Memoire van Toelichting Wfz-kst-32398-3[1] MvT ... - GGZ Nederland
Memoire van Toelichting Wfz-kst-32398-3[1] MvT ... - GGZ Nederland
Memoire van Toelichting Wfz-kst-32398-3[1] MvT ... - GGZ Nederland
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Artikel 2.4<br />
Artikel 2.2 beoogt een limitatieve opsomming <strong>van</strong> de strafrechtelijke titels<br />
te geven die vallen onder de reikwijdte <strong>van</strong> het onderhavige wetsvoorstel.<br />
Denkbaar is echter dat nieuwe titels aan deze opsomming moeten worden<br />
toegevoegd. Om dit te vergemakkelijken wordt hiertoe de mogelijkheid<br />
geschapen in het Besluit Forensische zorg.<br />
Hoofdstuk 3. Instellingen<br />
Artikel 3.1<br />
Dit artikel is gebaseerd op het huidige artikel 6 Bvt. Door dit artikel wordt<br />
ook in het nieuwe stelsel ruimte geboden aan rijksinstellingen. Het beheer<br />
<strong>van</strong> de rijksinstellingen (in de Bvt nog opperbeheer genoemd) berust bij<br />
de Minister <strong>van</strong> Justitie. De taak <strong>van</strong> het hoofd <strong>van</strong> de instelling wordt<br />
geduid als dagelijks beheer <strong>van</strong> de rijksinstelling. Hiermee worden geen<br />
inhoudelijke taakverschuivingen beoogd. Het dagelijks beheer <strong>van</strong> een<br />
instelling welke deel uitmaakt <strong>van</strong> een penitentiaire inrichting berust bij<br />
het hoofd <strong>van</strong> de inrichting. Het vijfde lid spreekt over «hoofd <strong>van</strong> de<br />
instelling» hetgeen meebrengt dat deze bepaling niet geldt voor een<br />
hoofd <strong>van</strong> de inrichting bedoeld in de tweede volzin <strong>van</strong> het vierde lid.<br />
Artikel 3.2<br />
In het nieuwe stelsel worden niet alleen de rijksinstellingen aangewezen,<br />
maar ook de private instellingen. In het tweedelid is een inlichtingenplicht<br />
neergelegd voor de private instelling ten opzichte <strong>van</strong> de ambtenaren die<br />
daartoe door de Minister <strong>van</strong> Justitie zijn aangewezen. Het gaat hier om<br />
de ambtenaren <strong>van</strong> de Inspectie voor de sanctietoepassing. In het derde<br />
lid is de opvolger <strong>van</strong> artikel 8, derde lid, Bvt. Hierin wordt geregeld dat<br />
aantekening moet worden gemaakt omtrent de lichamelijke en geestelijke<br />
gesteldheid <strong>van</strong> de ter beschikking gestelde en <strong>van</strong> andere belangrijke<br />
voorvallen.<br />
Artikel 3.3<br />
In het eerste lid is de aanwijzingsbevoegdheid <strong>van</strong> de Minister <strong>van</strong> Justitie<br />
vastgelegd. De Minister <strong>van</strong> Justitie kan namelijk instellingen aanwijzen<br />
als zijnde in het bijzonder bestemd als instelling voor de verpleging <strong>van</strong><br />
ter beschikking gestelden. Artikel 3.2, tweede en derde lid, worden <strong>van</strong><br />
overeenkomstige toepassing verklaard. Het tweede lid ziet op de criteria<br />
voor het verlenen <strong>van</strong> een aanwijzing. Bij de aanwijzing als private<br />
instelling zal de aanwezige populatie ter beschikking gestelden in de<br />
instelling een rol spelen. Denkbaar is dat in het Besluit Forensische zorg<br />
een criterium wordt opgenomen dat er in voorziet dat als een<br />
meerderheid <strong>van</strong> de forensische patiënten bestaat uit ter beschikking<br />
gestelden, de Minister <strong>van</strong> Justitie overgaat tot een bijzondere aanwijzing<br />
bedoeld in het eerste lid. De bijzondere aanwijzing heeft tot gevolg dat de<br />
in dit artikel omschreven sturingsbevoegdheden <strong>van</strong> toepassing zijn. Deze<br />
sturingsbevoegdheden staan hoofdzakelijk in het teken <strong>van</strong> de naleving<br />
<strong>van</strong> de bij of krachtens de wet gestelde bepalingen inzake ter beschikking<br />
gestelden. Hiermee wordt vooral gedoeld op de Bvt. Op grond <strong>van</strong> het<br />
tweede lid <strong>van</strong> dit artikel is door de aanwijzing bedoeld in het eerste lid de<br />
Bvt <strong>van</strong> toepassing. De bepalingen in het tweede en derde lid hebben<br />
betrekking op het beheer <strong>van</strong> de private instelling.<br />
Het is <strong>van</strong> essentieel belang om ook in het nieuwe stelsel de ministeriele<br />
verantwoordelijkheid voor het tbs-stelsel gestalte te kunnen geven.<br />
Hiertoe zijn in dit artikel bevoegdheden opgenomen voor de Minister <strong>van</strong><br />
Tweede Kamer, vergaderjaar 2009–2010, 32 398, nr. 3 51