S T U D I E G I D S - Artesis

Master in het vertalen
S T U D I E G I D S
Studie van het cultuurgebied: Hedendaagse literatuur en cultuur B : België (Frans)
Enkel van toepassing bij globale keuzeoptie(s):
- Frans
Code: 7050/385/0809/7048/60
Codering: 4F1b
Soort cursus: Deel van een opleidingsonderdeel
Niveau: Uitdiepend
Onderwijstaal: Frans
Trajectschijf: 4
Aantal studiebelastingpunten: 2
Gewicht: 2,00
Studiematerialen:
(verplicht)
Studiematerialen:
(aanbevolen)
Onderwijsorganisatie: Hoorcollege
Begeleide praktijk
Onderwijsorganisatie:
Onderwijsactiviteiten
Begeleide praktijk
Hoorcollege
Uren: 28,00
Duur: Semester
Uren: 0,00
Studietijd (uren): 28,00
Docenten:
Docent Peeters Kris
KLINKENBERG, Jean-Marie, Petites mythologies belges, Brussel, Labor, 2003.
QUAGHEBEUR, Marc, Balises pour l’histoire des lettres belges, Bruxelles : Labor, 1998.
DENIS, Benoît ; KLINKENBERG, Jean-Marie. La littérature belge: précis d'histoire sociale - Bruxelles
: Labor, 2005.
Inhoud: Dit opleidingsonderdeel bouwt voort op de stof die werd aangereikt in het opleidingsonderdeel 3F1 (‘Inleiding
tot het cultuurgebied’), waarvan hier het ‘Belgische luik’ wordt behandeld.
In een eerste fase wordt ingegaan op de belangrijkste structuren die de politieke en institutionele specificiteit
van Franstalig België (met inbegrip van het tweetalige Brussels Hoofdstedelijk Gewest) bepalen. Het accent
wordt hierbij voornamelijk gelegd op politieke structuren en publieke instellingen van de federale staat
enerzijds, op een contrastieve vergelijking tussen Waalse en Franse en tussen Waalse en Vlaamse
leefgewoonten en de heersende clichés in dat verband anderzijds. Hierbij wordt steeds uitgegaan van de
hedendaagse situatie, maar deze wordt tevens historisch geduid.
Een tweede luik betreft de belangrijkste bestanddelen van het hedendaagse Frans-Belgische
cultuurpatrimonium: architectuur, schilderkunst, beeldhouwkunst, chanson, film, beeldverhaal. Hierbij wordt in
het bijzonder ingegaan op het probleem van de culturele identiteit van (Franstalig) België, de relatie tot het
Frans en Frankrijk, tot het Nederlands en Vlaanderen.
In een derde luik, tenslotte, wordt een kritisch overzicht gegeven van de belangrijkste genres, auteurs,
tendensen en problemen van de hedendaagse Frans-Belgische letterkunde. Hierbij wordt in het bijzonder
aandacht geschonken enerzijds aan het debat rond de specificiteit (en benaming) van de Frans-Belgische
letteren t.o.v. de Franse letteren, anderzijds aan intertekstualiteit als belangrijke eigenschap van hedendaagse
letterkunde. Enkele concrete casussen worden besproken en geanalyseerd.
De studenten lezen ook het werk van Jean-Marie Klinkenberg, Petites mythologies belges, Brussel, Labor,
2003.
Instapbegeleiding: Na afspraak met de docent.
Begincompetenties: Voldoende kennis van de Franse taal en cultuur, zowel passief als actief (niveau C1 van het
Europese Referentiekader voor Talen).
Eindcompetenties: 1) De student heeft een algemeen inzicht in de politieke, institutionele en maatschappelijke
structuren van de Belgische samenleving in het algemeen, van het Waalse gewest, het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest en de Franstalige Gemeenschap in het bijzonder. De student verwerft
tevens een historisch inzicht in het ontstaan van deze structuren.
2) De student heeft een algemeen inzicht in verschillende deelaspecten van de Franstalige cultuur
in België en is in staat kritisch te reflecteren over de (Frans-)Belgische culturele identiteit.
3) De student heeft een algemeen inzicht in de belangrijkste stromingen, tendensen en
Afgedrukt: 16 september 2008 - 11:32:40
Pagina 32 van 75