Memoire van Toelichting Wfz-kst-32398-3[1] MvT ... - GGZ Nederland
Memoire van Toelichting Wfz-kst-32398-3[1] MvT ... - GGZ Nederland
Memoire van Toelichting Wfz-kst-32398-3[1] MvT ... - GGZ Nederland
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
naar de justitiebegroting gebleven. Dit betekent dat het onderhavige<br />
wetsvoorstel geen veranderingen aanbrengt in de bestaande aanspraken<br />
op de WMO.<br />
De Federatie Op<strong>van</strong>g pleit voor aansluiting met de functionele termen in<br />
de AWBZ en de Zvw, dat uitgaat <strong>van</strong> zogenoemde aanspraken. Wij zijn<br />
hieraan tegemoet gekomen door deze term ook in het wetsvoorstel te<br />
gebruiken en wel in de definitie <strong>van</strong> forensische patient (artikel 1, lid 1,<br />
sub d). Een forensische patiënt heeft een aanspraak op forensische zorg.<br />
Wel merken wij op dat niet alle door de Federatie Op<strong>van</strong>g genoemde<br />
termen zijn opgenomen in de AWBZ en Zvw. Wij hebben dan ook niet alle<br />
suggesties overgenomen. Wel delen wij de vaststelling dat <strong>van</strong> de<br />
leerervaring op het gebied <strong>van</strong> afstemming, afbakening en aansluiting<br />
met de AWBZ en Zvw is opgedaan, het nieuwe stelsel <strong>van</strong> forensische<br />
zorg kan profiteren. De NOvA merkt op dat de definitie <strong>van</strong> artikel 1.1 en<br />
de uitwerking er<strong>van</strong> in artikel 2.2, de preventief gehechte gedetineerden in<br />
principe lijkt uit te sluiten <strong>van</strong> forensische zorg. Dat is slechts anders<br />
indien de voorlopige hechtenis onder voorwaarden is geschorst. Wij<br />
hebben de begripsomschrijving op dit punt verduidelijkt. De NVvR, de<br />
Raad voor de rechtspraak en de NOvA merken op dat de begripsomschrijving<br />
<strong>van</strong> de forensische zorg de indruk wekt dat de forensische zorg<br />
onderdeel kan uitmaken <strong>van</strong> een door de rechter opgelegde straf. Deze<br />
opmerking wordt door deze adviesinstanties terecht gemaakt. Wij hebben<br />
de begripsomschrijving aangepast.<br />
De VGN vraagt specifiek naar de afbakening met het wetsvoorstel Zorg en<br />
Dwang. Dit wetsvoorstel ziet op de gehandicaptensector en de psychogeriatrische<br />
sector. De VGN signaleert terecht dat in artikel 2.3 wordt<br />
aangesloten bij de Wet bopz en het conceptwetsvoorstel Verplichte ggz en<br />
dat het conceptwetsvoorstel Zorg en Dwang hierin niet wordt genoemd.<br />
Het NIFP maakt opmerkingen bij artikel 2.2, lid 1, sub c, waarin is bepaald<br />
dat onder het verlenen <strong>van</strong> forensische zorg tevens valt het plaatsen <strong>van</strong><br />
een persoon in een inrichting ter klinische observatie bestemd op grond<br />
<strong>van</strong> artikel 196 Wetboek <strong>van</strong> Strafvordering (Sv.). Het NIFP beschouwt de<br />
observatieplaatsing niet als vorm <strong>van</strong> forensische zorg. Om de NIFP<br />
tegemoet te komen, hebben wij er voor gekozen om de verwijzing in<br />
artikel 2.2. naar de artikelen 196, 317 en 509g <strong>van</strong> het Wetboek <strong>van</strong><br />
Strafvordering te schrappen. Om niettemin in de wet vast te leggen dat de<br />
Minister <strong>van</strong> Justitie deze observatieplaatsing bekostigt, is hiertoe een<br />
aparte bepaling opgenomen in hoofdstuk 4 dat betrekking heeft op de<br />
inkoop en financiering.<br />
Het OM maakt in algemene zin een opmerking over het opnemen <strong>van</strong><br />
strafvorderlijke bepalingen in het onderhavige wetsvoorstel. In reactie<br />
hierop verwijzen wij allereerst naar de aanpassing die wij naar aanleiding<br />
<strong>van</strong> het advies <strong>van</strong> het NIFP hebben gedaan. Verder verwijzen wij naar de<br />
wijziging <strong>van</strong> artikel 37 <strong>van</strong> het Wetboek <strong>van</strong> Strafrecht die wij hierna<br />
bespreken. Met deze twee aanpassingen wordt op een tweetal cruciale<br />
onderdelen <strong>van</strong> het wetsvoorstel aan de opmerking <strong>van</strong> het OM tegemoet<br />
gekomen. Het OM wijst verder op de procedure <strong>van</strong> de indicatiestelling en<br />
stelt dat de rechter geen forensische zorg kan opleggen als dit geen<br />
onderdeel uitmaakt <strong>van</strong> een strafvorderlijke beslissing. In reactie op dit<br />
laatste punt <strong>van</strong> het OM, verwijzen wij naar de hieronder beschreven<br />
nieuwe procedure <strong>van</strong> indicatiestelling, waarin geen rol meer voor de<br />
rechter is voorzien.<br />
De RSJ en het NIFP vragen naar de positie <strong>van</strong> jeugdigen en pleiten voor<br />
het onderbrengen <strong>van</strong> de forensische jeugdzorg binnen de reikwijdte <strong>van</strong><br />
het wetsvoorstel. Er is door ons besloten de forensische zorg voor<br />
Tweede Kamer, vergaderjaar 2009–2010, 32 398, nr. 3 34