metalen dan ijzer bewerken,
158.
, Ongevallen, 168,
Zie ook Nijverheid.
Fabrieks- en handelsmerken. — 169.
Faculteiten. — Zie Hooger
Faillissementen. — 100-101.
onderwijs.
Families. — Indeeling van de gehuwde paren, naar
het aantal kinderen en den duur van het huwelijk,
18.
Kinderbijslag, 85.
Fietsen. — 197.
Financieele inrichtingen. — Spaarkas, 82-83.
Nationale maatschappij voor krediet aan de nijverheid,
175.
Nationale kredietkas ten bShoeve van den middenstand,
178.
Waarborgfonds voor krediet ten behoeve van de
ambachtsbewertuiging, 178.
Hoofdkas voor het klein beroepskrediet, 176-177.
Centraal Bureau voor hypothecair krediet, 179.
Nationale maatschappij voor den kleinen landeigendom,
175.
Nationale delcrederedienst, 178.
Nationale Bank, 183.
Emissiebank, 184.
Landbouwkrediet, 180-182.
Union du Credit de Bruxelles, 119?
Fonds tot delging der Staatsschuld. — 114-115.
Gas. — Statistiek van de gasvoorziening, 161.
G
Geboorten. — Onder de werkelijke bevolking, 23-24.
Feitelijke geboorten : voor het Rijk, van 1830
tot 1943, 22 ; per provincie naar het geslaeht
en de legitinüteit, 25 ; per maand en naar het
geslaeht, 25 ; in de voornaamste agglomeraties,
56 ; naar den leeftijd der moeder, ,26 ; naar den
duur van het huwelijk, 26 ; naar het aantal
levend aangegeven kinderen, 26.
Tweelingen, 27.
Meerlinggeboorten, 27.
Geboorten in Belgiseh-Kongo, 211.
Zie ook Doodgeborenen.
Geboorteplaats. — Indeeling van de inwoners (1930)
naar de geboorteplaats, 16. ,
Gejbouwde oppervlakte. — Gebouwde oppervlakte
der gemeenten met meer dan 5,000 zielen,, 7-12.
Aantal huizen in 1930, 13 ; in 1941 en 1942, 14.
• Zie ook Kadastraal mkomeri.
Gebouwen. — Aantal in 1930, il3.
Statistiek van de gebouwen in 1941 en 1942, 14.
Waarde der overdrachten, 118.
Kadastraal inkomen, 119.
Gebrekkigheden. — Zie Lichaamsgebreken.
Geestelijke genootschappen. — Aantal kloosterhuizen
in Belgie met hun bevolking, 97.
Gehomologeerde faillissementvoorkomende äkkoorden.
— 100-101.
Gehuwde paren. — Indeeling naar het aantal kinderen
en den duur van het huwelijk, 18.
Gemeentebelastingen ; volgens de begrootingen
1941, 125 ; in de gemeenten met 40,000 zielen en
meer, 130-131.
Gemeentefinancien. — Financieele statistiek van
de gemeenten met 40,000 zielen en meer, 130-133.
Schuld der gemeenten. 124.
Leeningen opgenomen door de gemeenten, 134.
Statistiek der rekeningen (1939) en der gemeentebegrootingen
(1941), 126-129.
Gemeentegrenzen. — Aantal grenswijzigihgen, 3.
Gemeenten. — Aantal;- 2, 3.
Oprichting en opheffing van gemeenten en wijziging
van gemeentegrenzen, 3 ; afgestane gemeenten,
3, nota.
Aantal gemeenten gegroepeerd naar hun bevolking,
12*.
Gemeenten met meer dan 5,000 zielen : bevolking,
uitgestrektheid, gebouwde oppervlakte en bevolkingsdichtheid,
7-12.
Gemeenteverkiezingen, 82-83*.
Indeeling van de gemeenten naar de numerieke
sterkte der gemeenteraden, 84*.
Gemeenteschuld, 124.
Gemeentebelastingen, 125.
Statistiek der ontvangsten en uitgaven volgens de *
rekeningen (1939) en begrootingen (1941), 126-
129.
Leeningen opgenomen door de gemeenten, 134.
Gemeentelijke spaarkassen, 81.